Been 3 vanaf (behandeling)
15 belangrijke vragen over Been 3 vanaf (behandeling)
Bij welke fracturen enkel conservatieve behandeling?
- Fissuren
- Stressfracturen
- Extra-articulaire schilferfracturen
- Fracturen niet-gewichtsdragende beenderen
- Niet toegankelijke beenderen (bv. bekken)
- Economische redenen
- Ehmer-sling --> ontlasten van de achterhand
- Velpeau-sling
Hoe gebeurt de behandeling van fracturen meestal:
Nadeel van fractuurbehandeling na enkele dagen (dus niet direct)
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat verstaat men onder ''biological fracture healing''?
Er wordt hierbij dus niet meer gestreefd naar een perfecte anatomische reconstructie van het bot.
Reductie / repositie - details
2 manieren:
- ''Gesloten'' reductie
- Fractuurhaard niet openen
- Herstel beenlengte/uitlijning
- Geen anatomische reductie
- --> ''biological fracture healing''
- Is pijnlijk + spiercontracties overwinnen --> anesthesie/spierrelaxatie
- Expositie fractuur
- Herstel anatomische structuur
Keuze reductie: vooral bepaald door keuze stabilisatie methode
''Open reductie'' - technieken:
- Elevatie fragmenten voor dwarse fracturen --> been plooien --> fractuurfragmenten naar buiten en dan tegen elkaar zetten en dan naar beneden duwen.
- Hohmann retractor --> hefboom om fragmenten te plaatsen = tussen schuiven
- Plaat + bottang = omgekeerde volgorde: plaat gebruiken als hefboom bij ene bot en dan fixeren op andere.
- Reductie-forceps = bij schuine fracturen, met scherpe punten die over de fractuurhaard worden geplaatst gebruiken als hulp bij reductie om gelijktijdig de fractuur tijdelijk te stabiliseren.
Retentie/Stabilisatie - uitwendige immobilisatie - spalk/gips
- Enige vorm van immobilisatie na gesloten reductie
- Aanvullend bij interne fixatie
- --> fixatie been + weke delen --> geen perfecte immobilisatie
Schuine fractuur --> verschuiven
Dwarse fractuur --> rotatie of hoekvorming'
Multipele fractuur --> collaps
Hoe?
- Been: aanpalende gewrichten
- Gewricht: aanpalende beenderen
GHD:
- Gips
- Niet thv schouder, elleboog, heup en knie
KHD:
- Spalkverband/gipsgoot (gips te zwaar)
- 1/2 humerus, 1/2 femur
- Zelden uitwendige immobilisatie voor behandeling totale fracturen
Retentie/stabilisatie - uitwendige immobilisatie - Thomas Spalk
Spalk = metalen beugel met proximaal een ovalen koepel die hetzij hoog in de oksel of hoog in de lies gepositioneerd wordt. Daaraan wordt lidmaat bevestigd dmv tape/verband/gipsmateriaal.
Vooral aangewezen voor fracturen van proximale beenderen (femur/radius) wanneer een andere stabiele vorm van fixatie niet mogelijk is.
Is zeker geen optimale stabilisatie van fractuur.
= omslachtig + complicaties: drukwonden (in lies/oksel).
Uitsluitend bij GHD: kalfjes/rund tot 400 kg (soms bij kalveren gebruikt)
Retentie/stabilisatie - uitwendige immobilisatie - WANDELSPALK
= gipsverband waarbij ahv een geïncorporeerde beugel of externe transfixatie er geen rechtstreekse steunname is op distale dee lvan lidmaat --> ophangeffect.
Bv. gebruikt bij multipele koot- of kroonbeenfracturen.
Methode:
- 2-4 pinnen dwars doorheen proximaal gelegen lang been aangebracht
Niet in hetzelfde vlak, lichtjes geschrankt - Verband op lidmaat, uiteinden steken uit verband.
Onder hoef/klauw voldoende watte aanbrengen - Gipsverband over de pinuiteinden --> vermijden dat er fracturen van pijpbeen/radius/tibia ontstaan thv de meest proximale pin.
Uiteinden pin zit goed geïncorporeerd in gips - Bij steunname --> krachten overgedragen via de gipswand op het proximale been
Retentie/stabilisatie - externe fixatie - algemeen
één of meerdere Steinmann pinnen worden in of dwars doorheen proximale en distale fragment geplaatst en worden deze buiten de huid aan elkaar gefixeerd.
Kan gebruikt worden als enige methode voor de stabilisatie van fracturen, of als aanvulling bij interne fixatie.
Retentie/stabilisatie - exteren fixatie - pinnen (glad/geschroefd, diameter, aanbrengen, loodrecht/schuin, aantal, lokalisatie)
- Glad: makkelijker aan te brengen
- Geschroefd: komen minder makkelijk los
- Aanbrengen:
- Manueel dmv ''Jacobs kop''
- Met boor, evt. na voorboren (kleinere diameter dan diameter pin)
- Loodrecht:
- Schuin: minder kans op verschuiven bij optreden van osteolyse en loskomen van de pinnen.
- Alleen transfixatie: minstens 2 per fragment
- Tot 4 per fragment: stabiliteit hoog
- Epifysaire fracturen: 2 pinnen gekruist
- Gespreid over been: dicht tegen fractuur + ver verwijderd
Retentie/stabilisatie - externe fixatie - voordelen
- KHD + GHD
- Relatief eenvoudig
- Zeer veel configuraties mogelijk
- Goedkoop (beperkt instrumentarium)
- Geen metaal thv fractuurhaard
Retentie/stabilisatie - externe fixatie - praktische tips gebruik
- Percutaan aanbrengen pinnen:
- Palpatie
- Markers (bv. nietjes) + RX
- Beeldversterker
- Verband rond fixatiesysteem
- Beletten dat dieren ergens achter blijven haperen
- Risico op percutane infectie beperken
Retentie/stabilisatie - circulaire externe fixatie - algemeen
Bestaat uit 4 metalen ringen (2 prox, 2 dist), elk verankerd aan 2 fijne metalen pinnen (Kirsendraad pinnen). 4 metalen ringen worden vervolgens aan elkaar bevestigd d.m.v. meerdere geschroefde metalen staven.
Kan gebruikt worden voor:
- Stabilisatie van fracturen: pinnen zijn veel dunner, maar doordat ze onder longitudinale spanning staan toch stevig. Laat gecontroleerde axiale microbeweging van de beenfragmenten toe --> gunstig voor fractuurheling
Retentie/stabilisatie - circulaire externe fixatie - voor- en nadelen
- Goede stabilisatie (micro-motion)
- Correcties mogelijk
- Lengte (distractie-osteogenese): afstand tussen ringen geleidelijk vergroten
- Hoek
- Rotatie
Nadelen:
- Pijnlijk/zwelling
- Enkel distaal van elleboog / knie
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden