De monetaire politiek - de vraag naar geld
4 belangrijke vragen over De monetaire politiek - de vraag naar geld
Wat zijn kenmerken van de geldvraag?
- Weergeven afhankelijk vd rentevoet
- beweging langs curve: verandering rentevoet
- bij een hogere rentevoet is er een kleinere geldvraag; omwille van speculatiemotief/vermogensvraag naar geld
- bij een zeer lager rent (±0%) verloopt de geldvraagcurve horizontaal (vraag naar geld is oneindig groot); = liquiditeitsval
- verschuiving van curve:
- verandering nationaal inkomen: toename nationaal inkomen --> geldvraagcurve naar rechts; toename omwille van transactiemotief
Hoe is het inkomen een determinant vd geldvraag?
- vraag naar geld voor transactiedoeleinden stijgt met
- volume van transacties
- transactievraag is dus functie van nationaal inkomen (positief verband)
- institutionele factoren:
- frequentie waarmee lonen uitbetaald worden
- efficiëntie van banksysteem
Hoe is de rentevoet determinant vd geldvraag?
- Vraag naar geld omwille van het speculatiemotief = vermogensvraag naar geld
- negatief beïnvloed door intrestvoet
- interestvoet van obligaties = opportuniteitskost voor aanhouden van geld
- als i stijgt worden obligaties aantrekkelijker en geld aanhouden wordt minder aantrekkelijk
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat is het verschil tussen geld en obligaties?
- GELD:
- geen opbrengst
- geen risico
- geen transactie kosten
- OBLIGATIES
- opbrengst i
- risico op koersverlies (of - winst)
- wel trans. Kost
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden