Startpagina / Samenvattingen / AMM - 1 / rode-geslachtelijk-bruin

Ecosystemen en adaptatie - Continuïteit van het leven

Q: Wat is de kern van geslachtelijke voortplanting?

Normaliter zijn er twee ouders van dezelfde soort betrokken bij geslachtelijke voorplanting. Bij geslachtelijke voortplanting zijn gebruikelijk eicellen en spermacellen betrokken. Aan de vorming van deze cellen gaat een bijzonder type cel- en kerndeling vooraf: meiose . Hierbij wordt in de celkern het aantal chromosomen (dragers van erfelijke informatie) gehalveerd tot het enkelvoud; de haploïde kern . Bij versmelting van eicel en spermacel wordt het diploïde aantal chromosomen weer hersteld.

4 belangrijke vragen over Ecosystemen en adaptatie - Continuïteit van het leven

Wat is de kern van geslachtelijke voortplanting?

Normaliter zijn er twee ouders van dezelfde soort betrokken bij geslachtelijke voorplanting.

Bij geslachtelijke voortplanting zijn gebruikelijk eicellen en spermacellen betrokken. Aan de vorming van deze cellen gaat een bijzonder type cel- en kerndeling vooraf: meiose. Hierbij wordt in de celkern het aantal chromosomen (dragers van erfelijke informatie) gehalveerd tot het enkelvoud; de haploïde kern. Bij versmelting van eicel en spermacel wordt het diploïde aantal chromosomen weer hersteld.

Hoe bepaalt een allel een bepaalde eigenschap?

De verschillende allelen zijn dan afkomstig van enerzijds de moeder en anderzijds de vader. Hoe bijvoorbeeld het oog van een fruitvliegje er uiteindelijk uitziet is afhankelijk van beide allelen. Twee rode allelen betekent rode ogen, twee allelen voor bruin betekent bruine ogen (homozygoten). Een rode en een bruine (heterozygoten) betekent in dit geval rode ogen. Omdat het rode allel dominant is over het recessieve bruine allel.

Welke variaties in geslachtelijke voorplanting komen voor?

Inwendige (zoogdieren, vogels, reptielen) of uitwendige bevruchting (amfibieën en vissen)
van een eicel.

Hemafroditisme.

Waar bevindt zich in cellen erfelijke informatie?

De chromosomen en in het celplasma van van de mitochondriën.

Een grote eicel (bestaande uit kern, celplasma en reservestoffen) versmelt met een zaadcel (celkern en bewegingsapparaat). Een nakomeling krijgt dus alleen erfelijke informatie uit celplasma van de moeder.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

AMM - 1

Bekijk samenvatting