Startpagina / Samenvattingen / Algemene managementkennis / bedrijf-medewerkers-interdependentie

Organisatie ontwikkeling

6 belangrijke vragen over Organisatie ontwikkeling

In een filiaalbedrijf in de detailhandel heeft het topmanagement zestig filialen onder zich, verspreide over heel Nederland. het bedrijf heeft in de afgelopen jaren de filiaalmanagers veel autonomie gegeven maar is nu bezig om alles weer meer op centraal niveau te controleren.
A. In welke groeifase van Greiner bevindt deze onderneming zich?
B. Noem een verschijnsel van de crisis die Greiner aan het eind van deze benoemt.
C. Noem een maatregel die het management kan nemen om deze crisis onder controle te krijgen. motiveer je antwoord.

A. Groei door coordineren.
B. Bureaucratie crisis. Coordinatie wordt verbetert door taken en verantwoordelijkheden en worden duidelijk op elkaar afgestemd. Medewerkers voelen de regel en procedures als knellend en komen tot opstand. dan ontstaat bureaucratiecrisis.
C. Oplossingen zijn meer overleg, het instellen van werkgroepen en het geven van een grotere mate van medezeggenschap aan medewerkers. Medewerkers voelen zich gewaardeerd en worden gemotiveerd hierdoor.

Afhankelijk van het type bedrijf komen bepaalde soorten organisatie interdependenties meer of minder voor.
A. Leg uit welke soort interdependentie dominant zal zijn in een machinebureaucratie met een rolcultuur.
B. Motiveer waarom bij een ententestructuur sprake is van een gepoolde interdependentie.

A. Wederzijdse interdependentie. Alle functies en taken zijn regels en procedures in detail op elkaar afgestemd.
B. in een ententestructuur met weinig hierarchische sturing zijn de medewerkers met elkaar verbonden door een gezamenlijke doelstelling. Medewerkers voeren hun taken redelijk onafhankelijk van elkaar uit.

Door de snelle groei van zijn bedrijf werd het omspanningsvermogen van de directeur overschreden. Hij heeft toen een aantal organisatorische maatregelen genomen om zijn werk te verlichten. Daardoor bevindt het bedrijf zich nu in de differentiatiefase van Lievegroed.
A. Noem twee concrete voorbeelden van maatregelen die de directeur heeft genomen en die het in de differentiatiefase hebben gebracht.
B. noem een voordeel en een nadeel (gevaar) voor het management van een bedrijf dat zich in de differentiatiefase bevindt

A. Invoeren van middle managers, inschakelen van stafafdelingen en invoeren van een administratie- en rapportagesysteem, hierdoor kunnen er geen zaken worden vergeten en de omspanningsvermogen wordt niet verschreden.
b. voordeel is dat er veel geformaliseerd is (taak en functiebeschrijvingen, rapportagesysteem). een nadeel kan zijn dat er bureaucratie ontstaat. de medewerkers raken ongemotiveerd.

Om de omvang en complexiteit van de markt het hoofd te kunnen bieden heeft een groothandelsbedrijf besloten over te gaan tot decompositie. Dat bleek de enige methode om de snelle ontwikkeling te kunnen bijhouden.
A. Leg uit welke soort interdependentie het meest voor de hand ligt in een bedrijf waar sprake is van decompositie.
B. wat is het verschil tussen decompositie en de differentiatiefase van Lievegoed?

A. Gepoolde interdependentie. de verschillende eenheden werken redelijk onafhankelijk van elkaar. allen een gezamenlijke concerndoelstelling bindt hen.
B. Bij decompositie streeft het management naar onafhankelijke eenheden (divisies), terwijl de differentiatiefase van Lievegoed juist is gericht op meer centrale beheersing van werkprocessen.

Aan organisatorische veranderingen gaat vaak een proces vooraf. dat is belangrijk om de overgang naar de nieuwe organisatiestructuur goed te laten verlopen. 'unfreezing'is een fase in het veranderingsproces.
A. wat is het doel van unfreezing in een veranderingsproces?
B. Noem twee concrete activiteiten die het management van een bedrijf onderneemt in de fase van unfreezing.

A. Tijdens het unfreezing maakt het management de organisatie en medewerkers rijp voor de komende verandering.
B. voorlichtingen over de noodzaak van de veranderingen, wegnemen van weerstanden en medewerkers perspectief bieden.

Organisatieadviseurs kunnen een bijdrage leveren aan veranderingsprocessen in bedrijven. geef in dit verband commentaar op de volgende stellingen.
A. Bij toepassing van de expertrol neem het probleemoplossende vermogen van de organisatie toe.
B. een externe adviseur die de procesrol vervult, richt zich voor op analyse en verbeteren van de primaire processen in een bedrijf

A. Bij toepassing van de expertrik neemt het probleemoplossende vermogen van de organisatie toe. De adviseur gebruikt zijn middle management
B. expertise om een probleem op te lossen maar managers en medewerkers van het bedrijf leren er niets van. Stelling is onjuist. een adviseur die de procesrol vervult richt zich vooral op problemen in de sfeer van samenwerken, groepsvorming, lerend vermogen en cultuurverandering.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Algemene managementkennis | 9789057523007 | Ad Bakker, et al

Bekijk samenvatting