Samenvatting: Anesthesiologie (Nl)

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Anesthesiologie (NL)

• 1 Inleiding

  Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• 1.2 Woorden en begrippen

  Dit is een preview. Er zijn 16 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat verstaat men onder spierrelaxatie?

  - Spierverlapping

• 3 Lokaal anesthesie

  Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
  Laat hier meer flashcards zien

• 3.1 Lokaal anesthetica

  Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat zijn de voordelen (+) en nadelen (-) van het toevoegen van adrenaline aan lidocaïne?

  + het vernauwen van de vaten vertraagt het afvoeren van de lidocaïne waardoor de verdoving langer werkt (90-120 min ipv 30-60 min)
  + het geeft minder bloedingen bij het snjiden
  
  - slechtere wondgenezing door de verminderde doorbloeding
  - necrose kan optreden

• Wat zijn de bijwerkingen bij overdosering van lidocaïne?

  • sufheid
  • ademhalingsdepressie met onwillekeurige bewegingen van de poten
  • convulsies (toevallen)
  • ernstige bloeddrukdaling

  
  Niet alleen het PZS maar ook het CZS wordt beïnvloed.

• 3.2 Oppervlakte anesthesie

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Waarop moet je letten als je een Lidocaïne spray moet gebruiken bij een kat?

  Larynxoedeem kan optreden als gevolg van het conserveermiddel in de spray. Gebruik liever "Intubeaze", deze is geschikt voor een kat.

• 4 Algehele Anesthesie - Premedicatie

  Dit is een preview. Er zijn 15 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4
  Laat hier meer flashcards zien

• Uit welke groep premedicatiemiddelen komt het middel wat je gebruikt bij epilepsie?

  minor tranquilizers

• Wat kan een bijwerking zijn van opiaten?

  1. ademdepressie
  2. toename speekselsecretie
  3. afname hartslag
  4. braken en verhoogde frequentie van defeceren

• 4.2.2 Analgesie

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.2.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat zijn de kenmerken van opiaten en de meest voorkomende namen?

  Morfine is de meest bekende. In de praktijk kom je vaak de volgende opiaten tegen: methadon, fentanyl en buprenorfine.
  
  Deze middelen geven een krachtige pijnstilling en daarnaast vaak sedatie.
  Bij voorkeur wordt een dosering gegeven waarbij er geen sedatie optreedt, alleen pijnstilling.

• 6 Algehele anesthesie - Onderhoud

  Dit is een preview. Er zijn 12 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 6
  Laat hier meer flashcards zien

• 6.4 Anesthesiesysteem

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 6.4
  Laat hier meer flashcards zien

• Welke sorten anesthesiesystemen bestaan er?

  Er zijn in totaal 4:
  

  1. open systeem
  2. half open systeem
  3. half gesloten systeem
  4. gesloten systeem