Startpagina / Samenvattingen / Anatomie en Fysiologie een inleiding, zesde editie / cel-stoffen-transport

De celstructuur en -functie

71 belangrijke vragen over De celstructuur en -functie

Wat zijn de kenmerken van cellen?

1. Cellen zijn de bouwstenen van alle planten en dieren.
2. Cellen zijn de kleinste functionerende eenheden van het leven.
3. Cellen worden gevormd door de deling van eerder bestaande
cellen.
4. In elke cel wordt de homeostase gehandhaafd.

Welke stoffen zijn er in het citosol aanwezig?

- inonen en buffers
- eiwitten (bv. Enzymen)
- voedingsstoffen 'kleine reserves aminozuren, koolhydraten en vetten.
-inclusies zoals glycogeenkorrels, vetdruppels, ... (Onoplosbare stoffen)

Cel anatomie; wat zijn de functies van centriolen

Functies:
1. De centriolen vormen een spoelfiguur die de DNA strengen
tijdens de celdeling verplaatsen;
2. Verantwoordelijk voor de organisatie van microtubuli in het
celskelet

Welke vier cellen bevatten geen centriolen en wat kunnen die cellen daardoor niet?

1. Volwassen enterocyten (rode bloedcellen)
2. Skeletspiercellen
3. Hartspiercellen
4. De meeste neuronen

Als gevolg hiervan kunnen deze cellen zich niet delen

Hoe wordt de bloedsuikerspiegel geregeld?

- door de opbouw (glycogenese) en de afbraak glycogenolyse) van glycogeen onder invloed van verschillende hormonen.
-Insuline stimuleert het transport doorheen het celmembraam, waarna glucose wordt gebruikt dan wel omgezet in glycogeen.
- adrenaline en glucagon bevorderen omgekeerde metabole paden. Ze breken het glucagon weer af tot glucose.
--> daardoor is het glycogeengehalte aan sterke wisselingen onderhevig.

Cel anatomie:
Wat zijn de twee functies van het celskelet?

Functies:
1. Stevigheid en steun
2. Beweging van cellulaire structuren en stoffen

Hoeveel glycogeenvooraad is er aanwezig in de lever bij de mens?

Genoeg voor een uur tot anderhalf uur intensief te sporten.

Cel anatomie:
Wat zijn de drie functies van de plasmamembraan?

1. isolatiebescherming
2. Gevoeligheid
3. Regelt het in- het uitgaan van stoffen

Hoe worden ziekten genoemd waarbij de afbraak van glycogeen verstoort is?

Glycogeenstaperlingziekten

Cel anatomie:
Wat zijn de drie functies van het Golgi-apparaat?

1. De modificatie en het verpakken van klierproducten
(secretieproducten) zoals hormonen en enzymen;
2. De vernieuwing of modificatie van het plasmamembraan;
3. Het verpakken van speciale enzymen voor gebruik in het cytosol
(lyosomale enzymen)

Cel anatomie:
Wat zijn twee functies van proteasomen?

1. verwijdering van beschadigde en gedenatureerde eiwitten;
2. hergebruik van beschadigde en gedenatureerde eiwitten.

Wat is de functie ven wit en bruin vet?

- wit vet --> energievoorraad
-bruin vet --> termoregulatie --> vooral aanwezig bij baby's

Cel anatomie:
Wat is de functie van mitochondria?

Produceren van 95% van de benodigde ATP voor de cel.

Welke 3 sytoskeletelementen kunnen we op basis van structuur onderscheiden?

1) microtubili --> zijn holle buizen die ontstaan uit dimeren van bolvormige eiwitten (alfa en beita -- tubiline). Het zijn dynamische structuren met een diameter van 25 nm)
2) microfilamenten --> bestaan uit 2 kettingen van actinemonomeren. diameter 7 nm)
3) intermediaire filamenten --> bestaan uit verschillende eiwitten maar worden niet continu afgebroken en terug opgebouwd. Men vind deze veel in cellen die onderhevig zijn aan grote mechanische stress. Typevoorbeelden zijn creatine in de huid en myosine in de spieren.

Wat bepaalt hoeveel mitochonidriën een lichaamscel heeft?

Ligt aan de energiebehoefte van een cel

Het centrosoom bestaat uit ... Die ... En vormt ... Tijdens de celdeling bij gisten en dieren

2 centriolen --> een centriool bestaat uit 9 tripletten van microtubili
loodrecht op elkaar staan
een spoelfiguur

Waaruit zijn cilia en flagellen opgeboud en hoe komt het dat ze kunnen bewegen?

Ze zijn opgeboud uit microtubili
met betrekking van atp kunnen microtubili tegenoverelkaar bewegen

Cel anatomie:
En welke twee soorten endoplastisch reticulum zijn er?

Twee soorten endoplastisch reticulum:
1. Glad endoplastisch reticulum
2. Ruw endoplastisch reticulum

Welke 2 soorten filamenten zorgen ervoor dat spieren kunnen samentrekken en ontspannen?

Actine en myosinefilamenten.
actine = microfilament
myosine = intermediar filament

Wat is naast de synthese van lipiden en koolhydraten nog een taak van het glad endoplastisch reticulum?

Detoxificatie van drugs, alcohol, geneesmiddelen en andere gifstoffen

Waar komen microvilli voor, waarvoor dienen ze en hoe worden ze ondersteund?

Microvilli zijn vingervormige uitstulpingen
komen vooral voor in de dunne darm en nieren
ze dienen voor oppervlaktevergroting
ze worden ondersteund door actinefilamenten

Wat zijn de functies van het ruw endoplastisch reticulum?

1. Modificeert nieuw gesynthesetiseerde eiwitten door de gebonden
   ribosomen;
2. Verpakt nieuw gesynthesetiseerde eiwitten door de gebonden
   ribosomen;
3. Transporteert via transportblaasjes nieuw gesynthesetiseerde
    eiwitten door de gebonden ribosomen naar het Golgi-apparaat;

Geef een ander woord voor celkern, wat bevat een celkern?

Nucleolus
enzymen nucleotiden eiwitten RNA en DNA

Cel anatomie:
Wat zijn de twee functies van peroxisomen?

1. Katabolisme van vetzuren en andere organische verbindingen
2. Neutralisatie van ontstane toxische verbindingen (vrije radicalen)
bij deze katabolisme processen

Ontstaan peroxisomen ook in het Golgi-apparaat, net als de lyosomen?

Nee. Peroxisomen ontstaan door de groei en deling van bestaande peroxisomen

Cel anatomie:
Wat zijn de drie functies van lyosomen?

1. opruimen en hergebruik van stoffen in de cel;
2. Helpen bij verdiging tegen ziekte
3. Recycling.

Hoe worden de enzymen van lyosomen geactiveerd?

Hun enzymen worden geactiveerd wanneer ze versmelten met de membranen van beschadigde organellen

Waarom lyosomen ook wel zelfmoordpakketjes genoemd bij een dode of beschadigde cel?
En hoe heet dit proces?

Bij dode en beschadigde cellen vallen de membranen van de lyosomen uiteen. De enzymen breken vervolgens de eiwitten en organellen snel af. Zo wordt de cel vernietigd
Dit proces heet autolyse

Het cytosol kan ook onopgeloste stoffen bevatten. Hoe heten deze onopgeloste stoffen en noem twee voorbeelden

Deze onopgeloste stoffen heten inclusies

Voorbeelden:
Glycogeendruppels (in spier- en levvercellen)
Vetdruppels (in vetcellen)

Cel anatomie:
Welke drie functies heeft de nucleus?

1. regulatie van het metabolisme
2. opslag en verwerking van genetische informatie
3. regulatie van proteïnesynthese

De plasmamembraan is een selectieve fysieke barriere. Welke stoffen kunnen hier wel meteen doorheen diffunderen en welke niet?

In vetoplosbare moleculen stoffen als zuurstof en kooldioxide kunnen het vetgedeelte van het celmembraan passeren, maar ionen en wateroplosbare verbindingen niet

Welke vier factoren spelen mee of een stof wel of niet door het selectieve plasmamembraan kan?

1. de omvang van een stof t.o.v. de plasmamembraankanalen
   (kleine watermoleculen, natriium- en kaliumionen kunnen nog
   door een membranakanaal diffunderen, maar
   een glucosemolecuul is bijvoorbeeld al te groot voor een
   membraankanaal);
2. de elektrische lading;
3. de vorm van het molecuul
4. de oplosbaarheid van de stof in vet
Of door een combinatie van bovenstaande factoren.

Wat zijn de twee belangrijkste factoren die bepalen of een stof door het celmembraan kan diffunderen of niet?

1. De oplosbaarheid van de stof in vet
2. De omvang van de stof t.o.v. Membraankanalen

Welke twee vormen zijn er van passief transport door het celmembraan?

1. Diffusie, waarvan een speciale vorm van diffusie; osmose
2. Filtratie

Wat is diffusie?
En wat is het resultaat van diffusie?

Wat:
Is de nettoverplaatsing van moleculen van ene plaats met relatief hoge concentratie naar een gebied met relatief lage concentratie.

Resultaat:
de moleculen raken uiteindelijk gelijkmatig verdeeld en zo wordt het concentratieverscil opgeheven.

Diffusie is Is nettoverplaatsing van moleculen van ene plaats met relatief hoge concentratie naar een gebied met relatief lage concentratie.
Hoe heet dit concentratieverschil?

Concentratiegradiënt

Hoe is normaal het totaal opgeloste deeltjes verdeeld in de intracellulaire- en extracellulaire vloeistof en hoe blijft deze balans behouden?

Er is een evenwichtstoestand van totaal opgeloste deeltjes die zowel intracellulair als extracellulair gelijk is. Deze evenwichtstoestand van het totaal aantal opgeloste stoffen blijft behouden doordat de plasmamembraan vrij doorlaatbaar is voor water.

Hebben opgeloste stoffen invloed op elkaars diffusiesnelheid of diffusierichting?

Een opgeloste stof heeft de neiging te diffunderen alsof er geen andere stoffen in de oplossing aanwezig zijn. Ze hebben dus geen invloed op elkaars diffusiesnelheid of -richting.

Wanneer zich een verschil voordoet in de concentratie van opgeloste deeltjes aan weerszijden van het plasmamembraan veroorzaakt dit ook een concentratieverschil in water. Hoe komt dit?

Doordat de opgeloste deeltjes ruimte innemen die anders door watermoleculen zouden worden ingenomen

Welke neiging heeft water als gevolg van het concentratieverschil van opgeloste stoffen aan weerszijden van het plasmamembraan?

Watermoleculen hebben de neiging door de membraan te stromen in de richting van de oplossing die de hoogste concentratie (hoogste concentratiegradiënt) opgeloste stoffen heeft.

Je hebt drie verschillende soorten oplossingen met verschillende concentratie opgeloste deeltjes. Hoe heten deze drie oplossingen?

1. Isotoon (= gelijke spanning)
2. Hypotoon (= Lagere spanning)
3. Hypertoon (= Hogere spanning)

Welke invloed zou een isotone-, hypotone- en hypertone vloeistof hebben op enterocyten (rode bloedcellen)?

Bij een isotone oplossing behouden enterocyten hun normale uiterlijk
Bij een hypotone oplossing zou juist heelveel water de bloedcel ingepompt worden en kunnen ontploffen
Bij een hypertone oplossing zou juist heelveel water de bloedcel verlaten en zou de bloedcel juist helemaal inkrimpen.

Bij patiënten met ernstig bloedverlies of bij uitdroging worden grote hoeveelheden fysiologische zoutoplossing toegediend. Welke oplossing is een fysiologische zoutoplossing en waarom is deze oplossing isotoon t.o.v. De lichaamscellen?

Een fysiologische zoutoplossing is altijd een isotone oplossing van 0,9 procent oplossing van natriumchloride

Het is isotoon voor lichaamscellen omdat natrium en chloride de meest voorkomende ionen zijn in extracellulaire vloeistof.
Doordat de nettoverplaatsing van deze ionen door de plasmamembraan vrijwel nul is, is de zoutoplossing isotonisch t.o.v. De lichaamscellen

Wat is filtratie?
En hoe kan filtratie in het lichaam ontstaan?

Filtratie treedt op door de wanden van kleine bloedvaten, waardoor water en opgeloste voedingsstoffen in de weefsels van het lichaam worden geperst.

Filtratie kan ontstaan doordat er druk tegen een vloeistof ontstaat. Dat heet hydrostatische druk.
In het geval van het lichaam creëert het hart wat bloed rondpompt door het bloedvatenstelsel hydrostatische druk, oftewel bloeddruk.

Op welke plekken komt filtratie veel voor?

Filtratie treedt op door de wanden van kleine bloedvaten, waardoor water en opgeloste voedingsstoffen in de weefsels van het lichaam worden geperst.
Filtratie door gespecialiseerde bloedvaten in de nieren is een noodzakelijke stap bij de vorming van urine.

Je hebt ook transport met behulp van dragereiwitten. Dit kan zowel passief- als actief transport zijn.
Welke twee factoren bepalen of dit transport actief of passief plaatsvindt?

1. Het te vervoeren component
2. Het transportmechanisme

Welke eigenschappen hebben dragereiwitten gemeenschappelijk met enzymen?

1. Ze kunnen steeds opnieuw gebruikt worden;
2. Ze kunnen zich alleen aan een specifieke stof binden

Welke weg volgt een dragereiwit altijd bij passief transport?
En welke wegen kan een dragereiwit volgen bij actief transport?

Bij een passief proces worden opgeloste stoffen meestal vervoerd van een gebied met een hoge concentratie naar een gebied met een lage concentratie. (Dit proces bestaat ook als actief transport en ook dan kunnen ze het concentratiegradiënt volgen, maar bij actief transport kunnen ze ook er tegenin gaan!)

Op welk vlak verschilt gefaciliteerde diffusie met die van de eenvoudigste diffusie?

De snelheid van transport kan bij gefaciliteerde diffusie niet oneindig toenemen.
Er is slechts een beperkt aantal dragereiwitten beschikbaar in een celmembraan

Welke twee type actief transport zijn er?

1. Ionenpompen
2. Vesiculair transport (blaasjes)

Alle cellen hebben dragereiwitten in hun plasmamembraan die ionenpompen heten. Welke vier kationen vervoeren ze?

1. Kalium
2. Natrium
3. Calcium
4. Magnesium

Ionenpompen in celmembranen vervoeren kalium, natrium, magnesium en calcium. Gespecialiseerde eiwitten kunnen ook nog andere ionen vervoeren. Noem drie voorbeelden:

1. Jodide
2. Chloride
3. IJzer.

Als één soort ion zich in de ene richting verplaatst en de andere verplaatst zich in de tegengestelde richting. Hoe wordt een dergelijke pomp dan genoemd?

Een uitwisselingspomp

Van welk concentratiegradiënt handhaven is de cel afhankelijk bij homeostase in de cel?

het handhaven van de concentratiegradiënt van natrium- en kaliumionen tussen cel en extracellulaire vloeistof.
In de extracellulaire vloeistof is de concentratie natriumionen hoog en kaliumionen laag.
In de cel is de concentratie kaliumionen hoog en de contratie natriumionen laag.

Natriumionen diffunderen langzaam de cel in via een kanaaleiwit en kaliumionen diffunderen door een kanaaleiwit langzaam de cel uit. Welke uitwisselingspomp handhaaft hierbij het concentratiegradiënt?

De Natrium-Kalium-ATPase-pomp

Welke twee vormen van vesiculair transport zijn er?

1. Endocytose
2. Exocytose

Welke drie type endocytose zijn er?

1. Receptorgemedieerde endocytose (endocytose met behulp van
een receptor)
2. Pinocytose
3. Fagocytose

Welke zeven stappen worden er doorlopen bij receptorgemedieerde endocytose?

- De receptoren binden zich aan specifieke doelmoleculen
(liganden) en groeperen zich dan samen op de plasmamebraan.
- Het gebied op de plasmamembraan vormt een instulping
- snoert zich vervolgens af vormt een blaas.
- De blaasjes versmelten op hun beurt weer met lyosomen in de cel
- Liganden worden verwijderd en opgenomen in het cytoplasma
- De mebraan die het receptormolecuul bevat, scheidt zich van het
lyosoon
- Het blaasje keert terug naar het oppervlak

Wat is pinocytose?
En welke stappen worden hierbij doorlopen?

Wat:
Pinocytose (pinein = drinken)

Stappen:
- Er ontstaat een diepe groef of instulping in de plasmamembraan
- snoert zich af en vormt een klein blaasje met extracellulaire vloeistof die vervolgens naar
binnen getrokken wordt de cel in

Waarom is pinocytose een minder selectief proces dan receptorgemedieerde endocytose?

Omdat bij pinocytosegeen receptoreiwitten zijn betrokken, is pinocytose niet zo’n selectief proces als receptorgemedieerde endocytose

Wat is fagocytose?
Welke zeven stappen worden doorlopen bij fagocytose?

- Een fagocyt komt in contact met een vreemd voorwerp en stulpt       zich eromheen met pseudopodia (pseudo= vals, podo = voet.
   Dit zijn uitsteeksels van het cytoplasma die het vreemde
   voorwerp omsluit)
- De pseudopodia bewegen zich naar elkaar toe en versmelten,
   zodat het materiaal in het blaasje gevangen raakt;
- Het blaasje verplaatst zich in het cytoplasma;
- Lyosomen versmelten met het blaasje
- Door deze versmelting worden verteringsenzymen geactiveerd
- De enzymen breken het gefagocyteerde materiaal af
- Daarna wordt het restmateriaal via exocytose de cel uit
   getransporteerd

Hoe kan homeostase worden gehandhaafd in de afzonderlijke organismen?

Door gecombineerde en gecoördineerde activiteiten van de verschillende cel typen

Door middel van welke twee methoden kun je cel- en weefselstructuur bestuderen?

Lichtmicroscopie en elektronenmicroscopie

Hoe vindt de chemische communicatie plaats tussen de kern en het cytosol?

Via poriën in de kernmembraan

Kernen bevatten kernlichaampjes, wat gebeurt in die kernlichaampjes?

Daar wordt ribosomaal RNA (rRNA) gesynthetiseerd en worden de subeenheden van de ribosomen tot functionele ribosomen opgebouwd.

Eiwitsynthese kun je onderverdelen in 2 onderwerpen, en waar vinden die onderdelen plaats?

Transcriptie (de productie van RNA, transcriptie vindt plaats in de celkern) en de translatie (vorming van eiwitten door ribosomen, translatie vindt plaats in het cytosol)

Wat doet RNA polymerase?

Het is in staat om het juiste nucleotide (bouwsteen voor DNA en RNA voor het mRNA bij elkaar te zoeken.

Wat voor proces is mitose?

Een proces waar chromosomen van de oorspronkelijke cel worden gescheiden en met een kernmembraan worden omgeven, zo ontstaan twee identieke kernen met elk 1 dochterschromosomen

In welke 4 stadia kan je mitose onderverdelen?

1. Profase
2. Metafase
3. Anafase
4. Telofase

Wat is het verschil tussen een goedaardige tumor en een kwaadaardige tumor?

Een goedaardige tumor blijft op zijn plek binnen het epitheel of een bindweefselkapsel,

Een kwaadaardige tumor: dan reageren cellen niet meer op de normale reguleringsmechanisme, en gaan zich verspreiden

Wat betekent het begrip differentiatie?

De specialisatie van cellen als gevolg van de activering of onderdrukking van genen.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Anatomie en Fysiologie een inleiding, zesde editie | 9789043035873 | Frederic H Martini, et al

Bekijk samenvatting

Een unieke studie- en oefentool
Nooit meer iets twee keer studeren
Haal de cijfers waar je op hoopt
100% zeker alles onthouden

Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.

Onderwerpen die gerelateerd zijn aan De celstructuur en -functie