Samenvatting: Algemene Economie

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
LET OP!!! Er zijn slechts 33 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Algemene economie

  • 1 Hoofdstuk 1

    Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
    Laat hier meer flashcards zien

  • geld heeft drie functies. ruilmiddel, rekeneenheid en oppotmiddel (vermogensobject) leg deze uit

    ruilmiddel: producten kunnen worden geruild tegen geld
    rekeneenheid: een maatstaf voor goederen en diensten om waarde te meten
    Oppotmiddel: er kan een vermogen worden aangehouden door te sparen
  • wat zijn de volgende begrippen:toevertrouwde middelensysteembankuniversele bankencommerciële banken


    toevertrouwde middelen: schulden die banken hebben aan publiek (spaartegoed)
    systeembank: bank die door haar omvang cruciaal is voor het functioneren van het financiele systeem
    universele banken: banken die commercieel en zakenbank in een onderneming verenigt 
    commerciële banken: zorgen voor betalingsverkeer in een land
  • wat zijn de vier pijlers van de bankeunie?

    1. centraal toezicht: toezicht op de eisen van banken
    2. centrale sanering van falende banken: bij problemen andere banken redden
    3. centraal bankenfonds: tweede buffer als een soort noodfonds
    4. geharmoniseerd depositogarantiestelsel: garantie spaardeposito;s
  • 2 Hoofdstuk 2

    Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Hoe zit de verkeersvergelijking van Fisher? M x V = P x T

    de geldhoeveelheid = transacties x de prijs
    bij een groeiende economie wordt er meer geproduceerd en willen mensen meer kopen dus stijgt de vraag naar geld
    naar stijgende prijzen hebben mensen meer geld nodig om dingen te kopen dus stijgt de vraag naar geld
  • er zijn twee redenen om geld aan te houden: transactie en voorzorg (speculatie) leg deze uit

    Transactie: vraag naar geld is afhankelijk van het aantal transacties
    Speculatiemotief: voor de zekerheid voor bijvoorbeeld reparaties, vervangen van duurzame consumptiegoederen
  • wat is het verschil tussen de monetaire en economische analyse

    monetaire: de geldhoeveelheid word bepaald door de hoeveelheid geld die mensen hebben
    economische: de invloed van economische invloeden op de economie bepaald de geldhoeveelheid
  • ECB bepaald het maximale bedrag dat banken mogen lenen tegen beleidsrente. daarnaast mogen kleine banken onbeperkt gebruikmaken van de faciliteiten:- marginale beleningsfaciliteit- depositofaciliteit


    - marginale beleningsfaciliteit: er kan een lening van 1 dag worden aangevraagd om het liquiditeitstekort te verminderen
    - depositofaciliteit: een bank met een liquditeits overschot mag deposito stallen bij de ECB
  • 3 Hoofdstuk 3

    Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
    Laat hier meer flashcards zien

  • directe investering: verwerven van eigendomsrechten in een buitenlandse onderneming om daar zeggenschap over te hebbendirecte investeringen kunnen in twee groepen worden verdeeld. wat zijn kostenfactoren en marktfactoren?

    kostenfactoren: er word hier vooral gekeken naar kosten en voordelen hiervan
    marktfactoren: bedrijven hebben meer kennis over de afzetmarkt als ze in nabijheid markt produceren 
  • 4 Hoofdstuk 4

    Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4
    Laat hier meer flashcards zien

  • wat zijn de volgende begrippen:middenkoersaankoopkoerslaatkoers van de bankverkoopkoers


    middenkoers: evenwichtkoers van vreemde valuta die ECB in een kruistabel bekendmaakt
    aankoopkoers: koers waartegen de klant dollars van de bank kan kopen
    laatkoers van de bank: koers waarvoor de bank dollars wil verkopen
    verkoopkoers: koers waartegen de klant dollars kan verkopen aan de bank
  • wat zijn de nominale wisselkoers en de reële koersverandering

    nominale wisselkoers: de feitelijke wisselkoers tussen landen
    reële koersverandering: de nominale wisselkoers gecorrigeerd door het inflatie
LET OP!!! Er zijn slechts 33 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart