Startpagina / Samenvattingen / Algemene farmacologie / dopamine-neurotransmitters-cns

Receptoren en neurotransmitters

6 belangrijke vragen over Receptoren en neurotransmitters

Welke neurotransmitters heb je in het CNS?

Al deze neurotransmitters zijn in de brein/het CNS. Veel neurotransmitters zijn aminozuren, ze zijn klein en snel. 2 grote zijn glutamaat (de snelste activerende neurotransmitter) en GABA (de snelste inhibirende neurotransmitter). Met 80% is dat elke cel 1 van de 2 heeft. Als glutamaat en GABA niet in balans zijn kan je aandoeningen krijgen.

De monoamines zijn iets groter en langzamer. Ze zijn modulatoren die de snelle reguleren.

Acetylcholine is een snelle of een modulator, dat hangt af van receptor.

Neuropeptides kunnen interfereren met de opioid receptor.

Welke twee type receptoren heb je in het CNS? Wat is het verschil?

Inotropic en metabolic. Ionotropic receptoren zijn ionkanelen en de metabotropic zijn G-koppelde eiwitten. Je ziet dat de snelle neurotransmitters vooral op de ionkanalen werken.

Wat is nodig voor de regulatie van de processen (Motor -, cognitive - and emotional) in de hersenen? Welke onderdelen en neurotransmittters spelen hier een rol?

CTSC loop (de driehoek met de onderdelen) is belangrijk voor regulatie van de processen. De monoamines zitten in de hersenstam en zijn een soort thermostaat die bijvoorbeeld de hoeveelheid dopamine kunnen aanpassen.

Wat zijn monoamines/welke zijn er?

Noradrenaline, dopamine en serotinine. Deze hebben specifieke routes in het brein. Sommige cellichamen sturen het bijvoorbeeld meer naar de prefrontale cortex en de andere naar andere delen.

Wat voor functie heeft dopamine op het brein?

Dopamine heeft verschillende functies, zoals pleasure, cognitieve controle, motor controle en salience.

Salience is focus, dus dat je naar iemand kan luisteren in een drukke ruimte, dus dat je alleen die stem ‘hoort’.

Wat doen pschycoactive drugs?

Die versterken bepaalde functies. Zo zorgt dopamine voor pleasure en dit wordt euphoria met een psychoactive drug, zoals cocaïne.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Algemene farmacologie

Bekijk samenvatting

Een unieke studie- en oefentool
Nooit meer iets twee keer studeren
Haal de cijfers waar je op hoopt
100% zeker alles onthouden

Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding

Receptoren en neurotransmitters

6 belangrijke vragen over Receptoren en neurotransmitters

Welke neurotransmitters heb je in het CNS?

Welke twee type receptoren heb je in het CNS? Wat is het verschil?

Wat is nodig voor de regulatie van de processen (Motor -, cognitive - and emotional) in de hersenen? Welke onderdelen en neurotransmittters spelen hier een rol?

Wat zijn monoamines/welke zijn er?

Wat voor functie heeft dopamine op het brein?

Wat doen pschycoactive drugs?

Samenvattingen die gerelateerd zijn aan Drug binding - Type bindingen

Algemene farmacologie

Human Physiology An Integrated Approach, Glo…

Blokboek organisme BMW

KC 2: Van zygote naar blastula

Practicumtoets

Organisme

Gedragsbiologie

Enzymen en Eiwitten

Organische Chemie

Fysische Chemie

Weefsels

Human monogenetic diseases