Samenvatting: Algemene Economie Voor Management
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Algemene Economie voor Management
-
Inleiding
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 09/01/2016
Laat hier meer flashcards zien -
Hoe kan het begrip economie gebruikt worden als twee betekenissen?
1) Aanduiding van een deel van de (maatschappelijke) werkelijkheid
2) Aanduiding van een tak van wetenschap -
Wat is het verschil tussen ervaringsobject en kenobject?
Ervaringsobject = materieel object (deel van de werkelijkheid dat onderwerp is van studie)
Kenobject = formeel object (invalshoek van de wetenschap)
De economische wetenschap wordt vaak gedefinieerd aan de hand van haar ervaringsobject: de wetenschap die de sociale relaties bestudeert die samenhangen met produceren en consumeren. -
Wat is het verschil tussen positieve en normatieve economische uitspraken?
Positieve economische uitspraken
Geven een waardevrije ordering van feiten. Is toetsbaar: op basis van waargenomen feiten kan worden nagegaan in hoeverre de uitspraak of theorie overeenkomt met deze feiten.
Normatieve economische uitspraken
Geven aanbevelingen op basis van een waardeoordeel. De theorie of uitspraak is waar of onwaar, afhankelijk van de waargenomen feiten én het waardeoordeel. -
Waarom is economie een empirische wetenschap?
Omdat de econoom de maatschappij als studieobject heeft. Acties:
- Beschrijven van de waargenomen (maatschappelijke economische) relaties.
- Nagaan in hoeverre die beschreven relaties een regelmatigheid vertonen.
- Beschrijven van causale relaties (als...dan...) waarmee geprobeerd wordt een verklaring te vinden.
- Een verzameling van samehangende relaties = theorie.
- Trekken van conclusies o.b.v. de theorie.
- Opnieuw empirisch toetsen van de conclusies (kijken in hoeverre de conclusies in de werkelijkheid onderbouwd kunnen worden).
- Als de conclusies niet verworpen kunnen worden o.b.v. de waarnemingen, dan is dit een ondersteuning voor de theorie. -
Blok 1: Micro-economie
Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 10/01/2016
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is een onderneming of producent?
Een organisatie gericht op de productie van goederen en diensten voor de markt (verkoop), met als doel daaruit een inkomen te verwerven. -
1.1. Productie en kosten
Dit is een preview. Er zijn 31 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 11/01/2016
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is de invloed van tijd op de productiefactoren kapitaal en arbeid?
Ultra korte termijn (bijv. dag)
- vast
Korte termijn
- kapitaal: vast
- arbeid: flexibel
Lange termijn
- flexibel -
Opgave: Waardoor wordt op korte termijn de productiecapaciteit vastgelegd?
Door de prestaties van de kapitaalgoederen (bijv. machines en gebouwen). Als er nieuwe investeringen gedaan worden (nieuwe machines, uitbreiden werkplaats) kan er meer geproduceerd worden. -
Wat is de gemiddelde arbeidsproductiviteit?
Verhouding tussen de totale productie (Q) en het aantal te werk gestelde werknemers (L). Arbeidsproductiviteit (gemiddelde productie per man) = Q / L -
Wat houdt de marginale arbeidsproductiviteit in?
Extra productie die ontstaat door de inschakeling van één extra werknemer.
Marginale arbeidsproductiviteit = toename totale productie / toename aantal werknemers (1) -
Wat zijn mogelijke oorzaken van het bereiken van de grenzen van de productiecapaciteit?
- onvoldoende ruimte in de werkplaats (elkaar in de weg lopen)
- te weinig machines beschikbaar
- door toename werknemers kan werksfeer in geding komen en daarmee de individuele prestaties afnemen
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden