Bloed en ademhaling - Bloed - Bloedgroepen

17 belangrijke vragen over Bloed en ademhaling - Bloed - Bloedgroepen

Welke twee bloedgroepstelsels komen er bij de mens voor?

- het AB0-stelsel
- het resusstelsel

Wat ontdekte  de Oostenrijkste arts Karl Landsteiner in 1900?

Dat er, gebonden aan de rode bloedcellen, twee bloedgroeifactoren kunnen voorkomen; de factor A en de factor B. A en B zijn beide antigenen. In het bloedplasma kunnen antistoffen voorkomen die gericht zijn tegen deze antigenen, namelijk antistoffen Anti-A en Anti-B. OP grond van het voorkomen van de antigenen en de antistoffen kunnen we binnen het ABO-stelsel vier bloedgroep onderscheiden. Bloedgroep A,B, AB en O

Leg uit waarom men bij bloedtransfusie uitsluitend bloed met dezelfde bloedgroep toedient

In het bloed van de ontvanger kunnen antistoffen aanwezig zijn tegen bloedcellen van een andere bloedgroep. Als dit het geval is gaan deze bloedcellen door de antistoffen klonteren. Er ontstaan bloedproppen waardoor de patiënt kan overlijden.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Bloedgroep B komt het meeste voor in Nederland. Waar/niet waar

Niet waar, bloedgroep 0 komt het meeste voor

Bloedgroep AB (3% in NL) kan bloed ontvangen van ...
Welk antistof bevat deze bloedgroep?

A en B
Bevat geen antistof in het bloedplasma
Bevat Anti A en Anti B gen in de rode bloedcel

Waarom is het belangrijk dat we weten dat er bloedgroepen bestaan en wie welke heeft?

Vanwege bloedtransfusies

Leg in het kort uit wat de antigenen in de bloedgroep(en) inhoudt.

Bloedgroep A heeft antigenen B
Bloedgroep B heeft antigenen A
Bloedgroep AB heeft geen antigenen omdat deze bloedgroep deeltjes van beide bloedgroepen bezit.
Bloedgroep 0 heeft geen anti A en geen Anti B

Voorbeeld iemand met bloedgroep A kan met bloeddonatie geen bloed ontvangen van iemand met bloedgroep B. Omdat bloedgroep A geen deeltjes bevat die in bloedgroep B voorkomen. A zal dan de antigenen van B aan gaan vallen omdat deze niet worden herkend. Het bloed zal dan gaan stollen.

Een patient met de bloedgoep AB kan alle bloedgroepen ontvangen. Waar/niet waar

Waar, er zitten geen antistoffen in AB

Benoem de stappen die  er gebeuren als RH+ afgeeft aan RH-

* Voor RH- is bloed van RH + vreemd bloed> omdat antigeen D bevat
*Patient maak antistoffen aan
*Als gevolg dat de DNA gedurende weer een booster van RH +  heeft dan de dood als gevolg
*Rode  bloedcellen afgebroken ivm vorige transfusie .

Wat gebeurt er wanneer resuspositief bloed gegeven wordt aan een patiënt die resusnegatief is?

Voor zo'n patiënt is resuspositief bloed vreemd, omdat de binnenkomende cellen de stof D bevatten die hij niet heeft. Dit heeft tot gevolg dat de patiënt na enige tijd resusantistoffen (anti-D) gaat maken. Wanneer deze patiënt geruime tijd later nog een resuspositief bloed krijgt, dan kan dit voor hem levensbedreigend zijn. Immers de binnenkomende rode bloedcellen met daarop het antigeen D worden dan afgebroken door de antistoffen die reeds aanwezig zijn. Dit leidt dan tot ernstige transfusiereacties bij de patiënt die soms fataal kan zijn.

Leg uit wat de proces is bij een resus transfusie bij een zwangerschap?

* RH + kind ontwikkelt in de baarmoeder van RH- moeder.
* Tijdens het geboorte komen er scheurtjes in de placenta. Bloed van het kind komt in de bloedsomloop van de moeder.
* Groter kans als vader RH + is.
* Na geboorte maakt moeder antigenen aan. Blijft in bloed criculeren ( 3maanden)
* volgend zwangerschap  kind weer RH+
* rode bloedcellen ongeboren kind afbreken > gevolg bloedarmoede en hersenen worden aangetast.
* Hoeveelheid bilirubine , rode bloedcellen gaan in afbraak
* Bij geboorte lichamelijk en of verstandelijke beperking
*(soms) sterfte

Wat gebeurt er wanneer een resuspositief kind zich ontwikkeld in de baarmoeder van een resusnegatieve moeder?

De kans hierop is groot als de vader Rh+ is. Tijdens de geboorte kunnen er scheurtjes in de placenta ontstaan waarlangs een beetje bloed van het kind de bloedsomloop van de moeder kan komen. De moeder zal in dat geval enkele dagen na de geboorte beginnen met het maken van resusantistoffen (anti-D). Deze resusantistoffen zullen altijd in haar bloed blijven circuleren.

Beschrijf hoe het middel wordt gebruikt om de resus transfusie van het moeder en het kind bij het volgend zwangerschap te laten voorkomen?

Rh- moeder  krijgt 24 uur na het geboorte RH+ kind spuiten ze het antigenen D bij de moeder. Dit blijft maanden circuleren in het bloed van de moeder. Zo krijgt het volgend kind geen last.

Wat gebeurt er bij een tweede zwangerschap?
(bij Rh+ en Rh-)

Wanneer bij een volgende zwangerschap het kind weer Rh+ is, zullen de resusantistoffen van de moeder tijdens de zwangerschap de rode bloedcellen van het ongeboren kind gaan afbreken. Het ongeboren kind gaat dan aan bloedarmoede lijden. Bovendien worden de hersenen van het ongeboren kind aangetast door de grote hoeveelheid bilirubine die vrijkomt bij de afbraak van rode bloedcellen.

Waarom is de kennis van de  resusfactor zowel van belang bij bloedtransfusie als ook bij zwangerschap?

In 1940 werd de resusfactor ontdekt. Gebleken is dat ongeveer 85% van alle mensen het antigeen D (het reusantigeen) bezit, eveneens gebonden aan de rode bloedcellen. Deze mensen zijn resuspositief/Rh+. Bij ongeveer 15% van alle mensen ontbreek het antigeen D. Deze personen zijn daarom resusnegatief/Rh-.

Wat is het gevaar wanneer je resusnegatief bent en het kind resuspositief tijdens de tweede zwangerschap?

De moeder heeft na de eerste zwangerschap resusantistoffen gemaakt wat een gevaar vormt voor het tweede kind. Er kan bloedarmoede voor het kind ontstaan

Hoe wordt het probleem opgelost bij een moeder met Rh- en een ongeboren kind met Rh+?

Dit gebeurt door de resusnegatieve moeder binnen 24 uur na de geboorte van het resuspositieve kind in te spuiten met anti-D. Hierdoor worden de binnengedrongen cellen waarop zich het antigeen D bevindt, afgebroken. De moeder zal als gevolg hiervan zelf geen antistoffen produceren omdat de prikkel hiertoe, namelijk de rode bloedcellen met de vreemde stof D, verdwenen zijn. De ingespoten hoeveelheid anti-D blijft slechts enkele maanden circuleren zodat een volgend kind hiervan geen last ondervindt.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo