PowerPoint - Powerpoint: fysiologie zenuwstelsel

20 belangrijke vragen over PowerPoint - Powerpoint: fysiologie zenuwstelsel

Het membraampotentiaal bij zenuwcellen in rust wordt een

rustpopetentiaal genoemd.
Is -70 mV --> veroorzaakt door verdeling geladen deeltjes .
- binnen: veel K+ en eiwitten (negatieve lading)
- buiten: veel Na+ en veel Cl- 

Wat doen de geladen deeltjes bij membraampotentiaal bij zenuwen? (rustpotentiaal )

Geladen deeltjes willen het potentiaal verschil neutraliseren. 

positief geladen ionen of moleculen willen de cel in, terwijl negatief geladen ionen of moleculen de cel uit willen.  Membraan zorgt ervoor dat membraanpotentiaal gehandhaafd blijft.

Wat zijn andere belangrijke eiwitten in het membraanpotentiaal?

- natrium en kalium kanalen: wanneer open --> verplaatsing ionen door diffusie (van hoge naar lage concentratie)
met de concentratiegradient mee
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Kenmerken membraanpotentiaal in rust:

Membraan gedeeltelijk permeabel voor kalium (gedeelte valiumkanalen staat open) --> kalium-efflux --> negatieve lading intracellulair




(kalium stroomt van binnen naar buiten)


positieve kalium ionen stromen de cel uit hierdoor verliest de cel positieve lading. Dit draagt bij aan negatieve rust membraampotentiaal van -70 mv

Door wat verandert de membraampermeabilitiet?

Door prikkeling.

celmembraan wordt plotseling:

- doorlaatbaarheid voor Na+-ionen (natrium kanalen open) --> Na+-ionen stromen naar binnen = natrium - influx --> binnenkant cel (intracellulair) wordt positiever (minder negatief)

concentratie Na+ hoog buiten de cel, laag in de cel.


(depolarisatie)

Hoe wordt de fase genoemd waarin het membraampotentiaal positiever wordt?

Depolarisatie.
Polariteit --> (spanningsverschil tussen binnenkant en buitenkant van de cel) wordt kleiner

Wanneer er voldoende natrium kanalen open gaan kunnen er zoveel natrium ionen de cel instromen dat de drempelwaarde voor de actiepotentiaal wordt bereikt. Wat is de drempelpotentiaal?

Drempelpotentiaal: -50mv

- verhoging membraanpotentiaal met 20 mV --> depolarisatie niet te stoppen
(voltage keten natrium kanalen open en stromen natrium ionen massaal de cel in)
--> snelle depolarisatie tot max 30 mV

Gaat snel richting 0, geen spanningsverschil meer over het membraan. Natrium ionen blijven naar binnen stromen.


De binnenkant vd cel wordt positief ten opzichte van buitenkant tot circa 30mv. Daarna:
keert membraampotentiaal weer terug richting de rustmembraampotentiaal.

Wanneer ontstaat de actie potentiaal?

Wanneer de prikkel sterk genoeg is wordt de drempelwaarde overschreden.


- kent altijd hetzelfde verloop
- depolarisatie tot circa +30mv en terugkeer naar rustmembraampotentiaal,

waarbij membraampotentiaal voor een korte tijd negatiever is
dan de rustmembraampotentiaal.  

Op de plek waar het actiepotentiaal ontstaat bevind er instroom van natrium ionen plaats.
Deze natrium ionen gaan zich ook in de cel verspreiden en verplaatsen naar waar de natrium concentratie lager is.
Als eerste in de directe omgeving.
Wat ontstaat hier?

Stroompje van natrium ionen; naast gelegen stukje membraan een beetje depolariseert.

Is voldoende om in het naastgelegen stuk van het membraan een actiepotentiaal op te wekken.

Dikke axonen met een myeline schede hebben een ....

Snelle geleiding

Wat is de knopen van Ranvier?

Onderbreking myelineschede
- door isolerende vermogen myelineschede alleen actiepotentiaal bij knopen van ranvier --> saltatoire impulsgeleiding (sprongsgewijs)



- tijdsduur per sprong is gelijk
-snellere impulsgeleiding bij grotere afstand tussen knopen van ranvier

Impulsen worden langs het axon van een zenuwcel voortgeleid. Aan het einde van een axon moet een impuls worden overgedragen op een volgende cel.
Dit gebeurt via speciale overdrachtsplaats aan het einde van een axon genaamd:

Synaps: speciale overdrachtsplaats voor overdacht impulsen aan einde axon op volgende zenuwcel

Hoe worden elektrische impulsen bij de synaps overgedragen op de volgende cel? Deel 1

Met behulp van chemische boodschappers
-> neurotransmitters.

- synapsblaasjes in cytoplasma aan het einde vd axon bevat neurotransmitter

Wanneer actiepotentiaal het einde van een axon bereikt wordt neurotransmitter afgeven in de synapsspleet.

Hoe worden elektrische impulsen bij de synaps overgedragen op de volgende cel? Deel 2

- het membraan van de synaosblaasjes versmeld met het pre-synaptische membraan, hierdoor komt de inhoud (neurotransmitters) in de synapsspleet terecht.

- in het post synaptische membraan zitten receptoren waaraan de neurotransmitter zich kan binden --> opening membraankanalen --> natrium - influx.

- hoeveelheid neurotransmitter bepaalt hoeveelheid depolarisatie --> wel / geen actiepotentiaal

- enzymen breken neurotransmitter af --> herstel membraanpermealibiteit

De verschillende postsynaptische signalen die een cel ontvangt bepalen of er in de ontvangende cel een actiepotentiaal wordt gegenereerd.

Ontvangende cel ontvangt via verschillende synapsen signalen.
Komen via verschillende dendrieten en cellichamen binnen.
Sommige synapsen worden inbirerende neurotransmitters afgegeven zoals bij I1.
Andere synapsen zoals E1, E2 , E3 worden exitarende neurotransmitters afgegeven.

De postsynaps is de potentiale van de verschillende synapsen worden bij elkaar opgeteld

Zijn 2 manieren waarbij de postsynaps potentiële worden opgeteld in tijd en in de ruimte.

- Temporale sommatie: optelling postsynaptische potentialen in tijd. (paars gedeelte figuur 22:16min)

- Spatiele sommatie: optelling postsynaptische potentialen in de ruimte

Het totaal van iniberende en exhiberende post synaptische potentialen bepaald of de drempelwaarde wordt bereikt -->

Actiepotentiaal

Op de dendrieten en meeste cellichamen van neuronen zijn 100 tot 1000 synapsen aangesloten.


Binnen zenuwstelsel:Elk neuron ontvangt vele signalen

- sommige synapsen zijn exciterend, andere inhiberend
- optelsom verschillende signalen bepaalt of een actiepotentiaal via het axon wordt doorgegeven

Uiteindelijk komen de impulsen bij het eindpunt: motorische output

- motorische axonen eindigen in motorische eindplaatjes --> contact met spiervezel

- bij productie exciterende neurotransmitter --> contractie spiervezel
- bij productie inhibiterende neuro-transmitter --> ontspanning spiervezel

Wanneer een axon eindigt bij een klier:

- productie exciterende neurotransmitter --> stimuleert secretie product

- productie inhibiterende neurotransmitter --> remt secretie productie

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo