Samenvatting: An Introduction To Moral Philosophy Second Edition | 9780393428179 | Wolff, et al
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van An Introduction to Moral Philosophy Second Edition | 9780393428179 | Wolff, Jonathan
-
1 Moral philosophy and moral reasoning
Dit is een preview. Er zijn 20 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Methodologie bij het aanpakken van moral philosophy kan verdeeld worden in 4 gebieden:
1. Formal logic
2. Informal logic
3. Gedachte experimenten en morele intuïties
4. Special moral arguments -
2 Cultural Relativism
Dit is een preview. Er zijn 9 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
Culturele relativisten gaan tegen Plato in met de bewering dat
Iedereen dingen ziet vanuit het perspectief van zijn of haar eigen cultuur. Volgens Culturele relativisten is er geen ultiem goed of fout en is het arrogant om te denken dat jouw cultuur de echte waarheid is. -
5 Religion and Natural Law
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 5
Laat hier meer flashcards zien -
The Euthyphro dilemma – Plato
Beveelt God deze regels omdat ze goed zijn, of zijn ze goed omdat God ze heeft bevolen? Als God de regels beveelt omdat ze goed zijn, dan moet er een notie van goedheid zijn die onafhankelijk is van Gods beveel. Als alternatief, als de regels goed zijn omdat God ze bevolen heeft, dan blijven Gods bevelen onbelemmerd, en hij zou de meest verschrikkelijke dingen kunnen bevelen en daardoor zouden ze goed worden. -
8 Utilitarianism: Bentham and Mill
Dit is een preview. Er zijn 12 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 8
Laat hier meer flashcards zien -
Interpersonal comparisons of utility
Het geluk van een persoon meten en vergelijken met dat van een ander. -
9 Challenges for Utilitarianism
Dit is een preview. Er zijn 13 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 9
Laat hier meer flashcards zien -
Scapegoating objection (Zondebokkenbezwaar)
Het bezwaar tegen consequentialistische theorieën dat ze praktijken als het straffen van onschuldige mensen kunnen toestaan als het algehele goed wordt gemaximaliseerd. -
Utilitarisme op twee niveaus (two-level utilitarianism)
Vormen van utilitarisme die het utilitarisme van heer en daad proberen te combineren in één enkele visie. -
Overheidshuisutilitarisme (government house utilitarianism)
De theorie dat, hoewel utilitarisme waar is, geluk zal worden gemaximaliseerd als gewone mensen wordt geleerd dat het niet waar is; de waarheid is voorbehouden aan de morele elite. -
11 Challenges for Kantian Ethics
Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 11
Laat hier meer flashcards zien -
Formulations of the supreme principle of morality
- Kant is op zoek naar het uiterste principe van moraliteit dat altijd geldig is.
- De eisen van moraliteit moeten categorisch zijn.
- in het uiterste principe van moraliteit zit de categorische imperatief.
- Kant is op zoek naar het uiterste principe van moraliteit dat altijd geldig is.
-
Kingdom of ends (koninkrijk van eindes)
- Benadrukt dat iedere persoon zowel
leider is alsgeleid wordt watmoraliteit betreft. - Moraliteit is een systeem van wetten dat ieder persoon (als rationeel wezen) creëert en al die personen met elkaar bindt.
- Het doel van deze formule: nadenken welke morele wetten jij zou willen, indien deze absoluut bindend waren, vanuit een universeel perspectief nadenken.
- Benadrukt dat iedere persoon zowel
-
Moral principles, Race and Gender
- Je zou denken dat Kant's ideeën dingen als dominante vormen van huwelijk, slavernij en onrechtmatige arbeidsovereenkomsten uit zou sluiten (omdat we anderen nooit als middelen voor onze eigen doelen mogen gebruiken.
- We zien echter het tegenovergestelde. Kant geloofde dat alleen witte mannen als morele subjecten konden handelen. Hij was tegen het vrouwenstemrecht, omdat ze economisch niet zelfvoorzienend waren.
- Kant geloofde in de hiërarchie van de rassen, met de witte Europeanen bovenaan en de andere rassen daaronder geordend. Kant geloofde niet dat er gelijkheid zou komen.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden