Palperen - Spieren onderarm - Flexoren
5 belangrijke vragen over Palperen - Spieren onderarm - Flexoren
M. Pronator teres
Zoek de mediale rand van de fossa cubitalis. Leg je vingers hierop vanaf de epicondylus medialis en maakt een pronatie. De pronator teres is de meest proximale flexor. Je kunt het onderscheid tussen de pronator teres en flexor carpi radialis ontdekken door de proefpersoon palmairflexie uit te laten voeren. De pronator doet dit niet.
M. Flexor carpi radialis
De spier is het beste te onderscheiden bij de insertiepees. Het is de meest radiale pees bij de pols bij een krachtige vuist. Leg een krachtige vuist op tafel om de pees goed te voelen. Je kunt de spierbuik voelen richting proximaal (alternerend buigen en strekken van de pols kan hier ook bij helpen).
M. Palmaris longus
Je kunt de pees zien door een oppositie te doen (pink en duim op elkaar). De pees heeft zijn insertie op de palmaire aponeurose, die trekt samen bij oppositie en daarom zie je de pees bij die beweging. Je kunt de pees proximaal volgen naar de spierbuik. Door palmairflexie wordt de spierbuik duidelijker.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
M. Flexor digitorum superficialis
Leg je vingers tussen de m. Palmaris longus en m. Flexor carpi ulnaris. Ontspan vervolgens je hand en beweeg de 4 vingers alternerend, dan voel je de pees. De buik voel je door je vingers mediaal neer te leggen hoog in de onderarm. Daar zie en voel je beweging als je je 4 vingers alternerend beweegt.
M. Flexor digitorum profundus
De flexor digitorum profundus ligt onder de superficialis. De pees voel je in het bovenste kootje als je flexie doet tegen weerstand. De buik voel je ulnair van de margo posterior/ aan de mediale zijde van de dorsale zijde van de onderarm
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden