Circulatie - Immuniteit - Niet specifieke immuniteit (ontsteking)
3 belangrijke vragen over Circulatie - Immuniteit - Niet specifieke immuniteit (ontsteking)
Wat gebeurd er als de ziekteverwekker toch binnendringt en welke mechanismen van de niet specifieke immuniteit zijn er?
- Specifieke immuniteit komt op gang, fagocyterende witte bloedcellen zijn actief.
- Infernon, complementsysteem en ontstekingsreactie.
Licht toe wat er gebeurd bij de inwendige niet specifieke afweer.
- Complementsysteem (trekt witte bloedcellen aan naar de plek, soort alarm) Maakt het fagocyteren makkelijker
- Leukocyten/neutrofielen (witte bloedcellen) - fagocyterende cel. Scheiden IL-1 uit.
- Macrofagen (zorgen ook voor facocytose en leven langer)
- Inferonen (natuurlijke eiwitten)
Vervolgens krijg je inflammatie, ofwel een ontstekingsreactie.
Licht de ABO-bloedgroepen toe in zake met antigeen, antistof en transfusie.
B: antigeen B, antistof A, bloedt. B+O
AB: antigeen A+B, geen antistof, bloedt. A+B+AB+O
O: geen antigeen, antistof A+B, bloedt. O
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden