Motorische stelsel - Skelet
9 belangrijke vragen over Motorische stelsel - Skelet
Welke verschillende steunweefsels zijn er en wat is de functie van steunweefsel?
Steunweefsel heeft een verbindende, steunende of verzorgende functie.
Steunweefsel geeft het lichaam steun, beschermt de organen, bepaalt de vorm en onderliggende beweeglijkheid.
Wat zijn de drie soorten kraakbeen en hun functie?
Hyalien kraakbeen: veel collagene vezels, glad glijvlak, soepele verbinding. Tussen ribben en borstbeen. vrij soepel en beweeglijk.
Elastisch kraakbeen: veel elastische vezels beweging is vrijwel onmogelijk. Oorschelpen en neus.
Vezelig kraakbeen: dicht opeengepakte collagene vezels
Wat is de functie van periost?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat is het verschil in opbouw en functie van compact bot en spongieus bot?
Compact bot: hard botweefsel. Osteon, haverskanaal en osteocyten. UItwisseling van stoffen tussen botweefsel en het bloed.
Spongieus bot: sponsachtigbotweefsel. Netwerk van beenbalkjes met kleine holtes. De holtes bevatten rood beenmerg, waarin bloedcelvorming plaatsvindt. Grote stevigheid met zo klein mogelijk gewicht.
Wat zijn de kenmerken en functie(s) van pijpbeenderen, platte beenderen, korte beenderen en onregelmatige beenderen?
Pijpbeenderen: pijpvormige, slanke botten. Middengedeelte = diafyse (schacht). Substansia compacta, mergholte met geel beenmerg (voornamelijk vet). Steungevend aan grote delen van het lichaam en hefboom werken. (bv; ulna, de ellepijp en radius (spaakbeen)
Platte beenderen: breed, lang en plat. Substantia compacta met dun laagje substantia spongiosa. Aanhechting van spieren en bescherming van de eronder liggende organen. (bv. schouderbladen)
Korte beenderen: klein, even lang als breed. Krachten verdelen bij mechanische belasting. (hand en voetwortelbeentjes)
Onregelmatige beenderen: uiteenlopende vormen en functies (bv onder en bovenkaak)
Wat zijn de drie botverbindingen en hun specifieke eigenschappen?
Bindweefselverbindingen: Botten met elkaar verbonden door netwerken van collagene, elastische vezels. Beweging tussen skeletdelen is niet mogelijk. Geeft stevigheid en stabiliteit. (tanden en kiezen in de kaak)
Kraakbeenverbindingen: kraakbeenzone tussen de botten. Drukvast, beetje vervormbaar, niet erg beweeglijk. 2 kraakbeenverbindingenL Hyalien, soepel en relatief beweeglijk (tussen rubben en borstbeen en vezelige kraakbeenverbindinge, beweging onmogelijk (tussenwervelschijven)
Gewrichten: Botverbinding, grote beweeglijkheid tussen de botten. Kop en kom bekleed met hyalien kraakbeen als schokdemper.
Geef een beschrijging van de termen lordose, kyfose en scoliose;
Dewervelkolom heeft krommingen in de vorm van een S-bocht. De krommingen zijn functioneel; ze verlenen steun en buigzaamheid aan de romp.
Lordose: 1e kromming met de bolle kant naar voren.
Cerviale lordose in het halsgebied en lumbale lordose in het lumbale gebied.
Kyfose: 2e kromming met bolle kant naar dorsaal. Borstgebied (thoracale kyfose) en sacrale (sacrale kyfose).
Scoliose: zijwaartse kromming. Functionele scoliose = om je evenwicht te bewaren compenseert de wervelkolom door licht zijwaarts te krommen. (verdwijnt wanneer je plat op je rug ligt)
Wat is de bouw van een wervel met de verschillende onderdelen;
Elke wervel is opgebouwd uit een corpus (wervellichaam) en een arcus (wervelboog) met enkele processen (uitsteeksels). Tussen elke twee wervellichamen zit een tussenwervelschijf.
-Halswervels: klein en licht
-borstwervels: groter dan halswervels
-lendenwervels: grootste en zwaarste wervels
-heiligbeenwervels: vergroeid tot het wigvormige os sacrum (heiligbeen).
-staartbeenwervels:
Wat is de positie, de bouw en de functies van een tussenwervelschijf?
Kraakbeenschijf die met het onder- en bovenvlak van twee aan elkaar grenzende wervellichamen is vergroeid.
Kern van een waterrijke, gel-achtige substantie (nucleus fibrosus) Rondom de kern zitten tussenwervelschijven (anulus fibrosus), een stevige ring,opgebouwd uit vezelig kraakbeen en collagene vezels.
Twee eigenschappen die die voor de wervelkolom essentieel zijn; drukvastheid (drukkracht opvangen) en vervormbaarheid (buigzaam)
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden