Circulatie stelsel - Hartfunctie - Bloeddruk en het hart
3 belangrijke vragen over Circulatie stelsel - Hartfunctie - Bloeddruk en het hart
Bloeddruk (tensie) in het hart is niet overal gelijk. Wat zijn de verschillende variaties?
Tijdens de actieve vullingsfase rekt de hartwand nog meer uit waardoor de bloeddruk nog niet echt stijgt
In de isovolumetrische fase wordt de ventrikeldruk opgevoerd De bloeddruk is dan gedaald in de aorta (80 mmHg) en ook in de truncus p. (10 mmHg)
In de ejectiefase is de druk in het linkerventrikel 120 mmHg en die in het rechterventrikel 30 mmHg , het bloed wordt in de slagaders gestuwd waardoor daar de druk stijgt naar 120 respectievelijk 30 mmHg
Bloeddruk is de druk die wordt uitgeoefend op de wanden van de bloedvaten. Het hart pompt constant bloed door de aders.
Bij elke hartslag varieert de bloeddruk tussen een maximum (systolische) en een minimum (diastolische) druk.
Aan het einde van de dag stijgt de bloeddruk weer. Dat is globaal het ‘dagritme’ van de bloeddruk.
Het gaat bij de bloeddruk altijd om twee waarden:
- de bovendruk
- de onderdruk
De bovendruk is de druk waarmee het bloed in de bloedvaten wordt gepompt door het hart. De onderdruk is de druk in de bloedvaten als het hart zich ontspant en weer vult met bloed.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden