Samenvatting: Anatomie En Fysiologie In Gezondheid En Ziekte | 9780443104046 | Ross, et al

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Anatomie en fysiologie in gezondheid en ziekte | 9780443104046 | Ross en Wilson.

• 2 Sectie 2. communicatie

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
  Laat hier meer flashcards zien

• 2.1 bloed

  Dit is een preview. Er zijn 24 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat zijn de doeleinden van het hart-vaatstelsel?

  1. Bloedsomloop; die bestaat uit het hart, dat als pomp werkt, en de bloedvaten waardoor het bloed stroomt.

  2. Het Lymfestelsel; dat bestaat uit lymfeklieren en lymfevaten, waardoor de kleurloze lymfe stroomt

• Welke helft van het hart pompt bloed naar de longen en welke helft pompt bloed naar de lichaamscirculatie?

  De rechter helft van het hart pompt bloed naar de longen (waar c02 de longen verlaat en 02 vanuit de longen het bloed in stroomt), De linkerhelft van het hart pompt bloed naar de lichaamscirculatie

• 2.1.2 Anastomosen en eindarterien

  Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat gebeurt er als een anastomose slagader verstopt raak?

  De anastomosen bieden een collaterale circulatie en kunnen daarnaast ook verwijden om een adequate bloedtoevoer op te leveren.

• 2.1.3 Venen en venulen

  Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1.3
  Laat hier meer flashcards zien

• Waarom zijn de wanden van venen dunner?

  De tunica media bevat minder spier en elastisch weefsel omdat de druk in de aderen lager is

• Waaruit bestaan deze kleppen in venen?

  Uit plooien van de tunica intima, verstevigd met bindweefsel, hun slippen zijn halvemaanvormig met de concave kant naar het hart

• hoeveel lichaamsbloed bevatten de venen op elk bepaald moment?

  2/3

• 2.1.4 Capillairen en sinusoiden

  Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1.4
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat dringen er gewoonlijk niet door de capillairwanden?

  Bloedcellen en andere cellen met grote moleculen (zoals plasma-eiwitten)

• Wat is een capillair bed?

  een groot netwerk van vaatjes die de kleine arteriolen en venulen met elkaar verbinden

• Wat wisselen het bloed en weefzelfvocht uit in het capillaire bed?

  stoffen dat de lichaamscellen omgeeft

• Waar zorgt hypoxie (tekort aan zuurstof) voor?

  dat de sfincters (sluitspieren) zich verwijden zodat de bloedstroom in het betreffende vaatbed toeneemt