Motorisch stelsel - spieren - spieren van de extremiteiten
8 belangrijke vragen over Motorisch stelsel - spieren - spieren van de extremiteiten
Hoe zien de spieren van de bovenste extremiteiten eruit?
Spieren die de schoudergordel ten opzichte van de romp bewegen zijn
De m. pectoralis minor (kleine borstspier), doet het schouderblad naar voren kantelen, hulpademhalingsspier, doordat hij de ribben naar boven trekt.
text-alignDe 2e is de m. trapezius (trapeziumvormige spier), monnikskapspier. Fixeert het schouderblad. Hiemee kun je het schouderblad omhoog en omlaag trekken.
Spieren die de bovenarm ten opzicht van de romp bewegen, zijn
2e is de m. latissimus dorsi (brede rugspier). Trekt de bovenarm naar binnen en naar achteren. Bij het naar achter trekken is hij de antagonist van de grote borstspier.
De 3e is de driehoekige m. deltoideus (deltaspier). Maakt endorotatie en exorotatie mogelijk, abductie en adductie en voor- en achterwaartse heffing van de bovenarm mogelijk.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Spieren die de onderarm ten opzichte van de bovenarm bewegen, zijn
Zijn antagonis is de m. triceps brachii (driehoofdige bovenarmspier). Tricpes zijn de antagonisten van de biceps en strekt de onderarm (extensor).
Spieren die de hand en vingers ten opzichte van de onderarm bewegen, zijn
Er zijn 2 spiergroepen die de hand en vingerbewegingen mogelijk maken, 2 aan de dorsale kant en 2 aan de ventrale kant, dorsaalflextoren en palmairflextoren. zijn elkaar antagonisten.
Spieren die de bovenbeen ten opzichte van de romp bewegen, zijn
De antagonisten van de grote bilspier zijn de m. iliacus (darmbeenspier) en de m. psoas (lendenspier). Vanwege hun gemeenschappelijke verloop en een zelfde werking worden ze meestal als een spier beschouwd de m. iliopsoas. De spier buigt het heupgewricht en laat het bovenbeen voorwaarts zwaaien, endoroteren en adduceren.
Spieren die het onderbeen ten opzichte van de bovenbeen bewegen, zijn
Dit zijn de m. biceps femoris (tweehoofdige dijspier), de m. semitendinosus (halfpeesachtigespier) en de m. semimembranosus (halfvliezigespier). Staan bij de meeste mensen bekend als de hamstrings. Zijn de flexoren van het onderbeen.
Spieren die de voet en de tenen ten opzichte van het onderbeen bewegen, zijn
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden