Het cardiovasculair stelsel - bloedvaten

7 belangrijke vragen over Het cardiovasculair stelsel - bloedvaten

Beschrijf de aorta descendens, het thoracale gedeelte

  • arteriae bronchialis voorzien de longen van O2 = voedende bloedsomloop. Dit is dus het verschil met de truncus pulmonalis die zuurstofarm bloed= functionele bloedsomloop = kleine circulatie. De gasuitwisseling gebeurt via deze bloedsomloop.
  • deze gaan langs de ribben naar de arteria intercostales
  • er zijn takken voor pericard, bovenste deel van het middenrif , mediastinum

Beschrijf de aorta descendens, het abdominale gedeelte

  • truncus coeliacus die takken heeft de arteria hepatica (lever), de arteria gastrica (maag) en de arteria lienalis (milt)
  • Meer naar onder bevindt zich de arteria mesenterica superior
  • Meer naar onder bevindt zich de arteria renalis
  • Ten slotte heb je de arteria mesenterica inferior

Waarin splitst de aorta descendens zich verder in beneden

Het splitst zich in de arteria iliaca communis (links en rechts) Deze splitst zich in de arteria iliaca interna (bekkenorganen) en de arteria iliaca externa die dan overgaat in de arteria femoralis die dan overgaat naar de arteria tibialis (scheenbeen) en arteria fibularis (kuitbeen)
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat is de veneuze bloedafvoer?

  • in de venen zijn er kleppen voorzien
  • veneuze terugvloei:
- spierpomp (gaan is beter dan staan)
- arteriele polsgolf
- inademen zuigt het bloed naar het hart:
  door verminderen van de druk op de centrale venen leidt dit tot betere vulling van de voorkamers met als gevolg versnellen van de pols
  wie slecht ademt heeft een vertraagde veneuze terugvloei waardoor de bloedstroom vertraagt en er kans is op trombosevorming

Wat zijn diepe venen

ze hebben meestal dezelfde naam als de slagaders waar ze dichtbij lopen
behalve de vena jugularis = halsvene

Wat gebeurt er een vertraging van de bloedstroom in de venen

er is trombosevorming, dit leidt tot een ontsteking van de aderwand=tromboflebitis. Wanneer de trombose loskomt noemt men dit een embool. Een embool uit de veneuze kant van de grote circulatie raakt klem in de longen: longembool
De weg die zo'n embool aflegt is via de vena saphina magna, vena femoralis, vena iglia externa, vena iliaca communis, vena cava inferior, rechteratrium, tricuspidalisklep, rechterventrikel, pulmonalis klep, arteria pulmonalis komt terecht in de longen en zet zich dan vast in een van de takjes

Wat is het perifere effectormechanismen

  • warmteproductie wanneer het te koud is
- minder afkoelen: perifere vasoconstrictie (men ziet bleek)
- meer warmteproductie: rillen = spieractiviteit vraagt ATP dus meer verbranding van glucose met als bijproduct warmte
- schildklier stimuleert het metabolisme: meer glucoseverbranding dus meer warmte
  • warmteafgave wanneer het te warm is
- meer afkoelen door perifere vasodilatatie (men ziet rood)
- zweten: elke druppel die verdampt onttrekt warmte aan het lichaam
- uitademen van warme, vochtige lucht

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo