Samenvatting: Anatomie En Fysiologie Een Inleiding, Zesde Editie | 9789043035873 | Frederic H Martini, et al
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Anatomie en Fysiologie een inleiding, zesde editie | 9789043035873 | Frederic H.Martini & Edwin F Bartholomew
-
0 voorvoegsels
Dit is een preview. Er zijn 98 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 0
Laat hier meer flashcards zien -
0.1 Biomoleculen
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 0.1
Laat hier meer flashcards zien -
Welke interactie heeft chemische regels?
Alle materie bestaat ui atomen in verschillende combinaties. Chemische regels die interactie bepalen tussen afzonderlijke atomen en tussen atomen in verbindingen, liggen ten grondslag aan de fysiologie op celnivo -
Geef een definitie van chemische verbinding en noem verschillende typen chemische bindingen./
Is aantrekkingskracht tussen twee atomen die sterk is dat deze krachten atomen in een molecuul of verbinding samenbindt. sterkste aantrekkingskracht is gevolg van het opnemen, afstaan of delen van elektronen.Bijv . Ionenbinidng en covalente bindingen
enzyme is molecule die zorgt voor een daling van de activeringsenergie (=energie die nodig is om een reactie te laten starten) bij chemische reactie.
zonder enzymen zouden chemische reactie in het lichaam niet doorgaan, want de tolereert geen extreme conditie bijv. Hoge tempearatuur of laag ph die nodig zijn om chemische reacties te laten doorgaan. -
Welke soort verbinding houdt atomen in watermolecuul bij elkaar aangetrokken?
watermolecuul wordt gevormd door polaire covalente verbindingen. Watermolevulen worden door waterstofbruggen tot elkaar aangetrokken. -
1 Inleiding tot de anatomie en fysiologie
Dit is een preview. Er zijn 202 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn de vijf gemeenschappelijke functies van alle levende wezens?
1.Reactievermogen ; reageren op veranderingen in de omgeving
2. Groei: toenemen van omvangdoor deling cellen
3. Voortplanting
4. Beweging
5. Stofwisseling -
Wat is differentiatie bij groei van een meercellig organisme?
Het specialiseren van afzonderlijke cellen zodat ze bepaalde functies kunnen vervullen. Dit heetdifferentiatie -
Wat is de belangrijkste functie van de huid?
Beschermt tegen schadelijke omgevingsinvloeden en helpt de lichaamstemperatuur te regelen -
Hoe kan een eencellig organisme groeien?
Door enkel het groter in omvang worden van die enecel -
Je kan beweging bij een organisme opdelen in twee soorten beweging. Welke twee soorten bewegingen zijn er?
1. Inwendige beweging: zoals bloed of het transport van
voedingsstoffen
2. Uitwendige beweging; zoals lopen, kruipen -
Wat is de belangrijkste functie van het spierstelsel?
Maakt beweging mogelijk, biedt ondersteuning en produceert warmte -
Wat is de belangrijkste functie van het zenuwstelsel?
Geleidt onmiddelijke reacties op stimuli, meestal door het coördineren van de activiteit van andere orgaanstelsels
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Anatomie En Fysiologie Een Inleiding, Zesde Editie
-
Inleiding tot de anatomie en fysiologie
-
Het moleculaire organisatieniveau
-
De celstructuur en -functie
-
Het weefselniveau
-
Het beenderstelsel - Beenderen worden ingedeeld hand van hun vorm en structuur
-
Het beenderstelsel - Ossificatie en appositie zijn mechanismen van botvorming en -groei
-
Het beenderstelsel - Botgroei en -ontwikkeling zijn sterk afhankelijk van een evenwicht tussen botvorming en botresorptie en van de beschikbaarheid van calcium
-
Het beenderstelsel - Het axiale skelet bestaat uit de beenderen van de schedel, de wervelkolom borstkas - De wervelkolom borstkas
-
Het beenderstelsel - Het skelet van de ledematen bestaat uit de schoudergordel, de bekkengordel en uit de beenderen van armen en benen
-
Het beenderstelsel - Gewrichten worden ingedeeld hand van hun bewegingsmogelijkheden of van hun anatomische organisatie
-
Het beenderstelsel - Dankzij de anatomische en functionele eigenschappen van synoviale gewrichten zijn verschillende bewegingen van het skelet mogelijk
-
Het spierstelsel - Een skeletspier bevat spierweefsel, bindweefsel, bloedvaten en zenuwen - Bindweefselorganisatie
-
Het spierstelsel - Skeletspiervezels hebben kenmerkende eigenschappen - Het sarcolemma transversale tubuli
-
Het spierstelsel - Skeletspiervezels hebben kenmerkende eigenschappen - Myofibrillen
-
Het spierstelsel - Skeletspiervezels hebben kenmerkende eigenschappen - Het sarcoplasmatisch reticulum
-
Het spierstelsel - Communicatie tussen het zenuwstelsel skeletspieren vind plaats bij de neuromusculaire verbindingen
-
Het spierstelsel - Contractie ontstaat door prikkeling van spiervezels en verkorting van de sacromeer
-
Het spierstelsel - Voor het benoemen van skeletspieren worden beschrijvende termen gebruikt - Namen van skeletspieren
-
Het zenuwstelsel - anatomische / functionele eigenschappen
-
Het zenuwstelsel - neuronen en neuroglia - neuronen
-
Het zenuwstelsel - neuronen en neuroglia - organisatie van neuronen in het zenuwstelsel
-
Het zenuwstelsel - actiepotentiaal - de membraanpotentiaal
-
Het zenuwstelsel - de zogenoemde meningen
-
Het zenuwstelsel - Het ruggenmerg bevat grijze stof omgeven door witte stof en is verbonden met 31 paar ruggenmergszenuwen - Macroscopische anatomie
-
Het zenuwstelsel - Het ruggenmerg bevat grijze stof omgeven door witte stof en is verbonden met 31 paar ruggenmergszenuwen - Anatomie op doorsnede
-
Het zenuwstelsel - De hersenen kunnen in verschillende onderdelen worden verdeeld, elk met een specifieke functie - De belangrijkste hersendelen
-
Het zenuwstelsel - De hersenen kunnen in verschillende onderdelen worden verdeeld, elk met een specifieke functie - De hersenventrikels
-
Het zenuwstelsel - De hersenen kunnen in verschillende onderdelen worden verdeeld, elk met een specifieke functie - Het cerebrum
-
Het zenuwstelsel - Het perifere zenuwstelsel verbindt het centrale zenuwstelsel met het interne en externe milieu van het lichaam
-
Het zenuwstelsel - Reflexen zijn snelle, automatische reacties op prikkels - Eenvoudige reflexen
-
Het zenuwstelsel - Reflexen zijn snelle, automatische reacties op prikkels - Complexe reflexen
-
Het zenuwstelsel - Reflexen zijn snelle, automatische reacties op prikkels - Integratie en beheersing van ruggenmergreflexen
-
Het zenuwstelsel - Sensorische informatie en motorische impulsen worden via afzonderlijke banen geleid
-
Het zenuwstelsel - het autonome zenuwstelsel dat uit het sympathisch en parasympatisch zenuwstelsel bestaat speelt een rol bij onbewuste regeling van lichaamfuncties - Het sympathisch zenuwstelsel
-
De algemene en speciale zintuigen - Sensorische cellen verbinden ons inwendige en uitwendige milieu met het zenuwstelsel
-
De algemene en speciale zintuigen - Sensorische cellen van algemene zintuigen kunnen worden ingedeeld hand van het type prikkel waarvoor ze gevoelig zijn
-
De algemene en speciale zintuigen - Bij het gezichtsvermogen spelen interne structuren in het oog een rol, terwijl accessoire structuren van het oog bescherming bieden
-
De algemene en speciale zintuigen - Fotoreceptoren reageren op licht en zetten dit om in elektrische signalen die nodig zijn om te kunnen zien
-
Het endocriene stelsel - Het endocriene stelsel reguleert fysiologishe processen via de verbinding van hormonen aan receptoren
-
Het endocriene stelsel - De hypofyse, die uit twee kwabben bestaat, is een hormoonklier die negen peptidehormonen afgeeft
-
Het endocriene stelsel - De schildklier ligt onder het strottenhoofd en heeft jodium nodig voor de productie van hormonen
-
Het endocriene stelsel - De vier bijschildklieren, die in het dorsale oppervlak van de schildklier zijn ingebed, geven parathyroïdhormoon af om de calciumconcentratie van het bloed te verhogen
-
Het endocriene stelsel - De bijnieren bestaan uit de bijnierschors en het bijniermerg; ze liggen op de nieren en geven verschillende hormonen af
-
Het endocriene stelsel - De endocriene pancreas vormt insuline en glucagon, hormonen die de glucosespiegel van het bloed reguleren
-
Het cardiovasculaire stelsel: bloed - Bloed heeft verschillende belangrijke functies en unieke fysische eigenschappen - Bloedafname en onderzoek
-
Het cardiovasculaire stelsel: bloed - Plasma, het vloeibare deel van bloed, bevat een grote hoeveelheid plasma-eiwitten - Plasma-eiwitten
-
Het cardiovasculaire stelsel: bloed - Erytrocyten, die bij de erytropoëse worden gevormd, bevatten hemoglobine, dat opnieuw kan worden gebruikt - De structuur van erytrocyten
-
Het cardiovasculaire stelsel: bloed - Erytrocyten, die bij de erytropoëse worden gevormd, bevatten hemoglobine, dat opnieuw kan worden gebruikt - Structuur en functie hemoglobine
-
Het cardiovasculaire stelsel: bloed - Erytrocyten, die bij de erytropoëse worden gevormd, bevatten hemoglobine, dat opnieuw kan worden gebruikt - Belasting en levensduur van erytrocyten
-
Het cardiovasculaire stelsel: bloed - Erytrocyten, die bij de erytropoëse worden gevormd, bevatten hemoglobine, dat opnieuw kan worden gebruikt - De erytropoëse
-
Het cardiovasculaire stelsel: bloed - De bloedgroepen van het ABO- en het resusstelsel zijn gebaseerd op reacties tussen antigenen en antistoffen
-
Het cardiovasculaire stelsel: bloed - De verschillende soorten leukocyten zorgen voor de afweer van het lichaam - Typen leukocyten
-
Het cardiovasculaire stelsel: bloed - Hemostase bestaat uit vaatspasmen, vorming van een bloedplaatjesprop en bloedstolling - Fasen van de hemostase
-
Het cardiovasculaire stelsel: bloed - Hemostase bestaat uit vaatspasmen, vorming van een bloedplaatjesprop en bloedstolling - Het stollingsproces
-
Het cardiovasculaire stelsel: bloed - Hemostase bestaat uit vaatspasmen, vorming van een bloedplaatjesprop en bloedstolling - Retractie en verwijdering van stolsels
-
Het cardiovasculaire stelsel: Het hart
-
Het cardiovasculaire stelsel: bloedvaten en bloedsomloop
-
Het lymfestelsel en immuniteit
-
Het ademhalingsstelsel - Het ademhalingsstelsel, dat bestaat uit delen voor luchtverplaatsing en delen voor gaswisseling, heeft verschillende elementaire functies
-
Het ademhalingsstelsel - De neus, farynx, larynx, trachea, de bronchiën en grootste bronchiolen vervoeren lucht naar de longen
-
Het ademhalingsstelsel - De kleinste bronchiolen alveoli in de longen vormen het gaswisselingsgedeelte voor de luchtwegen
-
Het ademhalingsstelsel - Gaswisseling in het lichaam kan plaatsvinden dankzij externe en interne respiratie
-
Het ademhalingsstelsel - longventilatie - de verplaatsing van lucht tussen de buitenlucht longen - gaat gepaard met drukveranderingen en spierbewegingen
-
Het ademhalingsstelsel - De gaswisseling wordt bepaald door de partiële druk van gassen diffusie van moleculen
-
Het ademhalingsstelsel - De meeste zuurstof wordt vervoerd door binding aan hemoglobine, terwijl kooldioxide wordt vervoerd in de vorm van koolzuur, of gebonden aan hb of opgelost in bloedplasma
-
Het ademhalingsstelsel - neuronen in de medulla oblongata pons, in combinatie met de ademreflexen, reguleren de ademhaling
-
Het spijsverterinsstelsel
-
Het urinaire stelsel - Het urine stelsel, dat uit de nieren, de urineleiders, de urineblaas urinebuis bestaat, heeft drie belangrijke functies
-
Het urinaire stelsel - De sterk doorbloede nieren bevatten functionele eenheden, de zogenoemde nefronen, waarin filtratie, reabsorptie en excretie plaatsvindt - Uitwendige anatomie en anatomie van de nieren op doorsnede
-
Het urinaire stelsel - De sterk doorbloede nieren bevatten functionele eenheden, de zogenoemde nefronen, waarin filtratie, reabsorptie en excretie plaatsvindt - De bloedtoevoer naar de nieren
-
Het urinaire stelsel - De sterk doorbloede nieren bevatten functionele eenheden, de zogenoemde nefronen, waarin filtratie, reabsorptie en excretie plaatsvindt - Het nefron
-
Het urinaire stelsel - Verschillende delen van het nefron vormen urine via filtratie, reabsorptie en excretie
-
Het urinaire stelsel - Normale nierfunctie is afhankelijk van een stabiele gomerulaire filtratiesnelheid
-
Het urinaire stelsel - Urine wordt vervoerd door de ureters, opgeslagen in de blaas en verwijderd via de urethra, met behulp van de blaasreflex - De ureters
-
Het urinaire stelsel - Urine wordt vervoerd door de ureters, opgeslagen in de blaas en verwijderd via de urethra, met behulp van de blaasreflex - De urineblaas
-
Het urinaire stelsel - Vochtbalans, mineralenbalans en zuur-base-evenwicht hangen onderling samen en zijn noodzakelijk voor de homeostase
-
Het voortplantingsstelsel - De vorming van eicellen (oögenese) vindt plaats in de ovaria en hormonen vanuit de hypofyse en ovaria reguleren de voorplantingsfuncties bij de vrouw
-
Het voortplantingsstelsel - bij het ouder - menopauze
-
Ontwikkeling en erfelijkheid
-
Les Spieren klasnotitites
-
Les Urogenitaal stelsel