De mond, keel en slokdarm
9 belangrijke vragen over De mond, keel en slokdarm
Tijdens het kauwen houd je de bovenkaak stil. Met de kauwspieren en halsspieren beweeg je tegelijkertijd de onderkaak:
- Omhoog
- Omlaag
- Naar voren
- Naar achteren
Aan de buitenkant van de tanden en kiezen zit nog een hard laagje om de tanden te beschermen, hoe heet dit laagje?
Als je vooraan in het midden van je mond begint, kom je de volgende tanden tegen:
- Centrale snijtand
- Zijsnijtand
- Hoektand
- Eerste valse kies
- Tweede valse kies
- Derde kies (=verstandskies)
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Hoeveel van de grote speekselklieren heeft een mens?
Hoeveel speeksel je in je mond hebt is niet altijd hetzelfde en hangt af van:
- Wat voor soort eten je eet
- Waaruit het beten bestaat
Soms krijgen de speekselklieren van de mensen een seintje van zenuwen, waardoor ze extra speeksel gaan maken. Dit gebeurt als je:
- Op eten kauwt
- Eten ziet
- Eten ruikt
- Aan eten denkt
De tong zit in de mond- en keelholte en zit daar vast aan:
- Een bot (=tongbeen)
- De onderkaak
- De mondbodem(via klein stukje weefsel(=tongriempje))
Wat gebeurt er met de huig als je slikt?
Waar ligt de neusamandel? En wat is de neusamandel?
De neusamandel is een soort bobbeltje die het lichaam helpt om te vechten tegen bijvoorbeeld virussen of bacteriën.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden