Samenvatting: An Introduction To Cognitive Psychology : Processes And Disorders | 9781841695440 | David Groome, et al

Samenvatting: An Introduction To Cognitive Psychology : Processes And Disorders | 9781841695440 | David Groome, et al Afbeelding van boekomslag
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
LET OP!!! Er zijn slechts 74 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van An introduction to cognitive psychology : processes and disorders | 9781841695440 | David Groome ; with Nicola Brace ... [et al.].

  • 1 Introduction to cognitive psychology

  • 1.1 Cognitive process

    Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Welke stadia heeft het cognitieve proces

    Input, perception, learning and memory opslag, retrieval en thinking
  • Wat is de definitie van cognitive psychology?

    Cognitive psychology is de studie waarin de manier van proces verwerking van het brein bekeken wordt. Hoe informatie van buitenaf naar binnen komt, hoe we deze informatie betekenis geven en hoe we deze informatie gebruiken.

  • Wat zijn de 4 stadia van cognitieve psychologie?

    Perceptie: de analyse van de informatie

    Learning & memory storage: wanneer van de analyse een record is gemaakt en wordt opgeslagen

    Retrieval: het terughalen van herinneringen om in een nieuwe setting gebruikt te worden

    Thinking: wanneer het terughalen van herinneringen gebruikt wordt om bij een nieuwe situaties/probleem te helpen

  • Welke 4 approaches zijn er voor cognitieve psychologie?

    Experimentele cognitieve psychologie: gebruik van experimenten om de manier van leren, herinneren en denken te onderzoeken

    Computer modelling: simulatie van bepaalde menselijke cognitieve functies bij het schrijven van een computerprogramma. Dit om te zien of een bepaald model van de hersenfuncties mogelijk is.

    Cognitieve neuroscience: het gebruik van technieken zoals brain imaging om breinactiviteiten te onderzoekn die met cognitie te maken hebben.

    Cognitieve neuropsychologie: de studie van individuelen die breindefecten hebben. Onderzoek naar cognitieve impairement is heel nuttig voor de kijk op gezonde cognitie.

  • Wat is een algemener begrip voor cognitie?

    Cognitie is een continu van informatiestroom die van input naar output verwerkt wordt door de verschillende stadia van het cognitieve proces.

  • 1.2 experimental cognitive psychology

    Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat zorgde voor een langzame start voor experimentele cognitieve psychologie?

    De stroming behaviorisme hield deze vorm van cognitieve psychologie tegen. Watson zei dat er alleen gekeken mocht worden naar de stimulus en de respons en niet naar de blackbox. Er mocht alleen naar observeerbare feiten gekeken worden. Dit zorgde voor een oncompleet beeld van de menselijke cognitie.

  • Wat is de schema theorie?

    Deze theorie werd voorgesteld door Barlett (1932). Het verwachtte dat alle nieuwe input van buitenaf eerst geanalyseerd werd met items vanuit onze memory store. Deze items heten schema's en bevatten een grote hoeveelheid sensory patterns en concepts. Ook verwacht deze theorie dat onze perceptie en herinneringen aangepast worden om in onze huidige schema's te passen. Onze perceptuele input wordt begrepen door het analyseren met onze bestaande kennis en opgedane ervaringen.

  • Hoe werken top-down en bottom-up processen?

    Neiser (1967) kwam met twee typen input processen aanzetten.

    Top-down processing bestaat uit schema's en activiteiten in de corticale gebieden die daarna naar het zenuwstelsel worden gestuurd om daar vergeleken te worden met de inkomende stimulus. Het is schema-driven/conceptually-driven.

    Bottom-up processing ontstaat in het onderste deel van het zenuwstelsel (zintuigcellen), die daarna naar boven worden gezonden, naar de corticale gebieden. Het is stimulus-driven/data-driven.

     

  • 1.4 cognitive neuroscience and neuropsychology

    Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.4
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat is het verschil tussen cognitieve neuroscience en neuropsychologie?

    Cognitieve neuroscience kijkt naar de relatie tussen breinfuncties en cognitie. Er wordt vaak gebruikt gemaakt van brain imaging techniques.

    Neuropsychologie kijkt ook naar de breinmechanismen onderliggend aan cognitie, maar kijkt hierbij naar patiënten met hersenschade.

  • Hoe werkt de theorie van Hebb (1949)?

    Hebb stelde voor dat herinneringen opgeslagen worden door het creeëren van nieuwe connecties tussen neuronen. Neuronen kunnen elkaar activeren door het versturen van neurotransmitters. Deze worden verstuurd tussen de synaptische spleet tussen twee neuronen. Ook bedacht Hebb dat wanneer een 'spoor' tussen twee neuronen vaak gelopen wordt, de connectie tussen deze twee neuronen wordt versterkt. Ook is dit spoor daarna makkelijker te belopen.

LET OP!!! Er zijn slechts 74 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart