Het circulatiestelsel | het cardiovasculaire stelsel - De bloeddruk

15 belangrijke vragen over Het circulatiestelsel | het cardiovasculaire stelsel - De bloeddruk

Wat is arteriële hypertensie?

Dan staat er teveel druk op de wand van de slagaders die aftakken van de aorta.
Maar kan ook:
1. Portale hypertensie (hogere druk op de vena porta) 
2. Pulmonale hypertensie (hoge druk op de long aders)
3. Stijging van de centraal veneuze druk (C.V.D.) hersenen.
4. Colloïd osmotische druk (albumine).

Met betrekking tot de vullingstoestand van de vaten (het bovenste gedeelte van het schema) en dan het bloedvolume, waardoor kan het bloedvolume dalen?

1. Verlies van bloed door een bloeding tijdens operatie of bevalling etc.
2. Verlies van bloedplasma bij bijvoorbeeld brandwonden van de tweede graad.
3. Verlies van H20 veroorzaakt door braken of diarree.
4. Verlies van Na+ door bijnierschorsinsufficientie. (zie later meer uitleg)

Leg schematisch -stap voor stap- uit hoe de bloeddruk evolueert bij patiënt met zware brandwonden?

1. Doordat deze patiënt brandwonden heeft, verliest deze patiënt veel plasma -> doordat het plasma daalt, daalt ook het bloedvolume in het lichaam -> daardoor vullen de vaten zich niet meer 100% met bloed waardoor de vullingsgraad daalt -> de bloeddruk daalt.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Met betrekking tot het bovenste gedeelte van het schema, de vullingstoestand van de vaten en dan het hartdebiet: waarom zorgt een laag hartdebiet voor een lage bloeddruk?

Hartdebiet is het hartminutenvolume = de hoeveelheid bloed die het hart per minuut in de aorta pompt = Cardiac Output.
Wanneer er sprake is van bijvoorbeeld een hartdecompensatie dan is er wel voldoende bloedvolume, maar wordt deze niet goed de aorta ingepompt waardoor er tevens een lage bloeddruk ontstaat.

Hoe kan een klein, weinig krachtig hart eenzelfde debiet hebben in vergelijking met een groot, krachtig, getraind hart?

Het kleine hart moet sneller kloppen om hetzelfde aantal bloed rond te pompen om de weefsels te handhaven.

Wat gebeurt er met de bloeddruk bij een tachycardie?

Bij een tachycardie gaat het hart sneller kloppen, maar te snel om de kamers volledig te laten vullen. Omdat de kamers niet volledig worden gevuld, wordt er ook minder bloed de aorta ingepompt en daalt het slagvolume en gaat het debiet achteruit.
Het debiet gaat achteruit, het vullen van de vaten gaat achterruit, de bloeddruk daalt.

Met betrekking tot de onderkant van het eerste schema, de perifere weerstand, wat kunnen we dan zeggen over de samentrekkingstoestand van de bloedvaten?

De perifere weerstand wordt hoger wanneer er sprake is van vasoconstrictie en dus stijgt de bloeddruk, er moet meer moeite gedaan worden om het bloed rond te pompen.
De perifere weerstand wordt lager wanneer er sprake is van vasodilatatie en dus de bloeddruk daalt.

Wat is atherosclerose en wat doet het voor de bloeddruk?

Aderverkalking, het zorgt ervoor dat de perifere weerstand stijgt en dus de bloeddruk stijgt.

Hoe wordt de viscositeit van het bloed bepaald?

Door interacties tussen de opgeloste eiwitten en de omringende watermoleculen. Bloed dat visceus is bijvoorbeeld door een hoge hematocriet (hoge aanwezigheid rode bloedcellen), de bloeddruk stijgt want er is meer kracht nodig om het bloed rond te pompen en dus meer druk op de wand van de slagaders.

Bij een te hoge viscositeit van het bloed (bijv. 50% of meer hematocriet) bloedstroom vertraagt, kan leiden tot trombosevorming.

Wat kunnen we zeggen over de elasticiteit van de bloedvaten m.b.t de bloeddruk?

Wanneer de elasticiteit eruit is, bijvoorbeeld bloedvaten die verhard zijn of verduurd, dan stijgt de bloeddruk.
Bij atherosclerose (slagaderverkalking) is er sprake van een hypertensie: het hart moet meer kracht zetten om het bloed rond te pompen. Slagaderverkalking is blijvend, vasoconstrictie is tijdelijk.

Welk compensatiemechanisme is er om de bloeddruk te laten stijgen wanneer deze te veel daalt?

Het lichaam probeert zoveel mogelijk van het beschikbare bloed in de slagaders te pompen door toename van de hartfrequentie & het slagvolume.
Wanneer dit niet meer lukt: shock.

Er is ook nog een tweede schema om de bloeddruk te meten, de neurale regulatie, hoe werkt deze regulatie wanneer de bloeddruk daalt?

Wanneer de bloeddruk daalt -> registreren de baroreceptoren (in de wand van de carotis en de aortaboog) -> afferente informatie -> naar het vasomotorisch centrum (in het verlengde van de merg) -> O.S stimulatie -> effect op bloedvaten = vasoconstrictie (behalve van de skeletspieren en coronairen vecht/vlucht) -> bd stijgt -> effect op hart = tachycardie h.frequentie stijgt), contractiekracht van mycard stijgt (slagvolume stijgt) -> geleiding verbetert = bloeddruk stijgt

Wanneer de bloeddruk stijgt, hoe reageert de neurale regulatie?

Bloeddruk stijgt -> baroreceptoren registreren -> signaal naar de hersenen = afferente informatie -> 2e centrum = cardio-inhiberend centrum (in verlengde van de merg) -> hart vertraagd -> P.S stimulatie -> vasodilatie = contractietoestand daalt -> perifere weerstand daalt -> bloeddruk daalt -> bradycardie = hartdebiet daalt -> vullingsgraad daalt -> bloeddruk daalt.

OPM. Wanneer je drukt op de carotis in de hals, sturen de baroreceptoren een signaal af door de druk op de ader. Bloeddruk daalt daardoor.

Dan is er nog het 3e schema, het hormonale schema, hoe werkt dat wanneer de bloeddruk daalt?

De nier 'voelt' dat de bloeddruk te laag is omdat zij zelf minder doorbloed is (meting = juxta-glomerulair apparaat)
Het juxtaglomerulaire apparaat (JGA) is een onderdeel van de nier en bestaat uit een systeem van cellen. De cellen zijn gespecialiseerde gladde spiercellen en produceren en scheiden renine af. Renine speelt een belangrijke rol in de bloeddrukregeling.
Totaalplaatje: RAA systeem (RENINE, ANGIOTENSINE EN ALDOSTERON (hormoon van de bijnierschors)

Wat is de complete uitleg van het RAA systeem?

Bloeddruk daalt -> het JGA apparaat secreteert renine -> renine zet angiotensiongeen om in angiotensine I -> dat wordt weer omgezet in angiotensine II (door ACE het angiotensine-converterend enzym) -> vasoconstrictie -> bloeddruk stijgt -> angiotensine II zorgt ervoor dat de bijnierschors aldosteron afgeeft -> Na+ en H20 worden vastgehouden in de nier -> bloedvolume stijgt -> bloeddruk stijgt

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo