Aristoteles - Ethica Nicomachea

9 belangrijke vragen over Aristoteles - Ethica Nicomachea

Wat voor (mentaal) ding is voortreffelijkheid van karakter?

Een voortreffelijk karakter betekent iemand die met rede de matigheid kan behouden in zijn emoties.  Ofwel: ‘gevoelens op het juiste ogenblik te ervaren, om de juiste dingen, tegenover de juiste personen, met de juiste bedoeling en op de juiste manier (dat is tegelijkertijd het midden en het beste)’.

Wat betekent het dat voortreffelijkheden een soort beslissingen zijn

Als we een voortreffelijk karakter hebben, zijn we dus in staat een keuze te maken ‘die het midden houdt met betrekking tot ons, een midden dat bepaald wordt door de rede’. Het is dus definierend om in het midden te kunnen blijven bij keuzes om redelijk te blijven.

Hoe beschrijft Aristoteles voortreffelijkheid van karakter m.b.t. emoties?

Als een soort van houding, waarbij men weet emoties af te wegen in de juiste mate. Iemand die bijvoorbeeld te veel van een emotie ervaart, zal daardoor niet geliefd zijn en de verkeerde beslissingen maken, maar de juiste hoeveelheid van emotie is goed, want daarmee is men een evenwichtig persoon.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Schrijf de concluderende definitie op van voortreffelijkheid

Goed is men op een manier, slecht op een keur aan manieren.

Welke handelingen laten niet toe om gericht te zijn op een midden? Leg uit

Zaken waarvan er geen te weinig noch te veel van bestaan. Emoties zoals leedvermaak, schaamteloosheid en afgunst zijn voorbeelden van emoties die Aristoteles als intrinsiek slecht definieert. Hierdoor is er geen tekort aan hen, en bestaat dan ook het midden niet.

Reconstrueer de triade van innerlijke houdingen/disposities (tekort, midden, teveel) m.b.t. genot en pijn, en m.b.t. de waarheid.

Genot en pijn zijn twee uitersten, wanneer we niet opletten dan willen we ze of maximaliseren (genot) of minimaliseren (pijn). Door ons juist van die maximalen of minimalen af te keren komen we bij het midden uit.

Aristoteles onderscheidt drie soorten innerlijke houdingen en beweert dat elk van hen tegengesteld is aan twee andere. Verklaar deze bewering (II.8 begin). Geef een voorbeeld van hoe dit in de praktijk het geval is bij mensen.

Op elk gebied zijn er dus drie houdingen: twee slechte eigenschappen, waarvan de ene in een teveel en de ander in een tekort bestaat, en een goede eigenschap, het juiste midden In zekere zin zijn zij allemaal aan elkaar tegengesteld. De uitersten zijn namelijk zowel aan het midden als aan elkaar tegengesteld, en het midden is tegengesteld aan de uitersten.
Ofwel: Het minste uiterste, het verste uiterste, en het midden.

Hoe zou je een lafaard helpen die regelmatig dapperheid verwart met overmoed?

Hem te zeggen dat zijn definitie van overmoed niet het uiteinde van overmoed betreft, en dat hij door deze na te streven daadwerkelijk dapper zou worden.

Hoe moeten we omgaan met onze natuurlijke innerlijke houdingen?

Door via gematigdheid het midden te vinden. Dat is de juiste positie.

Bij morele excellentie hoeft men niet meer na te denken bij het doen van het goede, men is zo gewend geraakt aan het goede te doen door de juiste houding in het karakter aan te nemen, dat men moreel excellent is geworden.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo