Samenvatting: Algemene Bacteriologie En Mycologie
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Algemene Bacteriologie en Mycologie
-
1 Deel Haesebrouck
-
1.1 H1: Morfologie
Dit is een preview. Er zijn 14 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Het werkingsmechanisme van penicilline is, dat het bindt op ribosomen van bacteriën en aldus interfereert met hun eiwitsynthese
Niet juist (is een beta-lactam AB en werkt dus in op de peptidesynthese -
Septisemische Escherichia coli veroorzaken voornamelijk ziekte bij kalveren die ouder zijn dan 4 weken
Nier juist (enkel bij neonatie, dus < 3 dagen) -
De flagellen van Borellia burgdorferi steken uit?
Niet juist (heeft periplasmatische flagellen -> "boor") -
Brachyspira hydrodysenteriae heeft in tegenstelling tot Leptospira geen weerhaken aan zijn uiteinden
Juist -
Kan je bij Ureaplasma/Mycoplasma penicilline gebruiken als AB?
Nee (want hebben geen celwand en hier werken de betalactam Ab's op in) -
Penicillines (of any betalactam AB) werkt in op de ribosomen van bacteriën?
Nee, op de celwand (inbouw v suikers) -
1.2 H2: Metabolisme en groei bacteriën
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Welke bron van energie levert de meeste energie op bij bacteriën?
Aërobe respiratie > anaërobe respiratie > fermentatie (geen elektronen overdracht) -
Bij welke pH leven bacteriën het liefst en geef ook 2 uitzonderingen van bacteriën:
Bij een pH rond de 7 (7-7,5)
uitz: M bovis en Helicobacter -
Wat weet je over de bacterie die CEM (contagious equine metritis) veroorzaakt?
Het is Taylorelle equigenitalis, Gr- en is een capnofiele kiem wat inhoudt dat het leeft bij een verhoogde [CO2], dus meer dan in de atmosfeer (0,03%) en capnofiele kiemen groeien bij een CO2% van 5-10% -
We kunnen bacteriën opdelen naar gelang hun overleving adhv temperatuur:
1) Psychrofielen: leven liefst bij een lage temperatuur (ronde de 4 graden C) en zorgen dus bv voor bederven van voedsel (bij koudbloedige dieren zijn de pathogene kiemen altijd pychrofiel)
2) Mesofielen: groeien liefst ronde de 37 graden C -> pathogeen bij warmbloedige dieren
3) Psychrotolerante: kunnen zowel bij lage temp (rond de 4) xxxx, maar meer xxxx bij 37 graden C (bv Listeria monocytogenes)
4) Thermofielen: liefst bij hoge temp -> vnl in warmwaterbronnen dan
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden