NERVI & ARTERIAE DT2

19 belangrijke vragen over NERVI & ARTERIAE DT2

Hoe wordt de anatomische positie van het bekken gedefinieerd?

In heb frontale vlak ligt het bekken iet naar ventraal gekanteld, waardoor je in het bekken kunt kijken.
In het sagittale vlak ligt het bekken van proximaal ventraal naar distaal dorsaal.
In het transversale vlak ligt het bekken horizontaal recht.

Ga m.b.v. een skelet na waardoor de plexus sacralis (veel) dorsaler ligt dan de plexus lumbalis

Als gevolg van de lumbale lordose en de daarop aansluitende kyfotische vorm van het os sacrum.

Ga na of de n. femoralis palpabel is.

De n. femoralis ligt het meest oppervlakkig in het craniale deel van het trigonum femorale. De zenuw wordt gelokaliseerd a.d.h.v. de a. femoralis en het lig. inguinale. De zenuw is vrij plat en breed en is soms bij dwarse palpatie te voelen.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Palpeer de n. saphenus ter hoogte van de malleolus medialis.

De n. saphenus is het gemakkelijkst te palperen aan de ventrale zijde van de mediale malleolus.

Zoek op een skelet de sulcus obturatorius op, het benige deel van de canalis obturatorius

zie afbeelding

Ga m.b.v. de atlas na wat de ligging is van de n. ischiadicus t.o.v. de art. coxae, de pelvitrochantere spieren, de m. gluteus maximus en het tuber ischiadicum.

De n. ischiadicus komt uit L4-S4 en loopt vervolgens over de
ventrale zijde van het os sacrum en verlaat het bekken via het
foramen infrapiriforme. Hierna buigt de zenuw om naar distaal,
liggend op de pelvitrochantere spieren en bedekt door de
m. gluteus maximus. Lateraal van het tuber ischiadicum
bereikt d en. Ischiadicus het vrije deel van de onderste
extremiteit.

Inspecteer en palpeer de n. fibularis communis in de fossa poplitea.

De n. fibularis communis wordt zichtbaar in de knieholte door
maximaal voorover de buigen met niet volledig gestrekt been.

Ga na of de huidtak van de n. fibularis superficialis zichtbaar en/of palpabel is.

Ja, zie afbeelding.

Geef aan wat de ligging is van de n. tibialis t.o.v. de andere structuren in de regio retromalleolaris medialis. Ga na of de zenuw in deze regio te palperen is.

Zie afbeelding.

Waardoor is het, gegeven de constructie van het bewegingsapparaat in het kniegebied, noodzakelijk dat de a. poplitea het kniegewricht dorsaal passeert?

Het knokige gebied van de knie zou de arterie erg kwetsbaar maken. De dorsale zijde is de enige plaats om het kniegewricht veilig te passeren.

Vorm je m.b.v. de atlas een beeld van de ligging van de a. iliaca communis en de a. iliaca externa t.o.v. de m. psoas major.

De aorta ligt voor de wervelkolom en in het lumbale gebied dus mediaal van de m. psoas major. Ter hoogte van L4 splits de aorta abdominalis in de a. iliaca communis (R en L), die zich op zijn beurt weer splitst in een a. iliaca externa en een a. iliaca interna. De a. iliaca communis en a. iliaca externa liggen ook mediaal van de psoas major.

Bepaal op een skelet de positie van de lacuna musculorum. Ligt deze mediaal of lateraal van de sias?

De lacuna musculorum ligt mediaal van de sias.

Maak het trigonum femorale zichtbaar

In rugligging met 1 been de kleermakershouding aan te nemen zonder dat dit been contact heeft met de onderlaag.

Projecteer de geschatte oorsprong van de a. profunda femoris.

zie afbeelding.

Teken de m. sartorius af op de huid van een gestrekt been. Vorm je m.b.v. dit een beeld van het verloop van de a. femoralis. Waar gaan spier en arterie uiteen?

De a. femoralis is de grote been arterie. De a. femoralis loopt via de lacuna vasorum onder het lig. inguinale door. Zij komt dan in het diepste gedeelte van het trigonum femorale. De a. femoralis ligt ventraal van de m. psoas major.

De m. sartorius loopt over de a. femoralis heen. Ter hoogte van de membrana vastoadductoria (net na de helft van het bovenbeen richting distaal) splitst de a. femoralis op in a. poplitea (naar knieholte) en a. genus descendens (langs mediale zijde knie). Hier gaan de spier en arterie uiteen.

Palpeer de pees van de m. adductor magnus en maak je een voorstelling van de plaats van de hiatus tendineus.

De hiatus tendineus is de opening tussen beide insertieplaatsen van
de m. adductor magnus

Leg de palperende vingers in 1 keer op de a. femoralis, dus zonder te zoeken.

zie afbeelding

Palpeer de a. tibialis posterior in de regio retromalleolaris.


Bij de palpatie worden de vingertoppen, de ronding van de malleolus medialis volgend, dorso-distaal van de malleolus medialis geplaatst. Er is maar weinig druk nodig. Direct dorso-lateraal van de arterie is de n. tibialis te voelen, meestal als een verrolbare streng.

Ga na of de a. tibialis anterior in het distale deel van het onderbeen te palperen is.

In de diepte van de extensorenloge is a. tibialis anterior niet te palperen. Naar distaal nemen spierbuiken van de extensoren af zodat de arterie meer naar het oppervlak komt. Zij wordt dikwijls palpabel op het onderste 1/3 deel van het onderbeen, lateraal van m. tibialis anterior.


De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo