Arbeidsmarkt en macro-economisch overheidsbeleid

37 belangrijke vragen over Arbeidsmarkt en macro-economisch overheidsbeleid

De overheid streeft een vijftal doelstellingen na met haar economisch beleid, welke vijf?

1. Evenwicht op de arbeidsmarkt. Vraag en aanbod van arbeid zijn in evenwicht, het aantal banen moet voldoende zijn om de hele beroepsbevolking werk te bieden.
2. Een stabiel prijsniveau, prijzen stijgen niet of nauwelijks.
3. Een rechtvaardige inkomensverdeling, overheid corrigeert inkomensverdeling die uit de werking van markten voortvloeit op zo'n manier dat de meeste mensen deze als rechtvaardig beschouwen.
4. Evenwicht op de betalingsbalans
5. Evenwichtige en duurzame economische groei, vergroting van de productiecapaciteit is nodig om de welvaart te laten stijgen en om een groeiende beroepsbevolking op te vangen, dit mag niet ten koste gaan van het milieu.

De stabilisatiefunctie van de overheid komt tot uitdrukking in twee soorten beleid van de overheid. Welke twee soorten beleid worden hier bedoeld? Leg deze twee soorten beleid uit.

Conjunctuurbeleid: Gericht op het tot stand brengen van een zo goed mogelijke bezetting van de productiecapaciteit.

Structuurbeleid: Overheid streeft hierbij naar een vergroting van de productiecapaciteit om zo een grotere welvaart mogelijk te maken. Randvoorwaarde hierbij is dat het milieu zo min mogelijk beschadigd wordt.

Wat is het doel van duurzame evenwichtige economische groei?

De overheid wilt de maatschappelijke welvaart zo groot mogelijk maken.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Als we kijken naar duurzame evenwichtige economische groei, dan wilt de overheid werknemers tegen bepaalde zaken beschermen. Welke?

Ontslagbescherming en zorg voor goede arbeidsomstandigheden.

Noem een voordeel en een nadeel van de ontslagbescherming door de overheid.

- Ontslagbescherming zorgt ervoor dat bedrijven hun werknemers niet flexibel kunnen aanpassen aan de afzet. De zorg voor goede arbeidsomstandigheden drijft de loonkosten op waardoor de concurrentiepositie van bedrijven verslechtert.

+ Ontslagbescherming zorgt voor grotere betrokkenheid van werknemers bij hun baan. Dit komt hun productiviteit ten goede. Ditzelfde geldt voor de verplichting van werkgevers om voor goede arbeidsomstandigheden te zorgen.

Waarom werkt het marktmechanisme op de arbeidsmarkt niet goed?

Lonen zijn flexibel naar boven, maar star naar beneden. Tijdens hoogconjunctuur zorgen stijgende lonen voor evenwicht op de arbeidsmarkt. Bij laagconjunctuur treedt er echter vrijwel nooit een daling van de lonen op waardoor de optredende werkloosheid blijft bestaan. Overheidsingrijpen is dan nodig om de werking van de arbeidsmarkt te verbeteren.

De overheid probeert te bevorderen dat de maatschappelijke welvaart zo groot mogelijk is. Dit doet zij door economische groei na te streven. Wat is het gevolg van economische groei en hoe wordt de economische groei gemeten?

Door economische groei kan in meer behoeften worden voorzien en stijgt de werkgelegenheid. De economische groei wordt gemeten door middel van de reële waarde van het bbp.

Waarom is het bbp toch geen volmaakte maatstaf voor de maatschappelijke welvaart? Noem 3 redenen.

1. De hoge productie legt beslag op grondstoffen en energiebronnen waarvan de voorraad beperkt zijn.
2. De economische groei is zo groot geweest dat het totale gebruik van grondstoffen en fossiele brandstoffen toch is toegenomen. Daardoor wordt het gevaar steeds groter dat toekomstige generaties niet van dezelfde materiële welvaart kunnen genieten als wij.
3. Productie en consumptie brengen in veel gevallen negatieve externe effecten mee in de vorm van milieuvervuiling.

Voor bestrijding van vervuiling is productie nodig met als gevolg dat het bbp daardoor stijgt.

Waarom streeft de overheid naar duurzame economische groei? Hoe gaat dit in zijn werk?

Omdat economische groei normaliter tot meer vervuiling en meer gebruik van eindige grondstoffen en ruimte leidt. Bij duurzame economische groei maken producenten en consumenten op zo'n manier gebruik van het milieu en de voorraad grondstoffen, dat dit niet ten koste gaat van de welvaart en de toekomstige generaties.

Noem twee zaken waar het aanbod op de arbeidsmarkt van afhankelijk is

1. Het aantal inwoners van een land en de bevolkingsgroei
2. De omvang van de beroepsgeschikte bevolking

De beroepsbevolking kan uitgedrukt worden in arbeidsjaren, wat is een arbeidsjaar?

Het aantal uren dat een fulltimer gemiddeld in een jaar werkt.

Waarom is in Nederland de werkgelegenheid uitgedrukt in personen hoger dan de werkgelegenheid in arbeidsjaren?

In Nederland werken veel mensen in deeltijd.

Wat geeft de p/a ratio weer? Wat houdt een stijging van de p/a ratio in?

De verhouding tussen de werkgelegenheid in personen en de werkgelegenheid in arbeidsjaren. Een stijging betekent dat meer mensen in deeltijd zijn gaan werken.

Door welke factoren wordt de omvang van de werkgelegenheid bepaald? Noem er 4.

1. Het aantal uren per arbeidsjaar. (Daling levert een stijging van de werkgelegenheid op als de overige omstandigheden gelijk blijven).
2. Ontwikkeling van de arbeidsproductiviteit. (Bij een gelijke arbeidsduur per jaar en een economische groei van 0% daalt de werkgelegenheid).
3. Flexibiliteit. (Werktijden, inzet in verschillende werkzaamheden, flexibele arbeidscontracten).
4. Lonen. Enerzijds is een stijging van de lonen gunstig voor het inkomen en koopkracht, de consumptie groeit dan en daarmee de werkgelegenheid. Anderzijds vormen de lonen kosten, dit leidt tot een hogere kostprijs en dus een slechtere concurrentiepositie. De werkgelegenheid zal hierdoor dalen.

Welke partijen zijn in Nederland bij de loonvorming betrokken? Noem er drie, welke partijen worden sociale partners genoemd?

1. Werkgeversorganisaties
2. Werknemersorganisaties
3. Overheid

De werkgevers/nemersorganisaties worden sociale partners genoemd.

Wat zijn vakbonden? Geef hierbij ook de functie van vakbonden.

De vakbonden zijn organisaties van werknemers die de belangen van hun leden behartigen. Zij onderhandelen met de werkgevers over de arbeidsvoorwaarden waaronder hun leden moeten werken.

Wat is een vakcentrale? Noem twee bekende vakcentrales.

Bij een vakcentrale zijn vakbonden aangesloten. Een vakcentrale is dus een overkoepelende organisatie van afzonderlijke bonden. Twee bekende vakcentrales zijn de Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV), en het Christelijk Nationaal Vakverbond (CNV).

Waarom bemoeit de overheid zich met het onderhandelingsproces tussen werkgevers en werknemers als we denken aan loonstijgingen? Noem een voorbeeld hoe de overheid dit proces kan beïnvloeden

Door loonstijgingen nemen de kosten van bedrijven toe, waardoor de concurrentiepositie slechter wordt. De overheid kan hier invloed op uit oefenen door de belastingtarieven te verlagen, zo zal de werknemer sneller genoegen met een geringe stijging van het brutoloon.

In het zogenoemde najaarsoverleg proberen de regering en sociale partners tot een Centraal Akkoord te komen. Wat staat er in een Centraal Akkoord?

De aanbevelingen voor de komende cao-onderhandelingen in bedrijfstakken, bijvoorbeeld over de maximale toelaatbare loonstijging.

Wat bedoelen we met de loonruimte en prijscompensatie? Wat is hierbij het verband met de initiële loonstijging?

De loonruimte bestaat uit de stijging van de prijzen en van de arbeidsproductiviteit. De vergoeding voor de prijsstijging heet prijscompensatie.

De stijging van de arbeidsproductiviteit biedt ruimte voor een initiële loonstijging. Het loon neemt dan toe zonder dat hierdoor de loonkosten per eenheid product stijgen.

Geef een verklaring waarom de vraag en het aanbod van arbeid niet goed op elkaar aansluiten.

De opleidingen beantwoorden niet goed aan de vraag van de ondernemers.

Waarom blijken werkloosheidscijfers van verschillende landen slecht met elkaar te vergelijken?

Het staat niet vast in welke omstandigheden iemand als werkloos moet worden beschouwd.

Het ligt aan het aantal uren dat iemand beschikbaar moet zijn voor de arbeidsmarkt of de categorieën mensen die mee worden gerekend.

De werkloosheid wordt in Nederland gemeten in de vorm van de zogenoemde geregistreerde werkloosheid. Door wat wordt dit gemeten en wanneer maken mensen hier deel van uit? Hoe wordt dit gemeten?

CBS.

1. Tot de beroepsgeschikte bevolking horen, en
2. Geen of minder dan 12 uur per week betaald werk hebben, en
3. Ingeschreven staan bij een Centrum voor Werk en Inkomen (CWI), en
4. Direct beschikbaar zijn voor minstens 12 uur per week.

Het CBS meet de omvang van de geregistreerde werkloosheid door middel van de Enquête Beroepsbevolking. Omdat de werkloosheid varieert met het seizoen, corrigeert het CBS het werkloosheidscijfer voor seizoensinvloeden.

Wat is het Centra voor Werk en Inkomen en wat is zijn hun taken (2 taken)?

Door de overheid gesubsidieerde instellingen met twee taken.

1. Zij verstrekken uitkeringen
2. Zij bemiddelen tussen werkzoekenden en werkgevers.

In welke vier soorten valt de totale werkloosheid te onderscheiden?

1. Frictiewerkloosheid > Kortstondige werkloosheid, benodigde tijd om geschikte vacatures te vinden en voor sollicitatieprocedures.
2. Seizoenswerkloosheid
3. Conjunctuurwerkloosheid
4. Structuurwerkloosheid > Wordt veroorzaakt door de structuur van de productie en door veranderingen in de productiestructuur > onvoldoende arbeidsplaatsen of onvoldoende geschikte arbeidsplaatsen.

Wat is het verschil tussen kwantitatieve en kwalitatieve structuurwerkloosheid?

Kwantitatief: Tekort aan arbeidsplaatsen door bijvoorbeeld automatisering.

Kwalitatief: Onvoldoende geschikte banen. Veel werklozen en veel vacatures, vacatures betreffen de verkeerde beroepen of de verkeerde regio.

Door wetten en regelgeving beschermt de overheid werknemers in het algemeen en bijzondere groepen op de arbeidsmarkt. Noem drie ''wetten'' die betrekking hebben op bescherming van de werknemers.

1. Wet op het minimumloon
2. Arbowet
3. Wet gelijke behandeling mannen en vrouwen

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kan cao's verbindend verklaren. Wat houdt dit in en wat is het doel hiervan?

De werknemers en werkgevers die geen lid zijn van organisaties die de cao hebben afgesloten, zich aan de bepalingen van de cao moeten houden. Het doel hiervan is voorkomen van concurrentie op arbeidsvoorwaarden.

Een cao kan onverbindend worden verklaard als de afgesloten cao volgens de minister strijdig is met het algemeen belang.

Waar is het conjunctuurbeleid op gericht? Hoe kan de overheid dit aanpakken?

Op de vraagkant van de economie en probeert de ontwikkeling van de effectieve vraag de gewenste richting op te sturen. De overheid kan dit doen met begrotingsbeleid (stimuleren van bestedingen door verlagen belastingen of verhogen overheidsbestedingen). Productie neemt hierdoor toe en de conjunctuurwerkloosheid neemt af. Bestedingen kunnen ook gestimuleerd worden door de rente te verlagen, waardoor lenen aantrekkelijker wordt.

Hoe bestrijd het conjunctuurbeleid overbesteding?

Verhogen belastingen en/of de overheidsbestedingen te verkleinen. De effectieve vraag daalt hierdoor, prijs en loonstijgingen worden hierdoor afgeremd.

Waarom werkt het conjunctuurbeleid in veel gevallen procyclisch? (De conjunctuurcyclus wordt versterkt).

Omdat het juiste moment van ingrijpen moeilijk te bepalen is en er veel tijd tussen het bedenken en uitvoeren van maatregelen om de conjunctuur te beïnvloeden. Daardoor treedt het effect van conjunctuurbeleid in de praktijk pas op als de conjunctuur al is omgeslagen.

Waar is het structuurbeleid op gericht en wat is het doel hiervan?

Op de aanbodkant van de economie. Heeft als doel om de kwaliteit van de productiefactoren arbeid, natuur en kapitaal en de omvang van de productiecapaciteit (bevorderen investeringen, zodat er voldoende arbeidsplaatsen tot stand komen) te beïnvloeden

Wat is het doel van het loonmatigingsbeleid?

Versterking internationale concurrentiepositie van het Nederlandse bedrijfsleven en het verbeteren van het investeringsklimaat.

Bedrijven investeren als zij voldoende rendement verwachten. Hoe hoger de winstinkomens in de economie zijn, des te meer zijn bedrijven geneigd om te investeren. Daarom is de verdeling van de inkomens over de productiefactoren, de categorale inkomensverdeling belangrijk voor het investeringsklimaat.

Voor de beoordeling van het investeringsklimaat is het belangrijk om te weten welk deel van het totale inkomen naar de productiefactor arbeid vloeit en welk deel naar de overige productiefactoren. Wat is arbeidsinkomen en wat valt onder het overig inkomen?

Het inkomen uit de productiefactor arbeid heet arbeidsinkomen. Dit omvat niet alleen het inkomen uit de arbeid van werknemers, maar ook het inkomen van de arbeid uit zelfstandigen. De beloningen van de productiefactoren kapitaal, ondernemerschap en natuur worden overig inkomen genoemd.

Waarom wordt het arbeidsinkomen van zelfstandigen gelijk gesteld aan het gemiddelde loon van werknemers? Hoe noemen we dit arbeidsinkomen?

Zelfstandigen stellen arbeid, kapitaal en ondernemerschap ter beschikking aan zijn bedrijf. Het is niet mogelijk aan te geven welk deel van zijn inkomen samenhangt met de arbeid die hij voor zijn bedrijf heeft ingezet. Dit wordt het tlz (toegerekend loon zelfstandigen) genoemd.

Wat is de arbeidsinkomensquote van bedrijven? Waar is de ontwikkeling van afhankelijk (3 factoren)?

De verhouding tussen de loonsom van bedrijven plus het toegerekend loon zelfstandigen enerzijds en de netto toegevoegde waarde van bedrijven anderzijds.

1. Arbeidsproductiviteit (hogere inkomsten per werknemer, bij gelijke omstandigheden daalt AIQ).
2. Loonsom (hogere loonkosten, bij gelijke omstandigheden stijgt AIQ).
3. Prijspijl (bij stijging hogere opbrengsten voor bedrijven, bij gelijke omstandigheden daalt AIQ).

Op welke manieren bestrijdt de overheid kwalitatieve werkloosheid?

1. Het arbeidsmarktbeleid, is gericht op het flexibeler maken van de arbeidsmarkt > verandering regels m.b.t. arbeidstijden en ontslagrecht.
2. Verschil tussen lonen en uitkeringen vergroot waardoor mensen meer moeite zullen doen om een nieuwe baan te vinden.
3. Om vraag en aanbod op de arbeidsmarkt beter op elkaar aan te sluiten worden mogelijkheden voor om- en bijscholing aangeboden.
4. Onevenwichtigheden op de arbeidsmarkt moeten kleiner worden door de bevordering van de mobiliteit van werkzoekenden. Dit leidt ertoe dat zij gemakkelijker een baan in een andere regio zoeken.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo