Samenvatting: Analyse 2
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Analyse 2
-
2 Assumpties van de toetsen
Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
Hoe weet je of een steekproef aselect is?
Datlees je af aan het onderzoek, bijvoorbeeldrandomisering ofalesect -
Hoe kan je zien of de steekproef normaal verdeeld is? Wat moet je doen als hij niet normaal verdeeld is?
Door een histogram of een boxplot. Kleiner dan 30 is pas een probleem. <30 is een andere test pakken -
Wat zijn de assumpties voor de T-toets voor onafhankelijke steekproeven
- Twee
steekproeven met onderling onafhankelijkescores
variabele is vaninterval /ratiomeetniveau
3. De afhankelijkevariabele is in elkepopulatie normaal verdeeld.
4. Metgelijke (maaronbekende )variantie . - Twee
-
Wat zijn de assumpties van de Mann-Whitney-toets?
- Steekproeven zijn onafhankelijk
- Steekproeven zijn op aselecte wijze getrokken
- Scores op de afhankelijke variabele zijn van tenminste ordinaal meetniveau
-
Wat zijn de assumpties van de wilcoxonrangtekentoets?
- Paren van scores zijn onafhankelijk (de steekproef van cases met paren is op aselecte wijze tot stand gekomen)
- Scores op de afhankelijke variabele zijn van tenminste ordinaal meetniveau
-
Wat zijn de assumpties voor de Pearson correlatiecoëfficiënt?
- Samenhang = lineair
- paren x en y onafhankelijk (aselect)
- minimaal interval
- bivariaat normaal
- Homoscedasticiteit
- Samenhang = lineair
-
Wat zijn de assumpties voor de Spearman rangcorrelatie?
Monotoniciteit (scores lopen op of af)
Scores zijn minimaal ordinaal -
Wat zijn de assumpties van de regressiecoefficienten?
- De samenhang tussen tussen de onafhankelijke variabelen en de afhankelijke variabele is lineair
- Waarnemingen zijn onafhankelijk, ofwel: er is een aselecte steekproef van cases getrokken
- Scores zijn van tenminste interval meetniveau (een dichotome onafhankelijke variabele, met slechts 2 mogelijke waarden, kan ook)
- Residuen zijn normaal verdeeld voor alle waarden van Y’
- Homoscedasticiteit: de residuele variantie (spreiding van residuen) is gelijk voor alle waarden van Y’
- Onafhankelijke variabelen mogen niet te sterk samenhangen (multicollineariteitsprobleem)
-
3 Onderzoeksvoorbeeldvragen
Dit is een preview. Er zijn 16 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
Laat hier meer flashcards zien -
Bij dit voorbeeld: welke toets neem je en waarom?Vraagstelling: Verschillen meisjes tussen 10 en 15 jaar gemiddeldvan jongens in de mate van depressieve symptomen?• Wie? Twee onafhankelijke populaties: jongens en meisjes• Wat? Depressieve symptomen gemeten op intervalschaal (1-10)• Steekproef: N = 69 (33 meisjes, 36 jongens)• Onafhankelijke variabele: geslacht• kwalitatief, twee categorieën (jongens, meisjes)• Afhankelijke variabele: depressieve symptomen• kwantitatief (intervalniveau)6
EenT-toets voor onafhankelijkesteekproeven om dat het onafhankelijke groepen zijn -
Een onderwijskundige onderzoekt het verband tussen de capaciteit van het kortetermijngeheugen (gemeten met 'Digit Span') en het snel kunnen oplezen van woorden (aantal correct gelezen woorden op een woordenkaart). De onderwijskundige verwacht een positief verband. Welke test hoort hierbij?
T-toets Pearson correlatie
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden