CYTOLOGIE EN HISTOLOGIE
46 belangrijke vragen over CYTOLOGIE EN HISTOLOGIE
WAT VERSTA JE ONDER ORGANELLEN?
WAT VERSTA JE ONDER HET PLASMAMEMBRAAM EN WAARUIT BESTAAT HET OPNOEMEN?
Het plasmamembraan bestaan uit een dubbele fosfolipiden-laag. Waarvan de kop polair is en de staart apolair. In deze laag bevinden zich ook belangrijke eiwitten met verschillende functies:
• Transporteiwitten
- • Receptoren eiwitten
WAT VERSTA JE ONDER HET PLASMAMEMBRAAM IS SEMI-PERMEABEL?
Wat kan er door = alle apolaire moleculen, zoals gassen en alle kleine polaire
moleculen, zoals water
Wat kan er niet door = grote polaire moleculen en ionen
De samenstelling moet zeer contant gehouden worden.
de plasmamembraan zal zeer selectief zijn in stoffen die hij binnenlaat in de cel.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
LEG HET BEGRIP CELKERN UIT EN BENOEM UIT WELKE DELEN EEN CELKERN BESTAAT?
• De celkern bestaat uit een nucleo-plasma dat omgeven is door een fijn membraan, de kernmembraan.
BESPREEK DE DELEN DIE BEHOREN TOT DE CELKERN KERNMEMBRAAN EN NUCLEOPLASMA?
Op verschillende plaatsen heeft de kernmembraan kleine openingen, nucleaire poriën, waardoor uitwisseling kan plaatsvinden tussen het nucleoplasma en het cytoplasma.
Nucleoplasma
Het waterige nucleoplasma bevat een groot aantal draderige structuren, de chromatinedraden, die bestaan uit een bepaalde eiwit (histonen) en DNA.
BESPREEK HET CHROMOSOOM DIE NET ALS KERNMEMBRAAN EN NUCLEOPLASMA TOT DE CELKERN BEHOREN?
Als de cel zich voorbereidt op een celdeling, gaan de draden spiraliseren. De gespiraliseerde chromatinedraden worden chromosomen genoemd.
Het DNA draagt een code die de cel nodig heeft om eiwitten aan te maken.
Hoe zit DNA opgeslagen in een cel?→In een niet delende cel: chromatine. Wanneer de cel wilt delen, condenseren de chromatinedraden tot chromosomen
Hoe kunnen grote moleculen de celkern verlaten?→Via poriën in de celmembraan
De chromatinedraden bestaan. Uit bepaalde eiwitten distonen en dna.
WAAROM ZIE JE OP DEZE FOTO GEEN CHROMOSOOM IN DE CELKERN?
Deze draden zijn niet mooi zichtbaar onder de microscoop.
OMSCHRIJF HET CYTOSOL ONDERDEEL VAN HET CYTOPLASMA?
Het cytosol kun je om omschrijven als een soort van chemische soep waar alle celorganellen in opgelost zitten. Daarnaast bevat het cytosol ook veel organische moleculen. (koolhydraten, eiwitten en lipiden.
Andere benaming = intracellulaire vocht
BESCHRIJF HET BEGRIP ENDOPLMATISCH RETICULUM EEN ONDERDEEL VAN HET CYTOPLASMA?
= Een celorganel dat is opgebouwd uit een grote en kleine subeenheid. Ze spelen een belangrijke rol in eiwitsynthese.
Sommige ribosomen dobberen vrij rond in het cytosol en andere zijn gebonden aan het ruw endoplasmatisch reticulum (ER)
UIT WELKE 2 DELEN IS HET ENDOPLAMATISCH RETICULUM ONDER TE VERDELEN?
- Het rum endoplasmatisch reticulum = Dit bevat ribosomen en bevindt zich dichter
bij de celkern. Deze ribosomen helpen met de aanmaak van eiwitten voor gebruik in
of buiten de cel - Het glad endoplasmatisch reticulum = Dit bevat geen ribosomen en bevindt zicht
verder van de celkern. Het glad endoplasmatisch reticulum speelt een rol in de aanmaak van vetten en koolhydraten.
BESPREEK DE DELEN VAN HET CYTOPLASMA ENDOPLASMATISCH RETICULUM EN GOLGI-APPARAAT?
= Rond de celkern zit een netwerk van membranen gewikkeld.
. GOLGI-APPARAAT
Het golgi-apparaat bestaat, net zoals het ER, uit een netwerk van membranen. De membranen liggen als afgeplatte blaasjes op elkaar.
WELKE FUNCTIE HEEFT HET GOLGI-APPARAAT?
WAT VERSTA JE ONDER LYSOSOMEN?
Je kunt ze zien als de afvalmannen van de cel
Het zijn piepkleine blaasjes of vesikels die vrij in in het cytosol zitten. Ze bevatten een breed gamma aan afbreekenzymen.
WAT VERSTA JE ONDER MITOCHONDRIËN ?
De mitochondriën zijn de krachtcentrales van onze cel. Ze produceren namelijk ATP uit ADP. Om ATP te vormen, moeten suiker, vetten of eiwitten verbrand worden. Het deel van de verbranding dat gebruikt in de mitochondriën noemen we celademhaling. De mitochondriën hebben zuurstof nodig om efficiënt te kunnen functioneren. Dit is de reden waarom we longen hebben
WAT VERSTA JE ONDER EPITHEELWEEFSEL LEG UIT?
- Bedekken uitwendige oppervlaktes = bv de huid
- Bedekken inwendige oppervlaktes = bv de maagwand
WELKE EIGENSCHAPPEN KENT HET EPITHEELWEEFSEL?
- Er is zo goed als geen matrix (tussenstof). De epitheelcellen liggen als dakpannen
zeer dicht bij elkaar. - Epitheelcellen zijn bevestigd op het onderliggende weefsel door een
basaalmembraan. - Epitheelweefsels bevatten geen bloedvaten. Ze krijgen hun voedingsstoffen van
andere weefsels - Ze genereren zichzelf voortdurend. (vernieuwen zichzelf)
UIT WELKE DELEN BESTAAT HET DEKWEEFSEL? EN ZIE TEKENING
Plaveisel platte cellen
kubische vierkante cellen
MEERLAGIGE DEKWEEFSEL
plaveisel platte cellen
cilindrische hoge cellen
OMSCHRIJF WAT EEN MEERLAGIG DEKWAND OF PLAVEISELEPITHEEL VOOR JOU BETEKENT?
WELKE FUNCTIE HEEFT HET MEERLAGIG PLAVEISELEPITHEEL?
WELKE 2 SOORTEN KLIERCELLEN BESTAAN?
- Exocriene cellen; speekselklier, talgklier, borstklier, zweetklier, traanklier, lever, pancreas en prostaat
- Endocriene cellen; schildklier, hypofyse, bijnier, teelballen, eierstokken en pancreas
- Pancreas is een dubbele klier; het bevat zowel exocriene als endocriene cellen.
WELKE EXOCRIENE KLIEREN BEHOREN TOT DEZE GROEP?
pancreas
slijmbekercel
zweetklier
geven bloed af aan appicale oppervlak van epitheelweefsel
WAT VERSTA JE ONDER BINDWEEFSEL?
WELKE FUNCTIE HEEFT BINDWEEFSEL?
- Bescherming
• Ondersteuning • Isolatie
• Transport
De matrix speelt een belangrijke rol in het bepalen van de functie van het bindweefsel. De matrix bestaat enerzijds uit vloeibare grondsubstantie en anderzijds de vezels.
WELKE 3 VEZELS KAN JE TERUGVINDEN IN DE MATRIX?
- Collageen = zeer sterk en flexibel, maar niet elastisch
- Elastine = zeer elastisch
- Reticulaire vezels = gelijkt op collageen, maar net iets dunner.
WAAR VINDEN WE DE VOLGENDE CELLEN VAAK IN BINDWEEFSEL TERUG?
vooral terug te vinden
Vetweefsel en los bindweefsel
FUNCTIE
Opslag van vetten
MESTCEL
vooral terug te vinden in
Los bindweefsel
FUNCTIE
Specifieke afweer
FIBROLAST
vooral terug te vinden
Vast bindweefsel
functie
Aanmaak van matrix
MACROFAGEN
vooral terug te vinden
Los bindweefsel
functie
Aspecifieke afweer
WAARUIT BESTAAT VLOEIBAAR BINDWEEFSEL?
HOE NOEMT MEN BLOED EN WAARUIT BESTAAT DIT?
WELK KRAAKRBEEN KOMT HET MEEST VOOR EN WAT ZIJN DE KENMERKEN?
= is het meest voorkomende kraakbeen. Het is taai en buigzaam. De chondrocyten liggen samen in rijen of zuilen, chondronen genaamd.
Het kraakbeen bevat vooral dicht opeengepakte vezels in de matrix.
Hyalien kraakbeen bevat glycosaminoglycaan soort polysacharide.. Hoe meer hyalien kraakbeen er wordt belast hoe meer glycosaminoglycaan dat aanwezig is.
Komt voor bij; gewrichtskraakbeen, ribkraakbeen, kraakbeenringen, in de luchtpijp, groeischijven,..
OMSCHRIJF EEN VEZELIG KRAAKBEEN EN GEEF EEN ANDERE WOORD?
LEG IN EIGEN WOORDEN EEN ELASTISCH KRAAKBEEN UIT?
WELKE FUNCTIE HEEFT HET BEENWEEFSEL?
WAT VERSTA JE ONDER DE BEGRIPPEN OSTEOBLASEN EN OSTEOCLASTEN?
Bij mensen die hun botten onbelast houden komt verzwakking botweefsel vb rolstoelgebruikers, mensen met een verlamming
LEG HET LOS BINDWEEFSEL IN EIGEN WOORDEN UIT?
WAAR IS VETWEEFSEL UIT SAMENGESTELD?
VOLGENS DE PLAATS EN FUNCTIE ONDERSCHEIDEN WE WELK TYPE WEEFSEL IN HET VETWEEFSEL?
- Depotvetweefsel = is afhankelijk van de voedingstoestand en wordt onderhuids opgeslagen. We vinden dit vooral rond de abdomen, de billen en de borsten.
- Opbouwvetweefsel = komt voor in het beenmerg, de oogkassen, rond de nieren en gewrichten. Dit zorgt vooral voor stevigheid.
WANNEER WORDEN ADIPOCYTEN GEVORMD?
GEEF DE SAMENSTELLING VAN DE VERSCHILLENDE BINDWEEFSELS WEER?
lymfe : grondsubstantie lymfevocht cellen lymfocyten
kraakbeen elastine of collageen grondsubstantie water en glycosaminoglycan cellen chondrocyten
beenweefsel collageen grondsubstantie anorganische zouten cellen osteocyten
vetweefsel cellen adipocyten
vast bindweefsel collageen cellen weinig
elastisch bindweefsel elastine grondsubstantie weinig cellen weinig
los bindweefsel collageen en elastine cellen mestcellen, macrofagen vetcellen...
WAT VERSTA JE ONDER SPIERWEEFSEL EN WELKE DRIE SOORTEN KEN JE?
• Hartspierweefsel
- Skeletspierweefsel of dwarsgestreept spierweefsel
- Glas spierweefsel
WELKE 3 TYPES SPIERWEEFSEL ZIJN ER IN HET LICHAAM?
WAT IS HET VERSCHIL TUSSEN SPIERVEZELS EN EIWITVEZELS?
eiwitvezels: grote organische moleculen
WAT VERSTA JE ONDER HET BEGRIP MYOFIBRIL?
WAT ZIJN DE KENMERKEN VAN EEN GLAD SPIERWEEFSEL?
Het glad spierweefsel is een onwillekeurig spierweefsel, omdat dit niet bewust aangestuurd kan worden, vaak een voortstuwend effect, werkt traag en kan lange tijd onvermoeibaar werken.
WELKE 2 SOORTEN UITLOPERS HEBBEN NEURONEN?
- Meerdere dendrieten
- Één axon
Naast de zenuwcellen bevat het zenuwweefsel ook helpercellen, gliacellen.
WELKE EIGENSCHAPPEN HEBBEN SKELETSPIERWEEFSEL?
zeer lang en cilindrisch
meerdere celkern
dwarse strepen
willekeurige besturing
functie beweging van lichaam
WELKE EIGENSCHAPPEN HEBBEN BLAD SPIERWEEFSEL?
celvorm spoelvormig
een celkern
onwillekeurige besturing
voortstuwend effect vernauwende effect afgifte klierproduct
WELKE EIGENSCHAPPEN HEBBEN HARTSPIERWEEFSEL?
celvorm cilindrische en vertakt
één celkern
dwarse strepen
onwillekeurige besturing
contractie hart
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden