Auteur en verteller - Herhaling vorige les - Aristoteles

3 belangrijke vragen over Auteur en verteller - Herhaling vorige les - Aristoteles

Uitbeelding van een plot wordt verondersteld op twee niveaus. Deze zijn:

1) Mimesis² kan direct³ of indirect³ zijn
2) Handelingen, want plot = aaneenschakeling
     handelingen.

We vinden deze onderverdeling zowel bij de Russische formalisten als bij de Franse structuralisten terug.

Verklaar ², welk genre bedoelen we met ³?

²: uitbeelding = mimesis
³: direct = dramatiek, indirect = epiek.

Aristoteles' definitie van een plot was op basis van een actie, wat bedoelen we daarmee?

Motivum = beweging, lineaire vooruitgang

Volgens Forster gaat het tijdverloop van begin- naar eindpunt. Plot -> story (Forster). Bespreek de chronologie, coherentie en narrativiteit.

- Chronologie: vaak niet chronologisch
- Coherentie: spanning loopt op tot de climax en
  leidt vervolgens tot afloop van verhaal met een
  open of gesloten einde.
- Causaliteit: narratief versus ontologisch
  (werkelijkheid).

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo