Prijsvorming onder versch. marktstructuren - Monopolistische concurrentie

5 belangrijke vragen over Prijsvorming onder versch. marktstructuren - Monopolistische concurrentie

Wat weet je over de producten bij monopolistische concurrentie? Geef enkele vbn van mon. concurrenties. Hoe zit het met de vraag nr deze goederen qua elasticiteit?

producten = heterogeen: verschillen lichtjes van elkaar in kwaliteit, stijl, service, ...
-> onderneming is GEEN prijsnemer: kan prijs beinvloeden binnen marktsegment (wel betaalbaar <-> zoniet kiezen consumenten voor goedkopere goederen)

-> vraag = niet perfect elastisch, maar elastischer dan bij monopolie

bv. kapper, zeep schoenen, ...

-> vrije toetreding & uittreding tot de markt: geen onoverkomelijke niet-recupereerbare kosten

Wat weet je ivm de prijs die monopolistische concurrenten kunnen 'nemen'? (2 verwachtingen + 1 verschil met zuivere m.)

1. onderneming zal beetje monopoliemacht gebruiken voor prijs te vragen > marginale productiekosten

2. als bedrijven op KT winst maken -> meer bedrijven treden toe & winst wordt uitgehold op LT -> wordt 0

3. ook op LT: prijs > marginale kosten zodat onderneming niet produceert tegen laagst mogelijke gem. kosten

Licht fig. 5.15 toe: KT-evenwicht bij mono. concurrentie

vraagcurve = vrij elastisch: nauwe substituten

winstmaximerende output x* door MO = MK

KT: bedrijf buit beetje monopoliemacht uit & verkoopt tegen prijs HOGER DAN MK

winst = gearceerde driehoek
! door toetreding -> V-curve dalen -> winst wordt 0
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Licht fig. 5.16 toe: LT-evenwicht bij mono. concurrentie

toetreding van nieuwe bedrijven -> vraag voor bestaande bedrijven zal afnemen (want verspreid over meer bedrijven) & winst wordt 0

-> V-curve verschuift nr links: raakt nu de GK-curve

MO = MK :
- optimale productie x0
- optimale prijs p0 (= GK)

=> dus winst = 0

Geef de 2 belangrijke kenmerken bij een LT-evenwicht vr mono. concurrentie. (zie tekening 5.16)

A) ook op LT: prijs > marg. productiekosten

B) bij optimale hoeveelheid x0 op LT: GK > min. GK

     -> als bedrijf meer dan x0 produceert; dan kunnen kosten per e nog                   dalen
     -> in LT-evenwicht: nog niet-gexploiteerde schaalvoordelen
 
!! kan ALLEEN gebeuren als individ. bedrijf meer kan produceren <-> MAAR belet door concurrenten met gelijksoortige producten

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo