Anatomie wervels osteo
29 belangrijke vragen over Anatomie wervels osteo
Eerste halswervel. Geen wervellichaam, vervangen door arcus ventralis. Wijd foramen vertebrale. Geen gewrichtsuitsteeksels.
Diepe gerichtiskommen op de craniale rand van de arcus dorsalis en de arcus ventralis, waarin de achterhoofdsknobbels passen (ja-gewricht)
Ondiepe gewrichtsvlakken op de caudale rand van de arcus dorsalis en de arcus ventralis, articuleren met de voorzijde van de axis
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Craniale verlenging van het lange lichaam, tandvormig uitsteeksel. Het vertegenwoordigt het lichaam van de atlas, dat met dit van de axis vergroeid is. De tand draagt ventraal en zijdelings kraakbeen voor articulatie met de fovea dentis op de atlas
Zwaar kamvormig spinaal uitsteeksel die uitloopt op de ventraalgerichte caudale gewrichtsvlakken
Vormen de basis van de rug of rugstreek. Kort wervellichaam. Gewrichtsvlakken voor articulatie met de ribben
Gevormd door de voorste spinaaluitsteeksels die wat caudaal hellen en deels uitsteken
Vormen de basis van de lenden of de lendenstreek. Lange wervellichamen, brede spinaaluitsteeksels
Vormt de basis van het kruis of de kruisstreek en biedt een stevige aanhechtingsplaats voor het bekken en voor de zware achterhandspieren
Kant van het bekken hierop zijn de vergroeiingsplaatsen van de wervellichamen te zien als dwarse lijnen
Cranioventrale rand van het eerste wervellichaam die iets kamvormig kan uitsteken. Een van de referentiepunten om de bekkeningang te meten
Het craniale deel van de pars lateralis is zwaar en steekt zijdelings uit als een vleugel
Oorvormig kraakbeenvlak aan de dorsale zijde van de sacraalvleugel. het articuleert met het bekken
Wanneer beide processus hemales vergroeien tot een boog. Omsluiten belangrijke bloedvaten
Knopvormig uiteinde op het proximale deel van het os costale
Het zondert ribbenhoofd, ribknobbel en de rest van de rib van elkaar af
Ribknobbelsteekt dorsaalwaarts uit en draagt een gewrichtsvlak voor articulatie met het gewrichtskraakbeen op het dwarsuitsteeksel van het meest caudale deel van de twee opeenvolgende wervels
Benige deel van een rib, min of meer afgeplat
Kraakbenig deel van de rib dat vergroeid is met het os costale zonder gewrichtsvorming. Ribkraakbeenderen buigen duidelijk af naar craniaal
Opeenvolgende ribkraakbeenderen leggen zich in elkaars verlengde, en zijn onderling en met de laatste ware rib verbonden
Ademhalingsribben. Hebben een puntig uitlopend ribkraakbeen dat geen gewricht vormt met het sternum. Zij zijn beweeglijker dan de ware ribben.
Het ribkraakbeen van het laatste ribbenpaar eindigt zonder vergroeiing met andere ribben in de spierwand van de buik
Craniale deel van het sternum dat bestaat uit één sternebra, die craniaal verlengd is door een kraakbeenstuk. Het draagt de gewrichtskom(men) voor het 1e ribbenpaar
Bestaat uit een uiteenlopend aantal sternebrae. Dit aantal staat in relatie met het aantal ware ribben. De gewrichtskommen liggen op de zijranden van het corpus
Bevat in regel één beenstuk dat verlengd is door een dorseventraal afgeplatte kraakbeenplaat
Onpare, na elkaar gelegen beenstukken waaruit het borstbeen is opgebouwd
Wordt gevormd door de rugwervels, de ribben en het borstbeen. Hij omsluit een kegelvormige ruimte met afgeknotte craniaal gericht top en caudaal gericht grote basis
Begrensd door de eerste ribben, de eerste rugwervel en het manubrium sterni. Vrij kleine opening en opgevuld met los weefsel waardoor de luchtpijp, slokdarm, bloedvaten en zenuwen de borstholte bereiken
Zeer ruim en breed en wordt begrensd door de laatste rugwervel, de laatste rib, de ribbenboog en het xiphoid
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden