Managing performance - Studievragen

9 belangrijke vragen over Managing performance - Studievragen

Hoe kunnen managers invloed uitoefenen op het functioneren van medewerkers? Geef aan welke mechanismen daarbij van belang zijn. (pp. 186-187)

Ze kunnen invloed uitoefenen op de drie dimensies van performance
1. Ability (door de juiste werving en selectie en opleiding van mensen)
2. Motivation (door het juiste 'reward management')
3. Opportunity (door job design en medewerker communicatie en betrokkenheid.

Dit gaat niet rechtstreeks naar de medewerker maar wordt beinvloed door de rol die de manager speelt, de effectieve implementatie van HR beleid, medewerker commitment en job satisfactie.

Geef aan wat bedoeld wordt met het optimaliseren van (arbeids)prestaties. Wat kunnen managers doen om hun medewerkers ervan te overtuigen dat hun functioneren belangrijk is voor het bereiken van de doelstellingen van de organisatie? (pp. 187-189)

Optimaliseren van (arbeids)prestaties = performance management.
PM vertegenwoordigd de range aan HRM activiteiten die de medewerker in staat stellen, aanmoedigen, coordineren en ondersteunen bij hun inspanning om hun doelstellingen te behalen, deze inpspanningen te monitoren, meten en belonen en - uiteindelijk - om bij te dragen aan het lange termijn succes van de organisatie.
Dit begint op strategisch niveau, waar "the big picture" wordt geschetst.

Er zijn vier soorten hefbomen (‘levers’) die in een organisatie gebruikt kunnen worden om het functioneren te verbeteren. Welke zijn dit? Geef voorbeelden bij elke soort. (pp. 187-189)

1. Top management: consistente boodschappen uitzenden dat sr mngrs de werkvloer waarderen, duidelijke missie, normen en waarden uitstralen
2. Organisational: zelfsturende teams, plattere organisatie, neerhalen van "muurtjes", etc
3. Human resource: investeren in skill building, profit-gain sharing, competentie-based HR systemen, etc.
4. Supervisory: job rotation, flexibele werkschema's, feedback, teamwork, coaching, etc.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Welke twee benaderingen zijn er op het gebied van het meten van het functioneren? Bespreek beide benaderingen. (p. 194)

1. Meetbare output "tellen".
2. Performance levels in het algemeen meten. Als je geen absolute aantallen kunt tellen. Je bekijkt dan het niveau van iemands functioneren. Wordt steeds populairder. Je kijkt naar houding en gedrag, kennis en vaardigheden, etc.

Er is een aantal criteria waaraan doelstellingen voor het functioneren moeten voldoen. Zo wordt vaak gezegd dat de doelstellingen SMART geformuleerd moeten zijn. Wat wordt daarmee bedoeld? Welke andere criteria worden er in dit hoofdstuk genoemd? (p. 196)

SMART: specific, measurable, attainable, realistic and time bounded.
Flexibel (bij veranderende omstandigheden, aanpassen van doelstelling)
Equitable: meetbaar en gelijk voor alle medewerkers
auditable: ondersteunen beslissingen rondom belonen.
agreed: de mw en mngr zijn het met elkaar eens over de doelstellingen.

Het functioneringsgesprek (‘performance appraisal’) is zowel de start als het eindpunt van de performance-managementcyclus. Geef aan wat de verschillende rollen van HR-managers en van lijnmanagers zijn bij functioneringsgesprekken. Geef ook aan welke belangrijke elementen in een functioneringsgesprek aan de orde komen. Wat is de rol van het functioneringsgesprek voor de werknemer en de manager? (pp. 196-197)

De lijnmanager voert het gesprek, de HR manager zorgt voor de structuur / vorm / template van het gesprek.
Elementen:
measurement: prestatie afzetten tegen de doelstelling
feedback
positive reinforcement: benadrukken wat goed ging en alleen opbouwende kritiek
exchange of views: hoor en wederhoor
agreement: het er over eens worden wat moet gebeuren om prestaties te verbeteren.

Van diverse kanten is er kritiek op het voeren van functioneringsgesprekken gekomen. Bespreek de belangrijkste punten van kritiek. (pp. 198-199)

1. ze zijn niet onpartijdig / objectief.(bias, favouritism en inconsistency)
2 er worden 'organisational games' gespeeld waarbij slechte performers worden gestraft om anderen 'angst aan te jagen en daardoor beter te laten preseteren".
3 beoordelingen kunnen leiden tot een te zware belasting van mensen.

Bespreek de verschillende vormen van evaluatie die in dit hoofdstuk aan de orde komen. (pp. 200-201)

360 graden: met name als de teamleider onvoldoende contact heeft met alle medewerkers om individuele beoordelingen te kunnen houden. Betrekken van externen kunnen helpen om de focus op de klant te houden, betrekken collega's kunnen teamwork initiatieven versterken.
peer appraisal: met name als het moeilijk is om te beoordelen op kwantitatieve output. Directe collega's hebben de kennis van het vak in huis om iemand te beoordelen.
Upward appraisal: je geeft feedback op je manager zodat hij zich ook kan ontwikkelen.

Kunt u een aantal potentiële problemen of valkuilen aangeven die gerelateerd zijn aan performance management? Ga ook in op ethische aspecten van performance management. (pp. 204-205)

Problemen zijn in twee groepen in te delen:
de structuur / implementatie en uitvoering.

De ethnische problemen doen zich voor vanwege het feit dat PM een middel is om individueel gedrag te sturen. Maar dit middel ligt doorgaans in de handen van de happy few. Procedural fairness is dus een groot goed. Ook moet er ruime mogelijkheid zijn voor de beoordelen om het proces te bekijken en om bezwaar te maken tegen de uitkomst.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo