Samenvatting: Algemene Inleiding Dierkunde
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Algemene inleiding dierkunde
-
1 Algemene inleiding dierkunde
Dit is een preview. Er zijn 38 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Hoe heet door toeval geleide processen met belangrijke impact op populatiegrootte?
populatieflessenhals -
Hoe heet het door migratiebewegingen geleide processen?
stichtereffect -
Wat is diversifiërende of disruptieve selectie?
Intermediairen hebben de laagste fitness
vb. = vogels, 1 soort kleine onderkaak --> voeden noten en zaden
1 soort grote onderkaak --> harde noten kraken -
Wat is negatieve frequentieafhankelijke selectie?
hoe zeldzamer, hoe fitter
bv. vis die eet van de schubben van vissen waarmee het meezwemt. Monddelen zijn naar links of naar rechts omgebogen. -
Wat is positieve frequentieafhankelijke selectie?
Hoe meer, hoe fitter
bv. onsmakelijke vlinder -
Reproductieve isolatie: prezygotisch
- geen toenadering
- geen copulatie
- geen bevruchting -
Reproductieve isolatie: postzygotisch
= vorming hybriden
- onleefbaar
- onvruchtbaar
- sterk gereduceerde fitness -
Wat is speciatie/divergerende evoluatie?
Zelfs indien de originele barrière tussen beide groepen wordt weggenomen is onderlinge voortplanting, door de te sterk geëvolueerde verschillen, niet langer mogelijk -
vorm 1 expressie gen = heterotopie
gen op een andere plaats in het lichaam tot expressie
bv. zwemvlies -
vorm 2 expressie gen = heterochronie
gen op een ander tijdstip of over een andere periode
bv. kootjes dolfijn vs. kootjes landzoogdieren
= hoelang mag een gen aanstaan
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden