The Labour Market Context of HRM - Studievragen

10 belangrijke vragen over The Labour Market Context of HRM - Studievragen

Kunt u (een) voorbeeld(en) geven van hoe het HR-beleid de kenmerken van de interne arbeidsmarkt van een organisatie beïnvloedt? (p. 91)

HR beleid zoals het niveau van investeringen in medewerker-training / opleiding, of er carrière paden mogelijk zijn en de mate waarin het behouden van werknemers en baan-zekerheid een prioriteit is, hebben allemaal invloed op de interne arbeidsmarkt.

Op welke wijze is een interne arbeidsmarkt een bron van motivatie of van demotivatie voor de werknemers? (p. 91)

De mate waarin in medewerkers wordt geïnvesteerd kenmerkt een interne arbeidsmarkt en werkt motiverend of demotiverend (door gebrek aan opleidingen etc). Een interne arbeidsmarkt kan voor een positief psychologisch contract zorgen.

Waarom vormt globalisatie een bedreiging voor de werking van de interne arbeidsmarkt? (p. 92)

Door toenemende internationale concurrentie gaan bedrijven andere organisatiestructuren opzetten, zoals platter worden (om snel te kunnen reageren). Deze plattere organisaties zijn een bedreiging voor interne doorgroei mogelijkheden. Er is een groter gat tussen de positie van de medewerker en de volgende positie.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Waarom is het voor een organisatie van belang om de diversiteit op de externe arbeidsmarkt goed te onderkennen? (pp. 93–94)

mensen uit diverse arbeidsgroepen hebben een andere toegang en afstand tot werk. Een andere 'segmentering' van de arbeidsmarkt is op kenmerk van de medewerker, ieder 'type'  werknemer vraagt een andere aansturen om het meest productief te zijn.
Verschillende generaties kijken anders tegen werk en commitment aan.
Ook door een goede afspiegeling van de maatschappij in dienst te hebben en om je medewerkers uit een zo groot mogelijke poel te halen, kan een bedrijf dat concurrentievoordeel geven.

De (arbeidsmarkt)omgeving van organisaties wordt complexer, dynamischer en minder voorspelbaar. Welke consequenties heeft dit voor de structuur van organisaties en voor de werknemers in die organisaties? (pp. 102-103)

Organisaties moeten ook flexibeler worden in organisatie-vorm er hun workforce. Organisaties worden kleiner en platter. Dus doorgroeien wordt moeilijker en baan-zekerheid neemt af.

In het personeelsbestand van een organisatie kunnen verschillende segmenten onderscheiden worden, zoals gebeurt in het model van Atkinson (1984). Wat is de relatie hiervan met verschillende vormen van flexibiliteit? (pp. 106-107)

Je hebt in essentie drie groepen medewerkers: 1 is de groep met de belangrijkste medewerkers met unieke kwaliteiten die echt het concurrentievoordeel bieden. 2 is een groep die belangrijke kennis / vaardigheden beschikken, maar die niet uniek zijn voor jouw bedrijf. 3. is een vervangbare groep werknemers die je wel nodig hebt om je productie te halen, maar waar je ook snel weer afscheid van wil nemen.
De eerste groep wil je pamperen en flexibiliteit benutten om het voor de medewerker aantrekkelijk te maken. Bij de vervolggroepen ligt de nadruk steeds meer op cost minimization.

Wat wordt bedoeld met de uitspraak dat 'flexibility is for the employer and of the employee' (Fleetwood, 2007)? (pp. 107-108)

Vaak delft de medewerker het onderspit. Van hem wordt een bepaalde flexibiliteit gevraagd ten gunste van de werkgever.

Waarom zadelen flexibele werkregelingen de werkgever op met een dilemma? (pp. 108-109)

Het dilemma gaat over medewerker commitment. Commitment wordt gezien als de belangrijkste factor in het bepalen van de individuele motivatie en verbeterde prestatie van een werknemer. Toch kunnen werkgevers zich terughouden opstellen om loyaliteit richting de medewerker te laten zien, omdat ze een hoge mate van flexibiliteit willen.
Ook leidt de goedbedoelde flexibiliteit (het nieuwe werken) ook tot het vervreemden van medewerkers en stress en uiteindelijk tot het verlies van deze waardevolle medewerkers.

Leg uit waarom de trend tot flexibilisering bij politici zorgt voor een conflict tussen het bewaken van economische belangen enerzijds en van de belangen van werknemers anderzijds? (pp. 110-111)

Neo-liberalen vinden dat de markt-werking boven alles gaat en dat er dus zo min mogelijk regels en zo moeten zijn. Dus weinig bescherming van werknemers.
Toch moeten overheden ook de medewerker beschermen. Dit leidt bijv tot lange gevechten over de rechten van uitzendkrachten.

Op basis van welke evidentie (indicatoren) wordt gesteld dat Quality of Working Life (QWL) afneemt of afgenomen is? (pp. 113-114). Is de analyse van de situatie in het Verenigd Koninkrijk ook van toepassing in Nederland of België?

- werkzekerheid is afgenomen
- de intensiteit van werk is toegenomen (hogere productiesnelheid etc)
- employee empowerment is afgenomen (minder invloed van de medewerker over hoe hij zijn werk wil uitvoeren).
-
Slechts 45% in NL en 35% in Be zijn tevreden met hun baan. Het mankeert met name aan salaris, health benefits en opleidingskansen.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo