MUSCULI DT2
16 belangrijke vragen over MUSCULI DT2
Waarom is er bij de behandeling van de bovenbeenspieren voor gekozen gebruik te maken van referentiespieren?
Teken de m. tensor fasciae latae en de m. sartorius nauwkeurig af bij hun oorsprong op de sias.
De welving ter plaatse van de m. tensor fasciae latae wordt bij endorotatie wel en bij exorotatie niet mede bepaald door de mm. glutei medius en minimus. Hoe is dit te verklaren?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Vorm je mbt atlas en skelet een beeld van de ligging van de tractus iliotibialis
Ga na of de groeve aan de laterale zijde van het bovenbeen bij zit op de punt van een stoel overeenkomt met de positie van het septum intermusculare. Laat daartoe minder dan 90 graden gebogen been achtereenvolgens tegen weerstand van de vloer in buigen optillen. Welke spieren voel je daarbij alternerend aanspannen?
m. biceps femoris
Volg de tractus iliotibialis tot zijn insertie op het zogenoemde tuberculum van Gerdy. Welk deel van de tractus is zichtbaar te maken?
Ga na over welke afstand de m. sartorius te inspecteren is.
Palpeer de niet-inspecteerbare delen van de m. sartorius.
Teken de m. sartorius af van origo tot insertie
Bepaal de topografische relatie tussen de m. sartorius en de m. vastus medialis.
Geef aan hoe je kunt nagaan of een contour deel uitmaakt van de m. rectus femoris dan wel van een van de mm. vasti
Inspecteer het kniegebied vanaf ventraal bij aangespannen m. quadriceps. Ga na welke verschillen er zijn in de contouren van de m. vastus medialis en de m. vastus lateralis.
Ga na of de zogenoemde suprapatellaire welving zichtbaar is in stand met een ontspannen quadriceps.
Vorm je, m.b.v. atlas en skelet, een beeld van de ligging van de m. gluteus medius. Welk deel van de spier wordt bedekt door de m. gluteus maximus?
Waardoor is de palpatie van de pelvitrochantere spieren moeilijk tot onmogelijk?
De ligging van de m. piriformis is vrij ingewikkeld. Probeer een beeld te krijgen van de ligging van de spier door gebruik te maken van afb. 6.30 en een skelet.
Rechts is aangegeven dat de versmallende spier in zijn middelste gedeelte bedekt wordt door de m. gluteus maximus en het daaroverheen gelegen, vaak sterk ontwikkelde integumentum commune. Daarna verdwijnt de spier achter de m. gluteus medius om vervolgens te insereren aan de binnenzijde van de top van de trochanter major.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden