Anatomie osteologie
37 belangrijke vragen over Anatomie osteologie
Zeer pijngevoelige en bloedvatenrijke buitenbekleding van botweefsel. Bindweefsellaagje waarmee elk been is overtrokken. Uiterst belangrijk voor de diktegroei en voor herstel na letsel.
Kraakbeen dat de beenderen bedekt op de plaatsen waar zij ten opzichte van elkaar bewegen
Eindstuk van een lang been dat bekleed is met gewrichtskraakbeen op hun vrije uiteinde
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Zware botuitsteeksels, niet bekleed met gevrichtskraakbeen maar waarop spieren of pezen vasthechten
Rafelig uiteinde van de diafyse, waar het groeikraakbeen aansluit op de diafyse en de verbening optreedt
Zijkanten van het schedeldak. Vormt samen met het wand- en voorhoofdsbeen het schedeldak. Vormt ook het caudale deel van de jukboog
Twee onpare beenderen die samen met het achterhoofdsbeen de schedelbasis vormen
Rostrale bescherming van de schedelholte, dunne scheidingswand die tussen de schedelholte en de neusholte gelegen is en wordt doorzeefd door talrijke zenuwen
Is gelegen aan de mediale rand van de orbita
Vormt veruit het grootste bot van de bovenschedel. In de ventrolaterale rand zijn de bovenkiezen ingeplant. Loopt naar mediaan uit in het harde gehemelte
Samen met het snijtandsbeen en de maxilla vormt het harde gehemelte
Sluit caudomediaal aan op het gehemeltebeen
Dun langwerpig bot met een v-vormig profiel dat in de mediaanlijn tussen het harde gehemelte en de schedelbasis gelegen is
Onpaar been dat voorkomt in de neusschijf van varkens
Bestaat uit twee symmetrische helften die alleen rostraal met elkaar verbonden zijn door middel van een beenderige of kraakbeenderige naad
Been dat zich achteraan in de tong bevindt, bestaande uit verschillende kleine been- en kraakbeenstukjes
Bindweefselstroken die bij jonge dieren de beenderen van de bovenschedel nog onderling verbinden
Grillige bindweefselige (syndesmotische) verbinding tussen twee aanpalende platte beenderen. Ontstaan uit fontanellen die smaller worden
Vormt het caudodorsale gedeelte van de schedel. Hij bestaat uit de ossa cranii, en omsluit de cavum cranii
Wordt door een neusseptum in een linker en een rechter holte ingedeeld
Is dorsaal afgesloten door het harde gehemelte en wordt beiderzijds begrensd door de mandibula
Dorsale wand van de hersenschedel. bestaat uit: voorhoofdsbeen, wandbeen en het slaapbeen
Ventrale deel van de hersenschedel, bestaat uit: 2 onpare wiggebeenderen en het basale deel van het achterhoofdsbeen
Zijdelings van de hersenschedel, erin is een zware kauwspier gelegen
Plaats waar de oogbol en bijhorende oogspieren liggen
Het caudale deel wordt gevormd door het slaapbeen en draagt op zijn ventrale zijde een gewrichtsvlak voor articulatie met de mandibula. Naar lateraal toe wordt de oogkas geflankeerd hierdoor, steekt sterk zijdelings uit.
Deel van het os temporale, omsluit het gehoororgaan samen met de trommelholte en het rotsbeen
Deel van het os temporale, omsluit het gehoororgaan (middenoor)
Hierdoor kunnen de hersenstam en de omringende hersenvliezen in verbinding komen met het ruggenmerg en de ruggenmergvliezen. Overgang tussen het cavum cranii en de canalis vertebralis
Deelt de heusholte in een linker en rechterholte, rostrale deel is kraakbenig en het caudale gedeelte beenderig
Dunne spiraalvormige opgekrulde beenlamellen in de neus
Sinus frontalis en sinus maxillaris, onregelmatige luchtruimten komen voor in het os frontale
Inkeping aan de onderrand van de mandibula waar belangrijke bloedvaten liggen
Dit is een platte verticale beenplaat
De uitmonding van de canalis mandibulae, waarin leidingen liggen voor de voeding en bezenuwing van de tanden en de onderlip
De stevige bovenste kauwspier grijpt hierop aan
Is met kraakbeen bekleed en articuleert met het os temporale. Vormt hiermee het kaakgewricht.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden