Prijsvorming onder versch. marktstructuren - Monopolie - Het verloop vd TO GO & MO voor monopolist

5 belangrijke vragen over Prijsvorming onder versch. marktstructuren - Monopolie - Het verloop vd TO GO & MO voor monopolist

Geef het verband tussen MO & MK bij optimale outputhoeveelheid voor een monopolist. Geef het verband tussen bedrijfshoeveelheid & markthoeveelheid

MO (x) = MK (x)

-> de MO van de laatste eenheid = de MK van die eenheid

! de bedrijfshoeveelheid x = de martkhoeveelheid x

Wat weet je over de vraagcurve & de marktvraagcurve bij een monopolie? Wat zijn de 2 gevolgen van deze vaststelling?

de bedrijfsvraag valt samen met de marktvraag !

de monopolist kan pas meer verkopen wanneer hij zijn prijs laat dalen

MO is dus niet meer gelijk aan p!!!

=> 2 gevolgen:

  • prijs = niet exogeen gegeven maar moet prijs & hoeveelheid bepalen die de winst maximaliseert

  • TO van monopolist = geen linear stijgend verband met verkochte hoeveelheid zoals bij zuivere mededinging: grotere hoeveelheden kunnen slechts tegen lagere prijzen worden verkocht!

Licht tabel 5.3 toe: optimale prijs & hoeveelheid voor monopolist

TO neemt eerst toe & dan dalen:
-> voor zeer grote hoeveelheden te verkopen moet hij de prijs sterk laten dalen

! de monopolist kan dus door meer te verkopen minder opbrengst realiseren

(4) = marginale opbrengsten
-> additionele opbrengst per eenheid wnr monopolist meer verkoopt
-> eerst positief, dan 0, dan negatief (volgen de TO)
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Geef het verband via de formule bij een monopolie tussen de prijs (of GO), de MO & de prijselasticiteit vd vraag. Wat weet je over het teken van de MO?

zie formule

!! MO is dus NIET constant zoals bij zuivere m. maar bepaald door PRIJSELASTICITEIT !

MO > 0 zolang vraag = prijselastisch

MO < 0 als vraag = inelastisch

Bij monopolie heeft een kleine prijsdaling een dubbel effect. Leg uit. Toon aan bij prijselastische vraag & prijsinelatische vraag

  1. de opbrengst per verkochte eenheid daalt

  1. door lagere prijs kan je meer verkopen

=> bij zeer prijselastische vraag:

  • kleine prijsdaling -> veel meer verkopen
  • MO van extra eenheid = positief
  • effect vd toegenomen verkoop > invloed van prijsvermindering

=> bij prijsinelastische vraag:

  • grote prijsdaling -> beetje meer verkopen
  • MO van extra eenheid = negatief
  • effect vd toegenomen verkoop < invloed van prijsvermindering

=> bij prijselasticiteit van -1

  • MO van kleine toename in verkoop = 0
  • effect vd toegenomen verkoop = gecompenseerd door daling in opbrengsten wegens lagere prijs

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo