Antihistaminica

14 belangrijke vragen over Antihistaminica

Op wat voor plekken gaat histamine vaak op een receptor zitten?

Op de slijmvliezen zoals op de longen en in het maag darm kanaal.

H1 antagonisten blokkeren de receptoren van de gladde spieren van de bloedvaten, wat nog meer?

  1. Bronchien.
  2. Slijmvliezen.
  3. Bindweefsel in de huid.

Waar werken de H1, H2, H3 receptoren bij?

  1. H1 allergie type 1 atopie.
  2. H2 maagzuurproductie.
  3. H3 neurotransmitter.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Waar of niet waar.
Anti - histaminica kan voor meerdere situaties toegepast worden.

Dit is waar.

Noem 4 mogelijke bijwerkingen van anti histaminica.

  1. Anti-serotonerge.
    Mensen kunnen overdreven reageren.
  2. Anti-cholinerge.
    Je kunt minder scherp gaan zien en een droge mond krijgen.
  3. Anti-emetisch.
    Werkt tegen misselijkheid.
  4. Sederend.
    Je wordt er slaperig van.

Wat zijn primaire indicaties voor het gebruik van anti histaminica.
Noem er  7.

  1. Allergische rhinitis.
  2. Angio oedeem.
  3. Urticaria.
  4. Eczeem.
  5. Genees/voedingsmiddel allergie.
  6. Anafylactische shock.
  7. Insecten beet.

Hoe kan antihistaminica toegediend worden?

  1. Oraal tablet/drank.
  2. Lokaal / cutaan).
  3. Inhalatie.
  1. Druppels.
  2. Spray.
  3. I.V.
  4. I.M.

Waar wordt de toediening van anti histaminica op gebaseerd?

Afhankelijk van de leeftijd, klacht en situatie.


Waar of niet waar urticaria (galbulten) treden niet op bij een allergische reactie type  1 of bij een anafylactische shock.

Niet waar dit treed juist wel op.

Wat zijn secundaire indicaties voor het toedienen van anti-histaminica?

  1. Draaiduizeligheid.
    (Vestibulaire vertigo).
  2. Misselijkheid/braken.
  3. Slaapmiddel / sederend.
    (Mensen met jeuk rustiger krijgen).
  4. Verminderen van angst.
  5. Kindjes rustig krijgen als ze veel hoesten.

Wat zijn de 2 belangrijkste verschillen tussen de eerste generatie anti-histaminica en de tweede generatie.

De eerste generatie is sterker en werkt sederend (slaperigheid).
De tweede werkt minder sederend maar slaperigheid is niet uitgesloten.

Wat kunnen bijwerkingen zijn bij de 1e generatie antihistaminica.

  1. Slaperigheid.
  2. Nervositeit.
  3. Duizeligheid.
  4. Verstoord hartritme.
  5. Accomodatieverlies.
  6. Droge mond.
  7. Urineretentie.

Waar of niet waar.
Bij een 2e generatie H1 antihistaminica zijn er weinig tot geen reacties op het zenuwstelsel.

Dit is waar.

Waar of niet waar.
2e generatie antihistaminica H1 hoeft bij een overdosering geen kans te maken op hartritmestoornissen.

Dit is niet waar.
Bij een overdosering is er wel kans op een hartritme stoornis.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo