The Labour Market Context of HRM - Studievragen
10 belangrijke vragen over The Labour Market Context of HRM - Studievragen
Kunt u (een) voorbeeld(en) geven van hoe het HR-beleid de kenmerken van de interne arbeidsmarkt van een organisatie beïnvloedt? (p. 91)
Op welke wijze is een interne arbeidsmarkt een bron van motivatie of van demotivatie voor de werknemers? (p. 91)
Waarom vormt globalisatie een bedreiging voor de werking van de interne arbeidsmarkt? (p. 92)
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Waarom is het voor een organisatie van belang om de diversiteit op de externe arbeidsmarkt goed te onderkennen? (pp. 93–94)
Verschillende generaties kijken anders tegen werk en commitment aan.
Ook door een goede afspiegeling van de maatschappij in dienst te hebben en om je medewerkers uit een zo groot mogelijke poel te halen, kan een bedrijf dat concurrentievoordeel geven.
De (arbeidsmarkt)omgeving van organisaties wordt complexer, dynamischer en minder voorspelbaar. Welke consequenties heeft dit voor de structuur van organisaties en voor de werknemers in die organisaties? (pp. 102-103)
In het personeelsbestand van een organisatie kunnen verschillende segmenten onderscheiden worden, zoals gebeurt in het model van Atkinson (1984). Wat is de relatie hiervan met verschillende vormen van flexibiliteit? (pp. 106-107)
De eerste groep wil je pamperen en flexibiliteit benutten om het voor de medewerker aantrekkelijk te maken. Bij de vervolggroepen ligt de nadruk steeds meer op cost minimization.
Wat wordt bedoeld met de uitspraak dat 'flexibility is for the employer and of the employee' (Fleetwood, 2007)? (pp. 107-108)
Waarom zadelen flexibele werkregelingen de werkgever op met een dilemma? (pp. 108-109)
Ook leidt de goedbedoelde flexibiliteit (het nieuwe werken) ook tot het vervreemden van medewerkers en stress en uiteindelijk tot het verlies van deze waardevolle medewerkers.
Leg uit waarom de trend tot flexibilisering bij politici zorgt voor een conflict tussen het bewaken van economische belangen enerzijds en van de belangen van werknemers anderzijds? (pp. 110-111)
Toch moeten overheden ook de medewerker beschermen. Dit leidt bijv tot lange gevechten over de rechten van uitzendkrachten.
Op basis van welke evidentie (indicatoren) wordt gesteld dat Quality of Working Life (QWL) afneemt of afgenomen is? (pp. 113-114). Is de analyse van de situatie in het Verenigd Koninkrijk ook van toepassing in Nederland of België?
- de intensiteit van werk is toegenomen (hogere productiesnelheid etc)
- employee empowerment is afgenomen (minder invloed van de medewerker over hoe hij zijn werk wil uitvoeren).
-
Slechts 45% in NL en 35% in Be zijn tevreden met hun baan. Het mankeert met name aan salaris, health benefits en opleidingskansen.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden