Het locomotieapparaat

24 belangrijke vragen over Het locomotieapparaat

Welke 4 soorten beenverbindingen onderscheidt men?

1. Starre botverbinding (schedel, bekken)
2. Halfstarre botverbinding (rugwervels, rib-borstbeen)
3. Spierverbinding (voorbenen, romp) = ook halfstar
4. Gewrichten; kogelgewricht (heup), scharniergewricht (elleboog, tenen), draaigewricht (hals)

Wat is synovia, waar wordt het gemaakt en wat is de functie?

Gewrichtsvloeistof
Wordt gemaakt door het gewrichtskapsel (waar beenvlies verdikt t.h.v. gewricht).
Is smeermiddel en bevat voedingsstoffen voor het gewrichtskraakbeen.

Wat is de functie van de meniscus?

Zorgt voor het opvangen van klappen (schokbreker) en het beter op elkaar aansluiten van botdelen.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat is de wetenschappelijke naam voor wervel?

Vertebra (meervoud = vertebrae)

Wat zijn valse ribben?

De ribben 10 t/m 12 welke samen de ribboog vormen en aan de 9de rib en elkaar vast zitten middels kraakbeen.

Benoem de onderdelen van de voorpoot (in de juiste volgorde).

1. scapula (schouderblad)
2. boeg (schoudergewricht)
3. humerus (opperarmbeen/bovenarm)
4. ellebooggewricht
5. ulna (ellepijp; onderdeel onderarm)
4. radius (spaakbeen; onderdeel onderarm)
5. carpus (polsgewricht/voorknie
6. metacarpalia (middenhandsbeentjes)
7. falanx (vingerkootje)

Benoem de onderdelen van de achterpoot (in de juiste volgorde)

1. femur (dijbeen)
2. patella (knieschijf)
3. fibula (kuitbeen; onderdeel onderbeen)
4. tibia (scheenbeen; onderdeel onderbeen)
5. tarsus (hakgewricht)
6. metatarsalia (voetwortelbeentjes)
7. digiti (kootjes)

Uit welke structuren is de knie opgebouwd?

1. femur (dijbeen)
2. patella (knieschijf)
3. kruisbanden
4. menisci
5. tibia & fibula (scheenbeen & kuitbeen = onderbeen)
6. kniebanden
7. gewrichtskapsel

Wat is een een Hubertusklauw of wolfsklauw?

Een extra duimpje bij de hond (naast de vier tenen).

Op welke 3 manieren kan de calciumconcentratie van het bloed worden aangepast?

1. via afzetting in en opname uit het skelet
2. via uitscheiding en terugresorptie door de nier
3. door het evenwicht tussen bloedplasma en botweefsel

Hoe werkt de directe regulatie van de calciumhuishouding?

- via nieren: hoge concentratie Ca in het bloed zorgt voor hoge concentratie Ca in de urine. Lage concentratie Ca in het bloed zorgt voor terugresorptie van Ca vanuit de primaire urine.
- via bot: hoge concentratie Ca in het bloed zorgt dat osteocyten Ca inbouwen (=opslag). Lage concentratie Ca in het bloed zorgt dat osteoclasten Ca-ionen vrijmaken uit het bot.

Hoe werkt de hormonale regulatie van de calciumhuishouding?

1. paraathormoon (PTH): afgifte door bijschildklier; verhoging concentratie Ca door:
- verhoogde botresorptie
- verhoogde terugresorptie van Ca in de nier
- verhoogde productie vitamine D (omzetting vit. D3 door lever en nieren)

2. calcitonine: afgifte door schildklier; verlaging concentratie Ca door:
- verlagen botresorptie
- verhogen calciumexcretie door de nier

3. vitamine D verhoging conctratie Ca door:
- verhoging gevoeligheid botcellen voor inwerking PTH
- verlaging uitscheiding calciumexcretie door de nier
- verhoging van opname door de darm van Ca- en fosfaationen

Benoem 4 soorten aangeboren afwijkingen van het skelet.

- Aplasie (niet ontwikkeld)
- Hypoplasie (te klein of onvolledig ontwikkeld)
- Hyperplasie (toename van aantal cellen)
- Vormveranderingen

Waardoor kan lokale atrofie van beenweefsel worden veroorzaakt?

= verkleining van weefsel door afname totale hoeveelheid cytoplasma in de cel.
- drukatrofie door tumoren of verkeerde beenstand
- inactiviteitsatrofie bij verlamming en fracturen

Waardoor kan necrose van beenweefsel optreden?

Door ontstekingen en trauma.

Beschrijf het proces van de genezing van een botbreuk.

Bij botbreuk worden bloedvaten, periost en endost beschadigd.
- bloedvoorziening van de osteocyten bij de breukplaats stopt en ze sterven af
- het dode bot wordt afgebroken door osteoclasten
- de ruimte tussen de botdelen groeit vol met periostaal en endostaal bindweefsel
- op plaatsen met slechte bloedvoorziening ontstaat kraakbeen
- periostaal en endostiaal bindweefsel levert osteoblasten die door directe beenvorming het breukvlak genezen.
- kraakbeen wordt via indirecte verbening vervangen door beenweefsel
- weefselverdikking (callusvorming) omgeeft de breukplaats
- matrix in de weefselverdikking verkalkt en wordt geremodelleerd door osteoclasten waardoor de verdikking verdwijnt.

Welke 4 soorten beenstofwisselingstoornissen zijn er? Ook voorbeelden.

1. gestoorde kraakbeengroei;
- dwerggroei = chondrodystrofie (tekort groeihormoon of verminderde werking schildklier)
- reuzengroei (te veel groeihormoon of overactieve schildklier)

2. gestoorde osteogenese (botaanmaak van Ca in de matrix)
- osteoporose (weinig beenweefsel door hypofunctie en hypoplasie van osteoblasten)
- osteoclerose (beenverdichting door hyperfunctie van osteoblasten)

3. gestoorde mineralisatie (afzetting van Ca in de matrix)
Bij fosfaatdeficiëntie, hyperparathyreoïdie (te veel PTH), tekort vitamine D.
- rachitis bij jonge groeiende dieren
- osteomalacie bij volwassen dieren

4. stoornissen in de botresorptie
- osteoporose (weinig beenweefsel door toegenome botresorptie osteoclasten)
- osteoclerose (beenverdichting door verminderde resorptie osteoclasten)

Waar speelt een ontsteking van het beenweefsel zich af?

In het periost, endost of beenmerg. (kraakbeen en beenweefsel reageren passief)

Noem 4 soorten ontstekingen van het skelet.

1. periostitis (ontsteking van het beenvlies)
2. ostitis (ontsteking van het binnenbeenvlies)
3. osteomyelitis (ontsteking van bot en beenmerg)
4. paneosteïtis (ontsteking van periost, endost en beenmerg)

Wat zijn kenmerken van osteomyelitis en wat kan gevolg zijn?

=ontsteking van het bot en beenmerg
- meestal purulent of necrotisch van aard
- ontstaat door bacteriën die in het beenmerg terechtkomen via bloedbaan of open fractuur
Mogelijk gevolg: osteosarcoom (tumor)

Welke 2 soorten bottumoren onderscheidt men?

1. primaire bottumoren (gaan uit van het beenweefsel zelf)
2. tumoren als gevolg van metastasering vanuit een tumor in ander weefsel

Welke primaire tumoren komen bij gezelschapsdieren het meest voor? Noem kenmerken.

1. osteosarcoom
- voornamelijk bij honden
- vooral aantasting lange pijpbeenderen
- tumor kan bot vormen, maar slechte kwaliteit en door slechte bloedvoorziening necrose in het centrum waardoor toename fracturen
- snelle metastasering, eerst naar longen
- erg pijnlijk!

2. chondrosarcoom
- voornamelijk bij grotere rassen honden
- vooral in platte beenderen (ribben, wervels, bekken)
- tumor maakt kraakbeencellen
- langzame metastasering

Bij Franse bulldogs en Beagles komt de hernia voornamelijk cervicaal voor. Waar raakt de hond als gevolg dan verlamd?

Aan de voor- en achterpoten (cervicaal = halswervels)

Bij teckels komt de hernia voornamelijk lumbaal voor. Waar raakt de hond als gevolg dan verlamd?

Aan de achterpoten (lumbaal = lendewerfels)

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo