Samenvatting: Algemene Geschiedenis Nieuwe Tijd

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Algemene Geschiedenis Nieuwe Tijd

• 1 Week 7: Absolutisme en constitutionalisme, 1589-1725

• 1.1 SV 7

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Algemene doelen van Europese staten in de 17e eeuw

  • De grenzen uitbreiden
    
  • nieuwe belastingen heffen
  • centraal gezag consolideren
  • kolonien vestigen in zowel de oude als nieuwe wereld

• Factoren die het behalen van de doelen van staten in de 17e eeuw moeilijk maakten

  • Moeizame communicatie vanwege lange afstanden
    
  • lokale machtsinstellingen, zowel heren als kerk
  • meerdere talen en etnische groepen binnen het land

• Ontwikkelingen binnen staten in de 17e eeuw

  • Meer belastingheffing
    
  • grote legers die permanent in dienst waren
  • grotere en efficientere bureaucratie
  • territoriale expansie binnen europa en overzee

• Militaire ontwikkeling in de 17e eeuw

  Monarchen vormden hun eigen, permanente, professionele legers, zodat ze niet meer afhankelijk waren van feodale heren

• 1648-1653: De Fronde in Parijs neemt plaats

  Opstanden georganiseerd door de leden van het parlement, de jonge Lodewijk XIV moet Frankrijk ontvluchten

• Oorzaken voor het uitbreken van opstanden in de 17e eeuw

  Toenemende belastingdruk, stijging van de voedselprijzen

• Absolutisme onder koning Lodewijk XIV van Frankrijk, 1643-1715

  • Geloofde dat hij zijn macht ontleende van God, 'droit divin'
    
  • regeerde aan de hand van een aantal raden van staat
  • geen eerste minister; dit was om te voorkomen dat de adel zich tegen hem zou organiseren
  • herroept het edict van nantes

• 1610-1650, tekenen dat Spanje in verval raakt

  • Verlies van handel met de kolonies in de nieuwe wereld vanwege enorme concurrentie
    
  • productie zuid-amerikaanse zilvermijnen neemt af
  • staatsschuld leid tot faillissement en inflatie
  • een kleine middenklasse betekende weinig nijverheid en ambacht
  • moslims en joden waren het land uit gedreven
  • gebrek aan innovatie en politiek wanbeleid
  • situatie op het platteland verslechterd

• Consolidatie van Pruisisch absolutisme onder Frederik Willem I, 1713-1740

  Opheffen van laatste parlementaire en lokale macht; Pruisen wordt een absolute, militaire staat met een grote bureaucratie en professioneel leger

• Het ontstaan van een constitutionele monarchie in Engeland in 1689

  De Protestantse koning Willem tekent de Bill of Rights na een opstand tegen hem: deze betekent het einde van de divine monarchie en was een wet die door het Parlement werd gemaakt en afdoet aan de macht van Willem