Het lymfestelsel en immuniteit

25 belangrijke vragen over Het lymfestelsel en immuniteit

Welk stelsel speelt een centrale rol in het proces om de gezondheid in stand te houden

Het lymfestelsel

Uit welke vier onderdelen bestaat het lymfestelsel

1. Vaten; een netwerk van lymfevaten begint in de perifere weefsels
   en eindigt bij de verbindingen met de venen
2. Vloeistof; een vloeistof, de zogenoemde lymfe, stroomt door de
    lymfevaten. Lymfe lijken op bloedplasma, maar bevat een veel
    lagere concentratie opgeloste eiwitten
3. Lymfocyten; lymfocyten zijn gespecialiseerde cellen die een reeks
    specifieke functies verrichten bij de verdediging van het lichaam
4. Lymfoïde weefsels en organen; lymfoïde weefsels zijn
    verzamelingen van los bindweefsel en lymfocyten in structuren
    die die lymfefolikels worden genoemd; zoals de amandelen.
    Lymfoïde organen; de milt, thymus, blinde darm en de
    lymfeknopen

Wat zijn de drie functies van het lymfestelsel?

1. De productie, onderhoud en het transport van lymfocyten;
    productie in rode beenmerg en opslag in milt en thymus
2. De terugkeer van vloeistoffen en opgeloste deeltjes van perifere
    weefsels naar het bloed
3. Het transport van hormonen, voedingsstoffen en afvalstoffen
    vanuit de plaats van opname in de
    weefsels naar het bloed
(stoffen die de bloedsomloop niet
    rechtstreeks in kunnen komen, zoals vetten)
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Hoe levert het lymfestelsel een bijdrage aan het op peil houden van het bloedvolume en het constant houden van de samenstelling van de interstitiële vloeistof overal in het lichaam?

Doordat het lymfestelsel het weefselvocht terugbrengt, wordt het bloedvolume op peil gehouden en samenstelling interstitiële vloeistof constant gehouden

Waar naartoe kunnen B-cellen zich naar differentiëren?

Naar plasmacellen die antistoffen afgeven (immunoglobinen)

Lymfefollikels & lymfoïde organen

  • Tonsillen; bescherming tegen virussen & bacteriën ingang spijsverteringskanaal
  • Thymus: in borstholte, belangrijkste functie in vroege jeugd, Stimulering rijping T-cellen
  • Milt:  recycling & opslag Fe2+ na hemolyse, verwijderd afwijkende bloedcellen
  • Appendix: spijsverteringskanaal

Waar binden antistoffen zich aan?

Antistoffen binden zich aan specifieke doelmoleculen, de zogenoemde antigenen;
dit zijn meestal ziekteverwekkers of andere lichaamsvreemde stoffen

Niet specifieke, aangeboren afweer

  • Fysieke barrières
  • Fagocyterende cellen
  • NK-cellen (immunologische surveillance)
  • Interferon (tegen virale infecties)
  • Ontstekingsreacties

Welke cellen vallen NK cellen aan?

Vreemde cellen, normale cellen die met virussen zijn geïnfecteerd en tumorcellen die in gezonde weefsels ontstaan

Wat is de functie van de milt?

De functie van de milt lijkt op die van de lymfeknopen. Alleen filtert de milt niet de lymfe, maar filtert het bloed

Wat valt er allemaal onder aangeboren, oftewel niet specifieke afweer?

1. Fysieke barrières: huid, haar, zweetklieren en talgklieren
2. Fagocyten; surveilleren de perifere weefsels. Zijn “eerstelijns” cellen van de cellulaire verdediging
3. Immunologiche surveillance: NK cellen
4. Interferonen
5. Complement systeem
6. Ontstekingsreactie
7. Koorts

Waarom is in sommige gevallen koorts heilzaam?

Een stijging van de lichaamstemperatuur verhoogt de stofwisselingssnelheid; cellen bewegen zich sneller (waar de fagocytose wordt bevorderd)

Natuurlijke, passieve immuniteit

Verkregen door overdacht van antistoffen van de moeder via placenta of de moedermelk

Welke van de drie soorten lymfocyten spelen een rol in de adaptieve specifieke afweer?

T-cellen en B-cellen

Adaptieve specifieke afweer kan weer opgedeeld worden in twee soorten immuniteit. Welke twee?

1. Actieve immuniteit (zelf verworven immuniteit)
2. Passieve immuniteit (immuniteit verworven uit andere bron)

Adaptieve specifieke afweer:
Hoe wordt geïnduceerde, actieve immuniteit verkregen?

Immuniteit die ontstaat na toedienen van antigenen om een ziekte te voorkomen (inenting)

Geheugencellen (Tc, Th en B)

Geproduceerd tijdens de activatie van T-cellen en B-cellen, blijven in weefsels in afwachting van opnieuw verschijnen antigeen

Welke vier algemene eigenschappen heeft adaptieve afweer?

1. Specificiteit; afweerreactie alleen op specifiek antigeen gericht,
   andere antigen worden genegeerd
2. Veelzijdigheid; immuunsysteem verkrijgt veelzijdigheid door
    miljoenen verschillende groepen
    lymfocyten te vormen, elk met andere antigeenreceptoren en
    structuur van de gevormde antistoffen is variabel
3. Geheugen; het immuunsysteem ‘onthoudt’ antigenen die het    
    tegenkomt. Hierdoor is de immuunreactie bij een tweede
    blootstelling sterker en langduriger.
4. Tolerantie; gezonde weefsels en daarbij horende antigenen
    worden meestal genegeerd. Wanneer het immuunsysteem niet
    op de normaal aanwezige antigenen reageert, is er sprake van
    tolerantie

Als een antigeen een immuunreactie op gang brengt. Worden dan eerst de B-cellen of eerst de T-cellen geactiveerd?

De T-cellen

Welke cellen worden aangemaakt bij een auto-immuunziekte?

B-cellen beginnen antistoffen tegen gezonde lichaamscellen en -weefsels te vormen

Immuniteit van foetus / neonaat

  • IgG moeder passeert placenta, geeft foetus immuniteit tegen ziekten waardoor de moeder immuun is
  • Foetaal verworden immuniteit via placenta geeft ongeveer tot 3 maanden neonataal bescherming
  • Vanaf einde 2de trimester kan foetus zelf immuniteit opbouwen-> eigen IgM en later IgG productie

Wat is een anafylactische reactie / shock?

Luctwegen vernauwen, zwelling en oedeem van de huid, daling van de bloeddruk

Welk effect heeft chronisch stress op immuunrespons?

De immuunreactie kan worden onderdrukt en de weerstand tegen ziekten worden verlaagd

Wat zijn de effecten van het ouder worden op het lymfestelsel?

Effectiviteit van het immuunsysteem neemt af

Waarom wordt met name ouderen sterk aangeraden zich tegen acute virale aandoeningen te vaccineren?

Doordat thymus krimpt wordt het aantal T-cellen ook minder.
T-helpercellen neemt ook af waardoor B-cellen minder goed reageren na blootstelling aan antigenen. Hierdoor stijgt de concentratie antistoffen langzamer. Dus een toegenomen vatbaarheid voor virale en bacteriële infecties

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo