Startpagina / Samenvattingen / Algemene economie / aanbod-kt-prijselast

Het marktmechanisme - De prijselasticiteit V

Q: Welke 3 determinanten beinvloeden de prijselasticiteit vd vraag?

1. beschikbaarheid substituten : hoe meer substituten voor goed X, hoe grotere prijselast . Bij prijssteiging: meer mensen schakelen over naar andere goederen ( substitutie-effect ) 2. noodzakelijke goederen of luxe goederen: prijselast. nr luxegoed is groter dan prijselast. noodzakelijk goed ( inkomenseffect ) 3. tijdshorizon : mensen schakelen niet direct over op ander goed wnr prijs toeneemt. bv mensen rijden met auto -> pakken niet direct bus als prijs benzine toeneemt, maar miss wel op termijn prijselast LT > prijselast KT

Q: Geef de definitie & formule van prijselasticiteit vh aanbod: fig. 2.19

= de invloed van een kleine procentuele toename id prijs op de aangeboden hoeveelheid Epa = procentuele verandering in aangeboden hoeveelheid / procentuele verandering in prijs Zie: formule Epa voor gewone en kleine prijsveranderingen + grafiek 2.19

Q: Door welke 2 determinanten wordt de prijselasticiteit van het aanbod beinvloed?

1. flexibiliteit & mobiliteit vd productiefactoren : Bij prijstoename hangt aanbod af van mate waarin bedrijven extra arbeid & inputs kunnen aantrekken. Als dit eenvoudiger wordt -> aanbod = elastischer . Voorbeeld : prijselast. frisdranken > prijselast. chirurgische ingrepen 2. tijdshorizon : prijselasticiteit LT > prijselasticiteit KT --> op KT worden producenten beperkt door beschikbare prod.capaciteit om aanbod te vergroten wnr prijs stijgt; op LT kan capaciteit hoger worden door investeringen

Q: Toepassing ivm prijselasticiteiten: oliecrisis van 73-74. Leg uit: fig. 2.23

Productiebeperking van OPEC -> prijzen olie nemen enorm toe & kleine daling hoeveelheid want vraag & aanbod op KT inelastisch : - aanbod kan niet op KT zo snel uitbreiden bij prijsstijging - mensen hebben op KT niet zo snel alternatieven & moeten zich aanpassen Op lange termijn werden vraag & aanbod elastisch : - toename aanbod door landen niet-OPEC - mensen verbruiken minder energie --> kleinere prijsstijging & veel grotere daling hoeveelheid

Q: Toepassing ivm prijselasticiteiten: immigratie-effect op woningmarkt. Leg uit

KT : aanbod woningen = inelastisch: - toename vraag dmv immigratie -> sterke stijging woningprijzen LT : prijselasticiteit vh aanbod is op LT veel groter: - bouwondernemingen bieden meer woningen aan door hoge prijzen - prijsstijgingen worden beperkter op LT

5 belangrijke vragen over Het marktmechanisme - De prijselasticiteit V

Welke 3 determinanten beinvloeden de prijselasticiteit vd vraag?

1. beschikbaarheid substituten: hoe meer substituten voor goed X, hoe grotere prijselast.

Bij prijssteiging: meer mensen schakelen over naar andere goederen (substitutie-effect)

2. noodzakelijke goederen of luxegoederen: prijselast. nr luxegoed is groter dan prijselast. noodzakelijk goed (inkomenseffect)

3. tijdshorizon: mensen schakelen niet direct over op ander goed wnr prijs toeneemt. bv mensen rijden met auto -> pakken niet direct bus als prijs benzine toeneemt, maar miss wel op termijn

prijselast LT > prijselast KT

Geef de definitie & formule van prijselasticiteit vh aanbod: fig. 2.19

= de invloed van een kleine procentuele toename id prijs op de aangeboden hoeveelheid

Epa = procentuele verandering in aangeboden hoeveelheid / procentuele verandering in prijs

Zie: formule Epa voor gewone en kleine prijsveranderingen + grafiek 2.19

Door welke 2 determinanten wordt de prijselasticiteit van het aanbod beinvloed?

1. flexibiliteit & mobiliteit vd productiefactoren:

Bij prijstoename hangt aanbod af van mate waarin bedrijven extra arbeid & inputs kunnen aantrekken. Als dit eenvoudiger wordt -> aanbod = elastischer.

Voorbeeld: prijselast. frisdranken > prijselast. chirurgische ingrepen

2. tijdshorizon:

prijselasticiteit LT > prijselasticiteit KT --> op KT worden producenten beperkt door beschikbare prod.capaciteit om aanbod te vergroten wnr prijs stijgt; op LT kan capaciteit hoger worden door investeringen