Samenvatting: Anatomie & Fysiologie & Pathologie La2
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Anatomie & fysiologie & pathologie LA2
-
Anatomie & fysiologie & pathologie
Dit is een preview. Er zijn 27 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 05/02/2016
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is de functie van intrinsic factor?
(endogene factor = in het lichaam gemaakt)
Deze stof, een glycoproteïne, is noodzakelijk om de vit b12 in het voedsel (extrinsic factor = van buiten het lichaam afkomstig) naar het bloed te transporteren. De instrinsic factor (IF) vormt met vit B12 het IF-B12- complex, dat via de darmwand geabsorbeerd wordt. -
Wat voor functie heeft pepsine?
Splitst eiwitten in kleinere polypeptidenketens. Pepsinogeen (niet actief voorstadium van pepsine) zorgt er voor dat eigen maagwandcellen niet afgebroken worden. -
Wat voor functie heeft slijm in maagsap?
vormt een beschermende laag. Ondoordringbaar voor pepsine en zoutzuur; Zorgt ervoor dat voedsel de wand niet beschadigd. -
Wat zijn de secreties van de maagklieren?
Pariëtale cellen: Geven HCI (zoutzuur) en intrinsieke factor af.
Hoofdcellen: Produceren pepsinogeen ( een inactief enzym) HCI activeert pepsinogeen zodat pepsine ontstaat.
Slijmcellen: Produceren slijm.
endocriene cellen: produceren gastrine, een hormoon. -
Regulering van activiteit van de maag
Cefalische fase: CZS bereid de maag voor om voedsel te ontvangen.
Gastrische fase: Begint als de voedsel de maag binnenkomt.
Intestinale fase: Reguleert de snelheid waarmee de maag zich leegt. -
Wat zijn de kenmerken van de dunne darmwand?
Het slijmvlies heeft een aantal transversale plooien. de plicae circulares. de plicae hebben kleine uitstulpingen, de villi(darmvlokken). Deze vergroten samen de opnameoppervlak van het slijmvlies en vertragen de stroom van chymus. elke darmvlok heeft een lymfecapillair (chylustvat) -
Waar bestaat pancreas sap uit?
-water: oplos en verdunmiddel
-slijm: beschermlaag
-Natriumcarbonaat: Brengt pH omhoog.
-Amylase: van poly- naar disachariden.
-Lipase: splitst vetten in glycerol en vetzuren.
-Trypsinogeen: eiwit splittende enzym trypsine. -
Hoe verloopt het verteringsproces in de dunne darm? Intestinum tenue.
Het merendeel van de vertering door enzymen en opname vind in de dunne darm plaats. De verteringsenzymen en buffers worden afgegeven door:
-Pancreas
-Lever
-Galblaas. -
Benoem de vorm en functie van cecum. (blinde darm)
-Verzameling van opslag van materiaal uit het ileum,.
-Begint met verdikking.
-Loopt uit in wormvormig aanhangsel (appendix vermiforme) -
Benoem de vorm en functie van de colon
-Grotere diameter en dunnere wand dan de dunne darm.
-Heeft haustra (uitstulpingen)
-Heeft taenia coli (lange banden van glad spierweefsel.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden