VII. Knooptechnieken

9 belangrijke vragen over VII. Knooptechnieken

Aandachtspunten aanleggen knoop:

  • gelijkmatig aanspannen
  • vlak aanspannen
  • richting wisselen
  • spanning: 1e worp wordt bepaald door het weefsel, 2e,3e worp wordt bepaald door de draadeigenschappen
  • eerste worp mag niet lossen voor aanspannen tweede

Knooptechnieken: met naaldhouder vs. met hand:

met naaldhouder: snel, minder draadverbruik, knopen in de diepte

met de hand: linker hand manipuleert de draad en rechter hand houdt de spanning op de draad

Details doorlopende naad

Voordelen: snel, minder draad, minder knopen + verdeelt de spanning

Nadelen: wonddehiscentie (opengaan van wond die al dicht is), matige wondappositie + niet resorbeerbaar --> stenose
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Details inverterende hechtingen

= wondranden gaan naar binnen stulpen
--> sluiten van holle organen (blaas, darm, baarmoeder) om lekkage van de inhoud te beletten

Details appositionele hechtingen

= brengen de wondranden in een mooie appositie tov elkaar
--> voor meeste weefsels: huid, spier, fascie
bij KHD: darm

Details everterende hechtingen

= wondranden stulpen uit
--> voor bloedvaten

Basisprincipes keuze hechtmaterialen

  • hechtmateriaal: even sterk als weefsel
  • minst weefsel irritatie
  • bij plaatsen hechtingen in gecontamineerd/geïnfecteerd weefsel --> rekening houden met biologisch effect van de hechting op de wondheling.
    Monofilamenten beter geschikt (door geen capillaire werking)

Hechten van linea alba

hechtmateriaal:
  • synthetisch resorbeerbaar multifilament
  • evt. ook niet resorbeerbaar
  • dikkere draad dan normaal --> na 6 weken ook nog voldoende treksterkte

hechttechniek:
  • geen spanning: eenvoudig doorlopend
  • matige spanning: eenvoudig afzonderlijk
  • erge spanning: horizontale U-punten + eenvoudig doorlopend
  • zeer erge spanning: synthetisch net

Hechten van holle organen

Hechtmateriaal:
  • synthetisch snel resorbeerbaar monofilament
  • ronde naald
  • blaas: geen hechtmateriaal in lumen! (blaassteen)

Hechttechniek:
  • inverterend doorlopend: Lembert, Cushing, indien voldoende ruim lumen, soms zelfs dubbel
  • appositionerend: eenvoudig afzonderlijk of doorlopend, bij kans op lumen vernauwing, bij te dikke wand

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo