Spijsverteringskanaal - Slokdarm
3 belangrijke vragen over Spijsverteringskanaal - Slokdarm
Wat kun je zeggen over de slokdarmarterien en slokdarmvenen?
- Zijn aftakkingen van de aorta descendens.
- De meeste slokdarmvenen monden uit in de vena cava superior.
- De onderste slokdarmvenen vormen anastomosen met de maagvenen. Een klein gedeelte van het uit de slokdarm afkomstige bloed komt daardoor in de poortader terecht.
De wand van de slokdarm vertoont de standaardbouw met enkele bijzondere kenmerken, welke?
- De mucosa bestaat uit meerlagig niet-verhoornend plaveiselepitheel en beschermt - mede door de slijmafgifte - tegen hete, koude, scherpe en chemische agressieve bestanddelen in het voedsel.
- De submucosa is weinig ontwikkeld en bevat alleen slijmklieren (en geen enzymproducerende klieren).
- Bij de slokdarm ligt het accent op de muscularis. Deze bestaat uit goed ontwikkelde kring- en lengtespieren.
- Ter hoogte van de bovenste vernauwing bestaat de muscularis uit dwarsgestreept spierweefsel. De rest van de spieren in de wand zijn gladde spieren.
Waar bevindt zich de faryngo-oesofageale sfincter en wat is de functie hievan?
- Bevindt zich ter hoogte van de bovenste vernauwing.
- Hij is gewoonlijk gesloten en opent zich alleen tijdens het slikken.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden