Samenvatting: Anatomie En Fysiologie | 9789043024327 | Frederic H Martini, et al
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Anatomie en fysiologie | 9789043024327 | Frederic H. Martini & Edwin F. Bartholomew ; met medew. van William C. Ober, beeldcoördinator en ill., ... [et al.] ; Nederlandse bew. Hans Isselée, Irmgard Poelaert ; [vert. uit het Engels: Josephine E. Bruijn].
-
1 Inleiding tot de anatomie en fysiologie
Dit is een preview. Er zijn 37 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
In ons lichaam zijn alle cellen verschillend maar beginnen ze in eerste instantie allemaal hetzelfde, hoe noemen we het proces als het een eigen functie krijgt?
differentiatie -
Je cellen zijn de bouwstenen van ons lichaam, we hebben miljarden cellen in ons lichaam. Maar hoeveel verschillende soorten celtypes hebben we nou in ons lichaam?
200 -
Hoe heet het als in meercellige organismen cellen zich specialiseren?
differentiatie
-
hoe werken de bewegingen en waar vind dit plaats
- in vlakken
- in assen
- vind plaats in gewrichten
-
1.1 De gemeenschappelijke functies van alle levende wezens
Dit is een preview. Er zijn 56 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn de basale functies van levende wezens en beschrijf ze
- Reactievermogen (prikkelbaarheid en aanpassingsvermogen)
- Groei (deling van cellen)
- Voortplanting (generaties creëren)
- Beweging (inwendig bv transport bloed of uitwendig lopen)
- Stofwisseling (alle chemische reacties in het lichaam)
-
Wat zijn de gemeenschappelijke functies van alle levende wezens?
Reactievermogen, groei, voortplanting, beweging en stofwisseling
-
De gemeenschappelijke functies van alle levende wezens?
Reactievermogen : ookprikkelbaarheid genoemd.
Voor het langduriger veranderingen men spreekt van aanpassingsvermogen.Groei : door delen van cellen;differentiatie .Voortplanting - Beweging: inwendig = transport van
voedingsstoffen of bloed.Uitwendig =voortbeweging door de omgeving. Stofwisseling
-
Organismen passen zich aan hun omgeving aan. Op wat voor manier doet een dier dit wanneer het winter wordt?
Zijn vacht wordt dikker.
-
Hoe noem je de term, wanneer organismen zich aan hun omgeving aanpassen, zodat ze langdurig veranderingen mee kunnen maken?
Aanpassingsvermogen
-
Hoe groeien complexere organismen?
Door de toename van het aantal cellen.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Anatomie En Fysiologie
-
Inleiding tot de anatomie en fysiologie - Anatomie is de studie van de structuur en fysiologie is de studie van de functie
-
Inleiding tot de anatomie en fysiologie - De verschillende organisatieniveaus
-
Inleiding tot de anatomie en fysiologie - Het menselijk lichaam bestaat uit 11 orgaanstelsels
-
Inleiding tot de anatomie en fysiologie - Negatieve terugkoppeling gaat afwijkingen tov de normwaarden tegen, terwijl positieve terugkoppelingen deze versterken
-
Inleiding tot de anatomie en fysiologie - Anatomische termen beschrijven gebieden van het lichaam, anatomische houdingen en richtingen en lichaamsdelen - Uitwendige anatomie
-
Inleiding tot de anatomie en fysiologie - Lichaamsholten beschermen inwendige organen en dankzij deze holten kunnen de organen van vorm veranderen
-
De celstructuur en functie
-
Het weefselniveau - De vier weefseltypen zijn dekweefsel, bindweefsel, spierweefsel en zenuwweefsel
-
Het weefselniveau - Dekweefsel bekleedt lichaamsoppervlakten, holten en buisvormige structuren en vervult belangrijke functies
-
Het weefselniveau - De vorm van de cellen en het aantal lagen zijn bepalend voor het type dekweefsel - Cellagen
-
Het weefselniveau - De vorm van de cellen en het aantal lagen zijn bepalend voor het type dekweefsel - Celvorm
-
Het weefselniveau - De vorm van de cellen en het aantal lagen zijn bepalend voor het type dekweefsel - Indeling van dekweefsels
-
Het weefselniveau - De vorm van de cellen en het aantal lagen zijn bepalend voor het type dekweefsel - Klierepitheel
-
Het weefselniveau - Bindweefsel vormt een beschermend structureel raamwerk voor andere weefseltypen
-
Het weefselniveau - Membranen zijn fysieke barrières. In het lichaam komen vier typen voor: slijmvliezen, sereuze membranen, huidlaag en synoviaalvliezen
-
Het weefselniveau - De drie typen spiefweefsel zijn skeletspierweefsel, hartspierweefsel en glad spierweefsel
-
Het zenuwstelsel - Het zenuwstelsel kan worden verdeeld hand van anatomische en functionele eigenschappen
-
Het zenuwstelsel - Neuronen zijn gespecialiseerd in communicatie tussen cellen en worden ondersteund door cellen die neuroglia worden genoemd - Neuronen
-
Het zenuwstelsel - Neuronen zijn gespecialiseerd in communicatie tussen cellen en worden ondersteund door cellen die neuroglia worden genoemd - Neurologia
-
Het zenuwstelsel - In neuronen kan een verandering van de elektrische potentiaal van de plasmamembraan tot een actiepotentiaal leiden
-
Het zenuwstelsel - De hersenen en het ruggenmerg zijn omgeven door drie vliezen, de zogenoemde meniges
-
Het zenuwstelsel - De hersenen kunnen in verschillende onderdelen worden verdeeld, elk met een specifieke fucntie
-
Het zenuwstelsel - Het autonome zenuwstelsel, dat uit het sympatisch en het parasympatisch zenuwstelsel bestaat, speelt een rol bij de onbewuste regeling van lichaamsfuncties
-
De algemene en speciale zintuigen
-
Het cardiovasculaire stelsel: Bloed - Bloed heeft verschillende belangrijke functies en unieke fysische eigenschappen - De samenstelling van bloed
-
Het cardiovasculaire stelsel: Bloed - Plasma, het vloeibare gedeelte van bloed, bevat een grote hoeveelheid plasma-eitwitten
-
Het cardiovasculaire stelsel: Bloed - Rode bloedcellen, die bij erytropoëse worden gevormd, bevatten hemoglobine dat opnieuw kan worden gebruikt - Relatieve hoeveelheid rode bloedcellen
-
Het cardiovasculaire stelsel: Bloed - Rode bloedcellen, die bij erytropoëse worden gevormd, bevatten hemoglobine dat opnieuw kan worden gebruikt - Levensduur van rode bloedcellen en circulatie
-
Het cardiovasculaire stelsel: Bloed - Rode bloedcellen, die bij erytropoëse worden gevormd, bevatten hemoglobine dat opnieuw kan worden gebruikt - Vorming van rode bloedcellen
-
Het cardiovasculaire stelsel: Bloed - De verschillende soorten witte bloedcellen zorgen voor de afweer van het lichaam
-
Het cardiovasculaire stelsel: Bloed - Bloedplaatjes, schijfvormige structuren die uit megakaryocyten ontstaan, spelen een rol bij het stollingsproces
-
Cardiovasculaire stelsel: Hart
-
Het Cardiovasculaire stelsel: Bloedsomloop
-
Het lymfestelsel en immuniteit - Anatomische barrières en verdedigingsmechanismesn vormen de niet-specifieke afweer en lymfocyten zorgen voor specifieke afweer
-
Het lymfestelsel en immuniteit - Lymfevaten, lymfocyten, lymfeweefsels en lymfoïde organen spelen een rol bij de afweer van het lichaam
-
Het lymfestelsel en immuniteit - Elke niet-specifieke verdediging reageert op karakteristieke wijze, ongeacht de mogelijke bedreiging
-
Het ademhalingsstelsel - De neus, de pharynx, de larynx, de trachea, de bronchiën grootste bronchiolen vervoeren de lucht naar de longen
-
Het spijsverteringsstelsel - het spijsverteringskanaal accessoire organen verrichten verschillende functies ten behoeve van de omzetting van voedingsmiddelen
-
Het spijsverteringsstelsel - De mondholte bevat de tong, de speekselklieren gebitselementen, elk met een specifieke functie - gebitselementen
-
Het spijsverteringsstelsel - De pharinx is een overgang van de mondholte naar de oesophagus, waardoor vaste stoffen en vloeistoffen naar de maag worden vervoerd - de pharynx
-
Het spijsverteringsstelsel - In de J-vormige maag komt de spijsbrij aan vanuit de oesophagus; de maag draagt bij chemische en mechanische vertering
-
Het spijsverteringsstelsel - De pancreas, lever en galblaas zijn accessoire klieren die bijdragen spijsvertering in de dunne darm
-
Het urinaire stelsel - Het urinaire stelsel dat uit de nieren, de urineleiders, de urineblaas urinebuis bestaat, heeft drie belangrijke functies
-
Ontwikkeling en erfelijkheid - Bij de bevruchting - de versmelting van een secundaire
-
Ontwikkeling en erfelijkheid - Klievingsdelingen, innesteling, placentatie en embryogenese zijn de belangrijkste gebeurtenissen van het eerste trimester
-
Ontwikkeling en erfelijkheid - De postnatale stadia zijn pasgeborene, zuigelingenleeftijd, kinderleeftijd, puberteit, volwassen leeftijd en ouderdom