HRM and the individual - Managerial control
3 belangrijke vragen over HRM and the individual - Managerial control
Friedmann (1977) stelt dat organisaties kunnen kiezen uit twee "logics of control" voor het managen van mensen, afhankelijk van de aard van het product en de arbeidsmarkt:
1. Direct control: nadruk op een laag vertrouwen niveau, strikt toezicht en taakomschrijving. Komt overeen met scientific management.
2. Responsible autonomy: nadruk op hoge mate van vertrouwen, hoge mate van commitment. Mensen zijn zelfsturend. Meest geschikt voor het besturen van professionals of kenniswerkers.
2. Responsible autonomy: nadruk op hoge mate van vertrouwen, hoge mate van commitment. Mensen zijn zelfsturend. Meest geschikt voor het besturen van professionals of kenniswerkers.
Edwards (1979) heeft een analyse ontwikkeld door twee "structural" strategieën voor controle te identificeren:
1. Technical control: de controle is in de machinerie en technologie ingebakken, komt overeen met de lopendeband systeem van Ford.
2. Bureaucratic control: betreft control via de afscheiding van verantwoordelijkheden, de interne arbeidsmarkt en carrière structuren. Dit zie je eigenlijk terug binnen alle organisaties.
2. Bureaucratic control: betreft control via de afscheiding van verantwoordelijkheden, de interne arbeidsmarkt en carrière structuren. Dit zie je eigenlijk terug binnen alle organisaties.
Handy (1976) definieert drie types psychologisch contract (ook buiten de werksfeer om):
1. Coercive: (dwang). De meerderheid domineert de minderheid. Oefenen controle uit door regels en straf.
2. Calculative: het contract wordt vrijwillig aangegaan, maar de controle daarover wordt onderhouden door management en macht en wordt uitgedrukt in de mogelijkheid om de gewenste beloningen uit te delen aan het individu
3. Co-operative: de individu vereenzelvigd zich met de doelen van de organisatie. De moeite die iemand wil doen wordt bepaald door de mate waarin de individu input heeft in het vaststellen van de organisatie doelen (eigenaarschap).
(Past bij de high-commitment modellen van HRM).
2. Calculative: het contract wordt vrijwillig aangegaan, maar de controle daarover wordt onderhouden door management en macht en wordt uitgedrukt in de mogelijkheid om de gewenste beloningen uit te delen aan het individu
3. Co-operative: de individu vereenzelvigd zich met de doelen van de organisatie. De moeite die iemand wil doen wordt bepaald door de mate waarin de individu input heeft in het vaststellen van de organisatie doelen (eigenaarschap).
(Past bij de high-commitment modellen van HRM).
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
