Neerslagvorming als kristallijn en colloidaal verschijnsel - het verband
4 belangrijke vragen over Neerslagvorming als kristallijn en colloidaal verschijnsel - het verband
Colloidale neerslag bekomen met kiemvorming
- kiemen onstaan als er voldoende reagentia aanwezig zijn, oververzadiging
- als er kiemen zijn en er wordt zeer veel reagens ineens toegevoegd dan, is Q (ogenblikkelijke conc) zeer hoog en de relatieve verzadiging Q-s//s ook heel hoog
- dus v kieming > V aangroei
- veel kiemen maar weinig aangroei
- colloidale neerslag
Kristalijnneerslag bekomen met kiemvorming
- kiemen zijn aanwezig
- relatieve oververzadiging Q-s/s en Q worden klein gehouden
- Vaangroei>kieming
- kristallijne neerslag
Aanpak kristallijne neerslag
- Q-s/s moet klein zijn
- oplossing sterk verdunnen > Q klein
- neerslag vormen bij hoge temperatuur - S= groot
- temp langzaam laten dalen om maximale neerslag te bekomen
- Q-s is tijdens afkoeling klein
- neerslag vormen bij Ph waarbij oplosbaarheid maximaal is
- langzaam pH veranderen naar pH waarde waar oplosbaarheid minimaal is
- Digereren van de neerslag om grootte korrels te bekomen
- reagens traag in oplossing laten onstaan
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat is digereren van de neerslag?
- = om korrelgrootte te verbeteren
- door neerslag enige tijd bij een verhoogde temp in contact te laten met vloeistof waaruit hij gevormd is
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden