Vrije onderste lidmaat II - De beenverbindingen
9 belangrijke vragen over Vrije onderste lidmaat II - De beenverbindingen
Geef een beschrijving van de stand van de betrokken beenderen
- De de diaphysen van de femur en tibia vormen een hoek van 160-170 graden als gevolg van verbreding van het bekken.
- De hoek is bij vrouwen
- As van de dij normaal verticaal en die van het onderbeen is in zijn verlenging, zijn dus evenwijdig
- Afwijkingen: o-benen(genu varum) x-benen(genu valgum)
Uit welke drie beenderen is het art genu opgebouwd?
Beschrijving facies articularis van de tibia:
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Beschrijving facies articularis van de femur:
- Van de femur zijn dit de condyli medialis en lateralis
- Lateraal aanzicht vormen ze een spiraalvormige gewrichtsoppervlakte met vlakke deel vooraan een convexe deel achteraan
- ze herenigen zich ventraal in de facies patellaris waarvan de buitenste helling schuiner en breder is dan de binnenste
- condylus medialis is hoger dan de lateralis waardoor de gewrichtsspleet horizontaal blijft.
- condylus lateralis is dorsoventraal langer dan de medialis.
Beschrijving facies Articularis van de patella:
- Facies articularis is lateraal breder dan mediaal
- dikste hyalien kraakbeen van het hele lichaam, maar kan wel degenereren.
Geef de O en I van de lig cruciata genus:
- O: area intercondylaris anterior op de tibia, tussen de aanhechting van de menisci
- I: binnenkant van de condylus lateralis van de femur
Lig. Cruciatum posterior: intern
- O: area intercondylaris posterior op de tibia, achter de insertie van de menisci
- I: laterale kant van de condylus medialis
Geef kenmerken van de kruisbanden(crusiata genus):
- Kruisen elkaar licht in rusttoestand van de knie
- Voetpunt naar buiten: parasagittaal (parallel)
- Voetpunt naar binnen: tegen elkaar aangedrukt
- Ze zijn de enige banden met een dorsoventrale componente in hun verloop
Wat is de werking van de cruciata genus?
- Endorotatie knie: doordat ze elkaar overkruisen, bij exorotatie liggen zij meer parallel
- Abductie en adductie: door hun centrale ligging
- Dorsoventrale translatie van de tibia t.o.v. de femur
Geef een beschrijving van de liggen van het capsula articularis genu
- Membrana fibrosa als een brede mof rond het gewricht, hecht aan op de convexiteit van de menisci
- tibia: aanhechting licht abnormaal, verloopt langs de kraakbeenrand
- femur aanhechting sterk abnormaal: ventraal zeer hoog, laat mediaal en lateraal de condylen vrij, reikt achteraan tot boven de beide condyli maar minder hoog dan vooraan
- Patella: ligt in een ventraal venster van de capsula normaal vast; op de kraakbeenrand.
- De membrana synovialis sluit al wat geen kraakbeen is buiten de gewrichtsholte
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden